100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting 'Een kennismaking met de Nederlandse geschiedenis' €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting 'Een kennismaking met de Nederlandse geschiedenis'

11 beoordelingen
 1497 keer bekeken  46 keer verkocht

Samenvatting voor het vak Nederlandse geschiedenis. De samenvatting is helder en duidelijk opgebouwd met hier en daar een afbeeldingen en tabellen om de stof nog gemakkelijker op te nemen.

Laatste update van het document: 10 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 33  pagina's

  • Ja
  • 26 augustus 2013
  • 21 oktober 2014
  • 33
  • 2011/2012
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

11  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ruudfrenken20 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: JohanRommel • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lindajanmaat • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nadinehendriks23 • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: rishibrooxxsalmah • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: royiliohan • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: aslik92 • 7 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Nielsje88
Een kennismaking met de Nederlandse geschiedenis




1

, Inhoud
Prehistorie, oudheid en vroege middeleeuwen.................................................. 3
(ca. 5300 v. Chr. – ca. 1100 n. Chr.) .................................................................... 3
Landsheerlijke tijd .............................................................................................. 6
(ca. 1100 – ca. 1400) .......................................................................................... 6
Bourgondisch-Habsburgse tijd ......................................................................... 10
(ca. 1400 – 1568) .............................................................................................. 10
Opstand en Gouden Eeuw ................................................................................ 16
(1568 – 1702) ................................................................................................... 16
Pruikentijd en Bataafs-Franse tijd .................................................................... 21
(1702 - 1813) .................................................................................................... 21
Nederland van 1813 tot 1919 ........................................................................... 25
(1813 - 1919) .................................................................................................... 25
Nederland van 1919 tot 2009 ........................................................................... 30
(1919 -2009) ..................................................................................................... 30




2

, Prehistorie, oudheid en vroege middeleeuwen
(ca. 5300 v. Chr. – ca. 1100 n. Chr.)
Merovingische tijd
In de vierde eeuw werd het zuiden van Nederland voornamelijk door Franken bewoond en
handhaafde alleen Maastricht zich als bolwerk van Romeinse en christelijke beschaving. Toen de
keizer van het Oost-Romeinse rijk in 507 aan de Merovingische heerser Clovis de titel van consul
aanbood, aanvaarde Clovis deze. Hiermee werd eend toestand bestendigd die voor het zuiden van
Nederland al een kleine twee eeuwen
bestond: de Franken maakten de dienst uit
namens het Romeinse oppergezag. In het
Gallische gebied dat de Franken in de
vijfde eeuw innamen, was de
geromaniseerde bevolking in de
meerderheid. Om in dit gebied het gezag te
kunnen uitoefenen, hadden de Frankische
heersers medewerking nodig van de
plaatselijke elites die, behalve
geromaniseerd, ook christelijk waren, want
in 380 was het christendom
staatsgodsdienst geworden in het West-
Romeinse rijk. De Franken pasten zich aan
deze elites aan door het Latijn als
bestuurstaal aan te nemen en zich te
bekeren tot het christendom. Clovis liet de
rechtsgewoonten van de Franken in de vroege 6e eeuw optekenen: de Lex Salica (Salische wet). De
Salische Franken (levend ten westen van de Maas) moesten volgens dit recht worden beoordeeld,
zelfs buiten hun stamgebied. Maar ook gold de Salische wet voor de geromaniseerde Galliërs binnen
het Salische gebied, zij het in aanvulling op het Romeins recht. Evenals de wetten van andere
Germaanse stammen bestond de Salische wet vooral uit opsommingen van misdrijven en het
bijbehorende weergeld – boetes waarmee vrijwel alle zaken, zelfs moorden, werden afgehandeld. De
hoogte van het weergeld was afhankelijk van de status van het slachtoffer.
Een bijzonderheid van het Frankische koningschap is dat het vererfbaar was, terwijl bij andere
Germaanse volkeren de koningen werden gekozen. Maar bij de Franken hadden wel alle zoons van
de koning recht op de erfenis. Was er meer dan een zoon, dan werd het rijk verdeeld; stierven deze
zoons kinderloos, dan konden weer rijksdelen worden samengevoegd.
Het Frankische deel van Nederland – dat ten
gevolge van oorlogen met de Friezen
afwisselend groter en kleiner werd –behoorde
tot het deelrijk Austrasie. In dit gebied trokken
de hofmeiers (de hoofden van de koninklijke
huishouding) vanaf de zevende eeuw de macht
naar zich toe. De Aristocratie heeft de macht in
handen, de luie Merovingische koningen
regeren alleen in naam, terwijl de hofmeiers de
feitelijke macht uitoefenen.
De Austrasische hofmeier Pepijn II van Herstal
werd eveneens hofmeier van het aangrenzende
Frankische deelrijk Neustrie en noemde zich
vorst van de Franken. Voor de Nederlandse
geschiedenis is hij vooral van belang omdat hij



3

, omstreeks 690 het midden van het land op de Friezen heroverde en aan de Angelsaksische
missionaris Willibrord de kerstening van het gebied toevertrouwde. Pepijns zoon Karel Martel
beschermt het rijk tegen de moslims en verslaat hen bij de slag Poitiers, die vanuit Spanje naar het
noorden trokken. Karel Martel heeft in tegenstelling tot zijn vader de kerk niet gesteund en neemt
veel kerkelijke gronden in bezit om er zijn getrouwen mee te belonen. Hij geldt als de grondlegger
van het leenstelsel. Na de dood van Karel Martel worden zijn zonen Pepijn de Korte en Karloman
hofmeier over het westelijke en het oostelijke deel van het rijk. Zij wilden de gronden die hun vader
aan de kerk had ontnomen teruggeven. Toen dit onuitvoerbaar leek, kreeg de kerk als compensatie
het recht overal in het rijk tienden te heffen, een kerkelijke belasting die heel de middeleeuwen van
kracht zou blijven!

Karolingische tijd
Karels zoon Pepijn III de Korte zette in 751 met instemming van de paus de laatste Merovingische
koning af en liet zich door de bisschop van Soissons tot koning van de Franken zalven. Hij werd
daarmee de eerste Karolingische koning van het Frankische rijk. Na de dood van Pepijn de Korte in
768 werd het Frankische rijk verdeeld tussen zijn zoons Karel en Karloman. Karloman overleed
kinderloos in 771, waarna Karel het rijk alleen had.
Voor de Nederlandse geschiedenis zijn vooral zijn veldtochten tegen de Saksen van belang. Deze
begonnen in 772, nadat de Saksen de kerk van Deventer hadden verwoest. Na een langdurige en
bloedige strijd wist Karel in 785 het gebied van de Saksen in te nemen, waarbij ook Friesland ten
oosten de Lauwers aan hem toeviel. Ook dit gebied moest bekeerd worden, Karel ondersteunde de
missie door de uitvaardiging van de beruchte Capitulatio de partibus Saxoniae (782). Voor het eerst
in de geschiedenis van het christendom vond bekering plaats ‘op de punt van het zwaard’: Saksen die
weigerden het christendom aan te nemen, vasthielden aan heidense gebruiken, konden de doodstraf
tegemoet zien.
Na Karels dood kwam het rijk in handen van zijn zoon Lodewijk de Vrome. Na de dood van Lodewijk
viel het Karolingische rijk alweer uiteen. De regel dat alle zoons van de Frankische heerser recht
hadden op een deel van de erfenis, gold nog steeds. Bij het verdrag van Verdun (843) werd het rijk
verdeeld onder Lodewijks drie zoons.
Het West-Frankische en het Oost-
Frankische rijk zijn sindsdien als
Frankrijk en Duitsland blijven bestaan.
Daartussen lag het Frankische
Middenrijk. Dit Middenrijk, waaraan
de keizerlijke titel was verbonden, was
geen lang leven beschoren. Het viel op
zijn beurt in 855 uiteen (het noordelijk
deel werd het koninkrijk Lotharingen)
en werd in 870 bij het Verdrag van
Meerssen grotendeels verdeeld tussen
het West- en het Oost-Frankische rijk,
waarbij de grens in Nederland de Maas
volgde. Tien jaar later werd de grens
naar de Schelde verplaatst. Tussen 895
en 900 herleefde het Lotharingse
koninkrijk kortstondig, en kozen de meeste Lotharingse edelen na 911, toen in Duitsland de
Karolingen uitstierven, voor aansluiting bij het West-Frankische rijk. Maar in 923 werd Lotharingen
ingelijfd door de Duitse koning Hendrik de Vogelaar. Nederland werd een onderdeel van het Duitse
rijk, een situatie die formeel tot 1648 bleef bestaan.




4

, De Karolingen worden in verband gebracht met enkele belangrijke vernieuwingen: op politiek
gebied door de ontwikkeling van het leenstelsel, op economisch gebied door de ontwikkeling van
het hofstelsel, op cultureel gebied door wat de Karolingische renaissance wordt genoemd.
Het leenstelsel of de feodaliteit betreft de verhouding tussen twee vrije mannen, waarbij de een
(de vazal) trouw zweert aan de ander (de heer) en belooft deze met raad en daad te steunen. In ruil
daarvoor krijgt de vazal van de heer een leengoed, meestal land, maar het kan ook gaan om een
ambt, roerend goed of een geldsom. Dit leengoed stelt de vazal in staat zijn verplichtingen jegens zijn
heer na te komen. Het leengoed kan niet worden vererfd. Wanneer de leenband eindigt (normaal
gesproken bij de dood van de vazal) vervalt het leengoed aan de heer.
Van de vazallen werd meestal verwacht dat ze in het leger dienden. Ook fungeerden ze als
plaatselijke vertegenwoordigers van de koninklijke macht.
Het hofstelsel is een wijze van exploitatie van het grootgrondbezit die in de 8 e eeuw opkwam.
Kenmerkend is de tweedeling van de grond. Enerzijds waren er landerijen die rechtstreeks voor de
grondheer werden bewerkt (het saalland of vroonland) en waar ook voorzieningen stonden als
molens, brouwerijen en ovens. Anderzijds waren er hoeven, groot genoeg om een gezin te voeden,
die de boeren voor eigen rekening mochten exploiteren. Dan waren er nog woeste gronden (de
meent) waar de heer en zijn boeren gebruiksrechten hadden. De boeren droegen een deel van hun
oogst aan de heer af en betaalden voor het gebruik van de voorzieningen op het vroonland. De
onvrije boeren onder hen, horigen genoemd, waren bovendien verplicht een vastgesteld aantal
dagen per jaar het vroonland te bewerken (herendiensten).
Ten slotte de Karolingische renaissance. Ontegenzeggelijk hebben Karel de Grote en zijn opvolgers de
literatuur en de geleerdheid krachtig gesteund – niet als doel op zich, maar als middel om hun
onderdanen een juiste, christelijke levenswandel bij te brengen.

Tiende en elfde eeuw
Nederland bestond in de tiende en elfde eeuw uit talloze kleine graafschappen en heerlijkheden
waar erfopvolging de regel was. De meeste daarvan vielen in naam onder het hertogdom
Lotharingen, in de plaats gekomen voor het gelijknamige koninkrijk en in de loop van de tiende eeuw
gesplitst in Neder- en Opper-Lotharingen. Om zijn rijk te beheersen vertrouwde Otto I de Grote
(936-973), zoon van Hendrik de Vogelaar, op de bisschoppen. Geestelijken hadden immers geen
wettige erfgenamen aan wie zij hun ambt konden overdoen. Otto en zijn opvolgers benoemden
daarom hun vertrouwelingen tot bisschoppen en droegen zo veel mogelijk land en regeringstaken
aan hen over (het ‘rijkskerkenstelsel’).




