Onderzoek kwaliteitszorg
Mirthe Gevers
561575
Annette van Bakel
13 november 2017
Nijmegen
Inhoudsopgave
1
Zie voor meer informate ij het kopje ‘Onderzoeksplan’, ijlage I: Onderzoeksplan (aanvulling).
1.
Zie ijlage VIII: Evaluate-instrument.
2.
Overig:
Omschrijving van elangrijke woorden zijn te vinden in BIJLAGE IX: Begrippenlijst.
In dit verslag zijn fcteve namen ge ruikt.
,Inleiding…………………………………………………………………………………………..blz. 3
Beroepstaak…………………………………………………………………...………blz. 3
Context………………..........................................................................................blz. 3
Hoofdtekst…………………………………………………………………………………...…..blz. 4 t/m 10
Kwaliteitszorgsysteem instelling…………………………...……...………….....blz. 4
Onderzoeksplan……………………...…………………………………………….blz. 5
Praktijkprobleem……………………………………………………………………blz. 5
Onderzoeksdoel, onderzoeksvraag, deelvragen…………………………...…..blz. 5
Resultaten………………………………………………………...…………..……blz. 6+7
Conclusie……………………………………………………………………………blz. 7+8
Advies……………………………………….…………………..………………..…blz. 8
Evaluatie advies…………………...……………………………………………….blz. 9
Draagvlak creëren……………………………………………………..…………..blz. 9
Betrouwbaarheid en validiteit……...……………..…………….…….……….….blz. 9+10
Tot slot……………………………………………………………………………....blz. 10
Literatuurlijst…………………………………………………………………….……………….blz. 11+12
Bijlagen…………………………………………………………………………………………....blz. 13 t/m 35
BIJLAGE I: Onderzoeksplan (aanvulling)…………………………………………….blz. 13+14
BIJLAGE II: Kijkkader literatuuronderzoek…………………………………………..blz. 15
BIJLAGE III: Interviewguide……………………………………………………………blz. 16 t/m 22
BIJLAGE IV: Transcriptie………………………………………………………………blz. 23
BIJLAGE V: Codering transcriptie…………………………………………………….blz. 24+25
BIJLAGE VI: Vragenlijsten……………………………………………………………..blz. 26 t/m 29
BIJLAGE VII: Analyse…………………………………………………………………..blz. 30
BIJLAGE VIII: Evaluatie-instrument……………………………...…………………...blz. 31
BIJLAGE IX: Begrippenlijst……………………………………………………………..blz. 32 t/m 35
Inleiding
2
Zie voor meer informate ij het kopje ‘Onderzoeksplan’, ijlage I: Onderzoeksplan (aanvulling).
1.
Zie ijlage VIII: Evaluate-instrument.
2.
Overig:
Omschrijving van elangrijke woorden zijn te vinden in BIJLAGE IX: Begrippenlijst.
In dit verslag zijn fcteve namen ge ruikt.
,Beroepstaak
Als eerste wat ik ga doen tijdens dit deeltentamen, is mij oriënteren op het kwaliteitszorgsysteem van
mijn stageorganisatie. Als tweede ga ik onderzoek doen welk sociaal-agogisch aspect verbeterd kan
worden; dit wordt het signaal. Als derde maak ik vanuit dit signaal een plan van aanpak met
onderzoeksvraag en als vierde ga ik daarmee op zoek wat er precies aan de hand is in de instelling;
dit wordt de probleemanalyse. Als vijfde beschrijf en analyseer ik de resultaten, waaruit een conclusie
getrokken wordt. Tot slot presenteer ik mijn advies/aanbeveling aan het team op mijn stage-instelling,
waarover daarna nog geëvalueerd wordt.
Context
Het onderzoek speelt zich af binnen de stage-instelling ‘Koninklijke Visio’, te Grave. Hier loop ik stage
op (intensieve) revalidatiegroep ‘Dennenheuvel’, waar jongeren leven met een visuele beperking en
bijkomende gedragsproblematiek.
Hoofdtekst
Kwaliteitszorgsysteem instelling
3
Zie voor meer informate ij het kopje ‘Onderzoeksplan’, ijlage I: Onderzoeksplan (aanvulling).
1.
Zie ijlage VIII: Evaluate-instrument.
2.
Overig:
Omschrijving van elangrijke woorden zijn te vinden in BIJLAGE IX: Begrippenlijst.
In dit verslag zijn fcteve namen ge ruikt.
, De missie is: meedoen mogelijk maken. De visie die daarbij hoort is dat men zich richt op resultaat,
samenhang en betrouwbaarheid. Hierbij wordt gekeken naar tevreden cliënten, waarbij respect voor
de cliënten, haar keuzes en kwaliteit van zijn leven voorop staat (Koninklijke Visio, z.d.).
