Methodische cyclus
Mirthe Gevers
561575
SPHVB07
Stagedocent Mihriban van Ee, stagebegeleidster Bianca Verbakel
20-06-2016
Boekel & Nijmegen
1
, Inhoudsopgave
Inleiding……………………………………………………………………………………………...blz. 3
Aanleiding…………………………………………………………………………………blz. 3
Vooruitblik…………………………………………………………………………………blz. 3
Hoofdtekst…………………………………………………………………………………………...blz. 4 t/m 6
Contact maken met de cliënt…………………………………………………………blz. 4
Analyseren van de achtergronden van de cliënt…………………………………...blz. 4
Formuleren van een hulpvraag of wens…………………………………………….blz. 4+5
Doelen formuleren……………………………………………………………………..blz. 5
Een plan van aanpak………………………………………………………………….blz. 5+6
Het plan van aanpak uitvoeren………………………………………………………blz. 6
De uitvoering van het plan van aanpak evalueren…………………….…………..blz. 6
Afsluiting…………………………………………………………………………………………….blz. 7
Terugblik………………………………………………………………………………….blz. 7
Leerervaring……………………………………………………………………………...blz. 7
Literatuurlijst………………………………………………………………………………………..blz. 8
Bijlagen………………………………………………………………………………………………blz. 9 t/m 11
Bijlage 1: ‘Overzicht houding handeling Janna’…………………………………….blz. 9+10
Bijlage 2: ‘Vuistregels voor het doelen stellen in dialoog’…………………………….blz. 11
2
, Inleiding
Aanleiding
Ik heb dit verslag gemaakt, omdat ik wil oefenen met individuele begeleiding van een cliënt. Omdat dit
in de beroepsuitoefening vaak voorkomt, vind ik het belangrijk dat ik weet hoe ik doelen opstel met
een cliënt, hoe je een plan van aanpak maakt, hoe creatieve vakken helpen bij het bereiken van het
tussendoel en hoe het uiteindelijke evalueren hiervan in zijn werk gaat. Daarbij oefen ik bij deze
opdracht ook goed met hulpverleningsgesprekken, wat ook belangrijk is. Ook heb ik dit verslag
gemaakt, om contact te maken met nieuwe mensen. Dit moet je later in de praktijk ook gaan doen,
vandaar dat dit een belangrijk punt is.
Vooruitblik
In dit verslag leest u een hoofdtekst. Ten eerste komt hier het contact maken met de cliënt aan bod.
Ten tweede leest u over het analyseren van achtergronden van de cliënt. Ten derde hebben mijn
cliënt en ik samen een hulpvraag geformuleerd. Hieruit is het kopje: ‘Doelen formuleren’ voortgevloeid.
Ten vijfde ziet u het plan van aanpak, ten zesde leest u een reflectie van mijn stagebegeleider en een
zelfreflectie over de uitvoering van hemt plan van aanpak en tot slot leest u onder het kopje: ‘De
uitvoering van het plan van aanpak evalueren’ de evaluatie tussen mij, mijn cliënt en mijn
stagebegeleider. Na de hoofdtekst komt de afsluiting, met daarin een terugblik op het verslag en mijn
leerervaringen.
OPMERKING: in dit verslag zijn fictieve namen gebruikt.
3
, Hoofdtekst
Contact maken met de cliënt
Op 12 mei 2016 heb ik met mijn cliënt Janna Maas een kennismakingsgesprek gehad. We hebben in
de tuin gekletst. Het was een vloeiend, goed gesprek. Een paar dagen van tevoren had ik gevraagd of
Janna aan deze opdracht wilde werken. Vervolgens hebben we een datum geprikt voor het gesprek.
Verder heb ik mij niet voorbereid op de kennismaking. Dat er niet veel was voorbereid, was geen
probleem. Het gesprek liep zoals ik had verwacht: ik stelde de vragen, Janna gaf daar antwoord op en
hier en daar vroeg ik door. Afstemming was er echter niet; het gesprek verliep het hele halfuur
hetzelfde. Dat kan ik de volgende keer anders doen. Wel vroeg ik goed door, wanneer zij iets vertelde
wat mij interesseerde, of van belang was voor deze opdracht. Ook had ik een open houding en liet ik
via non-verbale communicatie weten dat ik me interesseerde in haar verhaal.
Analyseren van de achtergronden van de cliënt
Janna vertelde mij op dezelfde dag dat ze twee jaar de ziekte van Parkinson heeft in een lichte vorm.
Dit merk ik, door haar schokkerige motoriek. Ze komt vaak binnen strompelen en loopt op een laag
tempo.
Een schokkerige motoriek is een symptoom van Parkinson (Bassant et al., 2014, p. 209).
Janna vertelde mij ook dat de linkerkant van haar lichaam beter werkt dan haar rechterkant. Vaak
begint de rechterkant van haar lichaam te trillen, of kan ze haar voeten minder goed optillen, wat
weleens wil leiden tot vallen.
Mensen met Parkinson vallen sneller (Bassant et al., 2014, p. 210). Het gebeurt wanneer Janna niet
op tijd haar medicijnen slikt, ze veel dingen achter elkaar heeft gedaan of moe is. Wanneer ze begint
te trillen, heeft Janna geen controle over haar eigen lichaam en gaan er dingen verkeerd. Op dat
moment raakt ze gefrustreerd. Dit komt omdat Janna perfectionistisch is. Ze stopt dan even met wat
ze aan het doen is en wanneer het weer gaat, pakt ze haar werk weer op. Dit heb ik weleens gezien
op mijn stage-instelling. Naast dit, is Janna ook gevoelig. Dit uit zich, wanneer er iets verdrietigs
gebeurt, maar dit gebeurt ook, wanneer ze kritiek krijgt. Janna het wel heel fijn om mensen te helpen.
Ze heeft gezelligheid en waardering nodig, om zich veilig te voelen en niet te piekeren. Dit doet ze,
wanneer ze alleen thuis is. Janna’s hobby is korfbal, maar door Parkinson is ze daarmee gestopt. Een
andere hobby is 3D-kaarten maken, maar daar is ze mee gestopt door een operatie aan haar hand.
Ze doet wel handwerk bij MeMo. Daarnaast heeft Janna een goede jeugd gehad. Ze heeft contact met
haar familie en woont samen met een huisgenoot in een woning waar begeleid wonen wordt
aangeboden. Duidelijkheid en structuur is belangrijk voor Janna. Heeft ze dit niet, dan wordt ze
onzeker en onrustig. Daarnaast raakt Janna steeds meer in een sociaal isolement, doordat ze
geestelijk en lichamelijk achteruitgaat.
Mensen met Parkinson hebben sneller kans op depressie (Bassant et al., 2014, p. 209).
Janna’s achteruitgang wordt ook veroorzaakt door haar overgewicht. Voor haar overgewicht krijgt ze
oefeningen van een diëtiste, haar woonbegeleider en gaat ze vaak mee wandelen en zwemmen met
MeMo.
Formuleren van een hulpvraag of wens
Op 19 mei 2016 hebben Janna en ik afgesproken voor een gesprek, om haar hulpvraag te formuleren.
Dit gaan wij één-op-één doen in een rustige omgeving. Dat is belangrijk, omdat je op deze manier het
beste kunt nadenken over waar je graag aan wilt werken. Tijdens mijn stageperiode bij MeMo heb ik
gemerkt dat dit het beste werkt voor de meeste cliënten. Daarbij laat ik Janna vooral hardop nadenken
waar ze graag aan wil werken. Wanneer zij er zelf niet uitkomt, zal ik haar helpen bij de formulering
van een hulpvraag. Zo heeft Janna vooral zelf inzicht gekregen in waar ze aan wilt werken. Een
belangrijke opvatting in de hulpverlening is namelijk dat je de cliënt zelf laat denken, over wat hij graag
wilt veranderen. Daarbij accepteer ik Janna onvoorwaardelijk, ongeacht wat zij zegt tijdens het
gesprek.
Onvoorwaardelijke acceptatie zorgt voor een ideale omgeving van het individu, aldus de theorie van
Rogers (Lang & Molen, 2012, p. 36-38). Daarbij zal ik de structuur van een professioneel
hulpverleningsgesprek handhaven. Tijdens een hulpverleningsgesprek is het van belang dat je niet-
4