5

, Landsheerlijke tijd
(ca. 1100 – ca. 1400)
De landsheren waren vanaf de twaalfde eeuw de voornaamste spelers op het politieke toneel. Een
landsheerlijkheid is het geheel aan overheidsrechten van een heer, alsmede het territorium waar
deze rechten gelden, op grond waarvan deze heer soeverein is, dat wil zeggen aan geen hoger
landrechtelijk gezag onderworpen. Tegelijk ontstonden de steden als nieuwe plaatselijke factoren
van macht, rijkdom en beschaving. De opkomst van de steden is in veel gevallen door de landsheren
bevorderd en in elk geval in samenspel met hen bepaald.
Holland is ontstaan uit een aantal gouwen en heerlijkheden in Friesland. In 889 ontving de Friese
graaf Gerulf van de Oost-Frankische koning een aantal landerijen, waaronder waarschijnlijk de
Kennemerland. Zijn opvolgers breidden dit gebied vooral in zuidelijke richting uit. Vanaf 1101 werden
zij betiteld als graven van Holland. In 1291 nam Floris V de titel graaf van Holland en Zeeland en heer
van Friesland aan.
Het gebied waar de Utrechtse bisschoppen
het wereldlijk gezag uitoefenden,
schrompelde juist steeds verder ineen. Het
Utrechtse Sticht (een Sticht was een gebied
waar een abt of bisschop over regeerde)
werd in tweeën geknipt. Zo ontstonden het
Nedersticht, rondom de stad Utrecht, en het
Oversticht, van de IJssel tot Groningen.
De opkomst van Gelre en Holland ging
derhalve ten koste van het Sticht, dat als
een verzwakte landsheerlijkheid tussen
twee machtige buren overbleef.
Nadelig was bovendien dat de Duitse
koning in 1122 (Concordaat van Worms) de
investituurstrijd verloor en het
benoemingsrecht van de bisschoppen in
zijn rijk opgaf. De Utrechtse bisschop wist zich daardoor niet langer vanzelfsprekend gesteund door
de koning. Tegen 1200 beslisten alleen nog de Utrechtse kanunniken over de bisschopskeuze, onder
zware druk van de Hollandse en Gelderse graven die geen middel onbenut lieten om hun kandidaten
op te dringen.

De Duitse koning, die tot 1122 vooral via bisschoppen zijn gezag kon laten gelden, zag zijn invloed in
de Nederlanden afnemen. In het laatmiddeleeuwse Europa zijn de belangrijkste ontwikkelingen in
het staatsbestuur de professionalisering ervan – dat wil zeggen, de opkomst van een ambtelijke
organisatie in dienst van de vorst – en de deelname aan het landsbestuur van de burgerij naast de
adel en geestelijkheid, met name de vertegenwoordigende lichamen zoals de Statenvergadering of
het parlement.
Naar het voorbeeld van Vlaanderen werden vanaf de 13e eeuw ambtenaren aangesteld die in
naam van de landsheer het bestuur en de rechtspraak uitoefenden in hun ambtsdistrict. In Holland
heetten deze ambtenaren, evenals in Vlaanderen, baljuws.
Wat in de meeste Nederlandse gewesten eveneens in de 13e eeuw tot stand kwam, was de
Statenvergadering. Dit was een vergadering van de 3 staten of standen waaruit de samenleving in de
middeleeuwse visie was opgebouwd: geestelijkheid, adel en burgerij. Het nieuwe element in de
Statenvergadering is vooral de vertegenwoordiging van de burgerij. Adel en hoge geestelijkheid
hadden altijd politieke invloed gehad, omdat zij het voornaamste politieke en economische kapitaal –
de grond – in handen hadden. In de latere middeleeuwen werden ook de stedelijke handel en
nijverheid een belangrijke kapitaalsfactor, zodat de steden een stem kregen in het landsbestuur.



6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Nielsje88. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51036 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  46x  verkocht
  • (11)
In winkelwagen
Toegevoegd