100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Organisatie en omgeving €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Organisatie en omgeving

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van het vak Organisatie en Omgeving waarin de hoorcolleges, eventuele artikelen en de uitgebreide samenvatting van het vak wordt samengevat. Hierdoor staat alle nuttige informatie in 1 document en blijft het overzichtelijk.

Voorbeeld 4 van de 48  pagina's

  • 13 februari 2024
  • 48
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
emmavoortman
Samenvatting O & O
Week 1
Twee economische verbanden: succes prijsverlaging

 Wet van de vraag (ene verlaagd prijs en ander niet -> meer verkoop)
 Prijselastische vraag (prijs verlagen -> meer verkopen)


Vier kosten concepten

1. Totale kostenfunctie: Geeft relatie weer tussen de totale kosten (TC) en de
geproduceerde output (Q) binnen een periode
Efficiëntierelatie = de verhouding tussen het toenemen van de productie en het toenemen
van de kosten -> laagst mogelijke kosten om bepaalde output te produceren

2. Vaste en variabele kosten
vast: kosten blijven constant wanneer output toeneemt
variabel: kosten nemen toe wanneer output toeneemt
 De grens is soms vaag, semi-vast = vast en variabel op bepaalde bereiken (nieuwe
machine nodig als teveel productie is)
 Het hangt af van de periode waarin de beslissing over de output wordt genomen

3. a. Gemiddelde kostenfunctie : gemiddelde kosten per eenheid

AC = TC/Q , AC is gemiddelde, TC is totale kosten, Q is aantal eenheden

 Schaalvoordelen ontstaan wanneer gemiddelde kosten dalen als output toeneemt
 Schaalnadelen ontstaan wanneer gemiddelde kosten stijgen als output toeneemt
 Constante schaalvoordelen gemiddelde kosten blijven gelijk bij stijging output
 Minimum efficiënte schaal: laagste output waarbij schaalvoordelen spelen


b. Marginale kosten: extra kosten die ontstaan als er één eenheid meer wordt
gemaakt
(incrementele kosten)

MC = TC (Q+dQ) – TC (Q) / dQ , MC is marginale kosten, TC is totale kosten, Q aantal
eenheden, dQ is verandering in het aantal eenheden

 Als gemiddelde kosten afnemen bij toename output -> marginale kosten lager
 Als gemiddelde kosten toenemen bij toename output -> marginale kosten hoger
 Als gemiddelde kosten het minimum bereiken -> marginale kosten gelijk

, 4. Lange en korte termijn kostenfuncties
Als een bedrijf een productiefaciliteit bouwt, moet die de grootte kiezen die op korte termijn de
laagst gemiddelde kosten meebrengt.
Lange termijn kostenfunctie zijn de onderste delen van de korte termijn kostenfuncties ->
dikgedrukte deel




Wanneer een bedrijf een bepaalde
grootte heeft gekozen, kan deze niet meer worden veranderd op korte termijn. Op lange termijn wel,
deze vertoont ook schaalvoordelen.
Voor elke grootte bestaat een korte termijn gemiddelde kostenfunctie (SAC):

SAC = AFC + AVC , SAC is gemiddelde kosten op korte termijn, AFC is gemiddelde vaste kosten, AVC
gemiddelde variabele kosten

 Als output toeneemt, nemen gemiddelde vaste kosten af -> gemiddelde kosten dalen
 Variabele kosten kunnen stijgen wanneer output toeneemt -> compenseren

Verzonken kosten
->kosten die niet vermeden kunnen worden (onvermijdbare kosten)
Vermijdbare kosten kunnen wel vermeden worden.


Onderscheid tussen boekhoudkundige en economische kosten:
Boekhoudkundige kosten
- gebaseerd op kosten die in het verleden zijn gemaakt (historische kosten)

Economische kosten
- gebaseerd op de opportuniteitskosten -> economische kosten gelijk aan de waarde van het beste
en meest voordelige alternatieve gebruik van de middelen

Onderscheid tussen economische en boekhoudkundige winst:
Boekhoudkundige winst = opbrengsten uit verkopen – boekhoudkundige kosten
Economische winst = opbrengsten uit verkopen – economische kosten

-> dus economische winst = boekhoudkundige winst – (economische kosten – boekhoudkundige
kosten)