Visio houdt rekening met kwaliteitszorg, door (Koninklijke Visio, z.d.):
Vakmanschap: laat benodigde vakkennis, deskundigheid en vaardigheid zien. Op de hoogte
van nieuwe ontwikkelingen, wat wordt toegepast in werkzaamheden
Inspiratie: door gedrevenheid je omgeving prikkelen, enthousiasmeren en stimuleren. Dit leidt
tot ontplooiing van jezelf en anderen
Samenwerken: samen met anderen bereik je sneller doelen
Initiatief: kansen zien en deze benutten en zelf beginnen met iets ondernemen
Ontwikkelen: reflecteren op eigen gedrag en actief bezig zijn met eigen ontplooiing
De methode ‘competentiegericht werken’ wordt daarnaast gehanteerd.
Cliënten krijgen hulp bij hulpvragen, waar naasten bij betrokken worden en op deze manier tonen
cliënten ontwikkeling op de (intensieve) revalidatiegroep. Cliënten worden bij alles betrokken, wat een
sterk punt is dat ik terugzie in de praktijk. Zij krijgen een mentor toegewezen op de (intensieve)
revalidatiegroep en mogen zelf kiezen of het persoon dat aan hen toegewezen is, de juiste is. Cliënten
kunnen daarnaast heel erg veel en daarom proberen wij zo min mogelijk voor hen te doen. Als een
cliënt iets niet wil, dan proberen wij met hen te onderhandelen. Als het daarna nog niet lukt, dan geven
we de cliënt de ruimte om zijn tijd te nemen en de taak uiteindelijk uit eigen initiatief toch te
ondernemen. Ook de ouders/voogd worden op de hoogte gehouden over hun kind. Er wordt met hen
overlegd over nieuwe doelen. Er wordt dus veel met de missie in het achterhoofd gewerkt. Dit geldt
ook voor de visie, nog een sterk punt. Ik zie dat trainers altijd na een activiteit proberen te vragen aan
de cliënt wat zij ervan hebben geleerd en wat dit hen heeft opgeleverd: resultaat. Maar voordat je dit
kunt doen, heb ik gemerkt en is mij verteld dat het belangrijk is dat je een professionele relatie met je
cliënt opbouwt. Hoe vaker ik kwam en hoe meer ik gesprekken met hen aanknoopte, hoe vaker ze iets
uit zichzelf vroegen of vertelden tegen mij. Daar is humor belangrijk bij; cliënten op mijn stage
waarderen dat en groepsleiders proberen dit in hun werkwijze toe te passen. Als de cliënt niet
tevreden is over een bepaalde situatie, dan wordt er geluisterd naar hem en bekeken hoe we het
kunnen oplossen.
Wel zijn er ook een aantal zwakke punten. Ten eerste is dat samenwerken. Op mijn (intensieve)
revalidatiegroep wordt goed samengewerkt, maar tussen de school van cliënten en de (intensieve)
revalidatiegroep waar zij leven niet. Dit signaal heb ik meerdere keren opgevangen in de praktijk,
waarin wordt gezegd dat het contact niet goed verloopt en de trainers van de (intensieve) revalidatie
vaak niet op de hoogte zijn van wat leraren met cliënten hebben afgesproken. Ten tweede lees ik in
rapportages terug dat cliënten moeilijk te motiveren zijn tot hun persoonlijke verzorging en hebben
collega’s mij teruggegeven dat het hen niet lukt om hen hiertoe aan te sporen. In eerste instantie
zeggen de trainers niks en leggen ze het initiatief bij de cliënt, daarna wordt er wel wat van gezegd,
maar dan nog is het soms het geval dat de cliënt niet doet wat de trainer zegt. Tot slot: een collega
vertelde mij dat zij vond dat we weinig kennis en inzicht hebben in de visuele beperking in het
algemeen. We zijn een expertisecentrum voor cliënten visueel beperkten, maar er wordt weinig
rekening mee gehouden.
Onderzoeksplan1
Het onderzoek is opgesteld aan de hand van de volgende onderwerpen:
Inleiding
4
Zie voor meer informate ij het kopje ‘Onderzoeksplan’, ijlage I: Onderzoeksplan (aanvulling).
1.
Zie ijlage VIII: Evaluate-instrument.
2.
Overig:
Omschrijving van elangrijke woorden zijn te vinden in BIJLAGE IX: Begrippenlijst.
In dit verslag zijn fcteve namen ge ruikt.