,Opbrengsten
Vraagfunctie: beschrijft relatie tussen de hoeveelheid producten die het bedrijf kan verkopen en de
variabelen die de hoeveelheid beïnvloeden (hoeveelheid en prijs)

 Geeft aan hoeveel consumenten kopen bij bepaalde prijs
 Geeft de hoogst mogelijke prijs voor bepaalde hoeveelheid aan

Prijselasticiteit: laat zien hoe gevoelig de vraag is voor prijsveranderingen




Als n < 1 is vraag inelastisch
Als n > 1 is vraag elastisch

Factoren die de vraag naar een product elastischer maken:
- product heeft unieke kenmerken, kopers zijn bewust v/d kenmerken en prijzen concurrenten
- uitgave product vormt groot deel v/d totale uitgaven koper (langer zoeken naar laagste prijs)
- product is input om output te produceren die erg prijsgevoelig is

Factoren die de vraag naar een product inelastischer maken:
- product is moeilijk te vergelijken met soortgelijke producten
- kopers hoeven slechts een deel v/d prijs v/h product te betalen (belastingaftrek of verzekeringen)
- er zijn hoge overstapkosten
- product worden gebruikt in combinatie met een product waar klanten aan gebonden zijn

Overstapkosten = kosten die zich voordoen wanneer een product gespecialiseerde training of
expertise vereist die niet zomaar overdraagbaar zijn.

Merkniveau en industrieniveau
vraag kan op merkniveau elastisch zijn, maar op industrieniveau inelastisch (denk aan olie-industrie)

Totale opbrengsten en marginale opbrengsten functies
Totale opbrengstenfunctie: geeft aan hoe de opbrengsten van een bedrijf variëren als een functie
van hoeveel producten er worden verkocht.
TR (Q) = P (Q) x Q , TR is totale opbrengst, P is prijs, Q is aantal eenheden

Marginale opbrengstenfunctie: zijn opbrengsten die voortkomen uit de verkoop van één extra
product

, Opbrengsten-vernietigingseffect: bedrijf maakt extra opbrengsten door prijsverlaging, dus meer
verkopen, maar verliest ook de opbrengsten ten aanzien v/d eenheden die tegen hogere prijs
verkocht hadden kunnen worden.

 Marginale opbrengsten altijd lager dan prijs
 Of marginale opbrengsten positief of negatief zijn, hangt af van de prijselasticiteit

MR is marginale opbrengsten, p is prijs en n is prijselasticiteit



 Als prijselasticiteit > 1 dan is MR > 0, toename verkopen door prijsverlaging -> stijging totale
opbrengsten

 Als prijselasticiteit < 1 dan is MR < 0, toename verkopen door prijsverlaging -> daling totale
opbrengsten

Marginale kosten liggen altijd onder de prijs in een curve

Prijs en output beslissingen
Theorie van het bedrijf: zoveel mogelijk winst maken

Voor het bepalen v/d juiste hoeveelheid output wordt gekeken naar marginale kosten en
opbrengsten




Een bedrijf kan zijn winst vergroten op drie manieren:

 Wanneer MR > MC, winst zal toenemen door verkopen te laten stijgen en prijs verlagen
 Wanneer MR < MC, winst zal toenemen door verkopen te laten dalen en prijs verhogen
 Wanneer MR = MC, winst niet toenemen door output veranderen, dus moet men optimale
prijs/hoeveelheid combinatie vinden

Het punt waar MR = MC, is de ideale hoeveelheid output.

Contributiemarge = prijs – variabele kosten
Percentage contributiemarge = winst per eenheid/ opbrengst per eenheid = p-c/ p

 Wanneer 1/% contributiemarge groter is dan prijselasticiteit, dan zijn marginale kosten hoger
dan marginale opbrengsten
 Wanneer 1/% contributiemarge kleiner is dan prijselasticiteit, dan zijn marginale kosten lager
dan marginale opbrengsten

Volkomen concurrentie
Bedrijven zijn niet in staat prijs zelf te bepalen door concurrentie, wordt gedaan door markt.
-> homogene producten

Kenmerken

 Wanneer een bedrijf een prijs hanteert hoger dan de marktprijs, zal het geen verkopen meer
hebben

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmavoortman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57413 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd