Lecture 1: Het constitutionele kader van rechtsbescherming tegen de overheid
Deel 1: Waar hebben we het over? / Over welke procedures hebben we het?
Wat voor soort handelingen van de overheid? Vergunningsprocedures, bestuursorganen
besluiten. Andere tak zijn de procedures bij de burgerlijke rechter. Besluiten in relatie tussen
overheid en burger, de belangen hierachter voor de individu zijn groot. Voorbeeld:
neveninkomsten van verkoop op marktplaats. Vreemdelingenrecht, asielaanvraag wordt
bijvoorbeeld geweigerd. Omgevingsvergunning/bouwvergunning -> effect tussen overheid
en burger. Groepen burgers tegenwoordig ook samen voor grotere maatschappelijke
vraagstukken de weg naar de rechter zoeken (klimaat/kinderopvangtoeslag). Avondklok,
maatregel wel proportioneel en noodzakelijk? Europees en internationaal recht spelen hier
ook een rol.
In dit vak gaat het over de waarborgfunctie van het publiekrecht. De borging van de
rechtspositie van de burger in zijn contacten met de overheid geschiedt door:
- Rechtsbescherming bij een onafhankelijke rechter, maar ook:
- de normering van het overheidsoptreden door wet-en regelgeving
- de normering van het overheidsoptreden door EU-recht
- de normering van het privaatrechtelijk overheidsoptreden
We doen dat door die waarborgfunctie te plaatsen in de ‘multilayered algorithmic state’.
Meerlagige rechtsorde. Hiërarchie in rechtsbronnen aan het verdwijnen is, past dat nog wel
in deze tijd?
Recht op toegang tot de rechter in geschillen met de overheid?
Grondwet maakt dit mogelijk sinds 1887. 112 Grondwet tweede lid, opdragen bepaalde
geschillen aan een rechter (niet uit burgerlijke rechtsbetrekking bestaande geschillen) kan
bestuursrechter en burgerlijke rechter worden opgedragen.
Rechterlijke macht: wet op rechterlijke organisatie: rechtbanken, gerechtshoven en Hoge
Raad.
Gerechten buiten de rechterlijke organisatie: RvS tenzij andere bevoegd is: CRvB (sociale
voorzieningen) en CBB (economische bestuursrecht).
115 Grondwet - voorziening buiten de rechtspraak (administratief beroep op
bestuursorgaan, alternatief voor rechtspraak, publiekrechtelijke geschillen). Als er recht is tot
toegang tot de rechter, kunnen we dit effectueren bij een bestuursrechter.
Artikel 6 EVRM Recht op onafhankelijke en onpartijdige rechter. Beslist door de EHRM in
de zaak Benthem. Administratief beroep in strijd met artikel 6 EVRM.
Benthem: procedure bij Nederlands kroonberoep is in strijd met Art. 6 EVRM. Recht tot
toegang tot onafhankelijke en onpartijdige rechter, kroonberoep voldoet hier niet aan.
,Discussie tussen Loef en Struycken. Voorstellen Algemene wet Bestuursrecht, Struycken
moest niet veel hebben van rechtspraak op het terrein van publiekrecht. Dat was omdat hij
ernstige bedenkingen had op het gebied van effectiviteit. Wat moet een rechter doen bij
belangenafwegingen? Dit moet een bestuursorgaan doen, wat blijft er dan nog over voor de
rechter? Dan is burger beter geholpen bij administratief beroep, ide kunnen ten volle
heroverwegen en niet marginaal door de recht. Grote delen bestuursrecht bevrucht door
administratief beroep (115 Grondwet).
Struycken: burger heeft van rechter niet veel te verwachten, laat in bestuurlijke kolom.
Artikel 6 EVRM: burgerlijke rechten en verplichtingen en strafrechtelijke vervolging.
- relevantie voor het bestuursrecht? Het hof heeft gezegd dat je dit niet moet invullen
naar nationaal recht, want wat naar nationaal recht burgerlijk recht is en strafrecht
niet bepalend is voor hoe 6 EVRM uitgelegd moet worden. Het heeft een autonome
betekenis, los van de kwalificatie van het geschil naar nationaal recht.
Vergunningverlening is een recht, burgerlijk recht, civil right volgens het EVRM.
Boeten opgelegd is ook criminal charge, punitieve sancties. -> vloeit voort dat er een
recht is op een onafhankelijke rechter, geldt voor hele bestuursrecht, 2
uitzonderingen:
- Migratierecht, vreemdelingenrecht, geld 6 EVRM niet.
- Belastingrecht geld 6 EVRM ook niet (is iets van de rechtsstaat), alleen bij criminal
charges, dan wel bij 6 EVRM.
Dit staat ook in artikel 47 Handvest: ‘Eenieder wiens door de recht van de Unie
gewaarborgde rechten en vrijheden zijn geschonden (..)’ - recht op toegang tot een
onafhankelijke rechter.
Een equivalent van 47 Handvest en 6 EVRM hebben we niet in onze grondwet. Dat komt
waarschijnlijk wel, aangenomen voorstel tot wijziging tot grondwet. Artikel 17, eerste lid:
‘Ieder heeft bij het vaststellen van zijn rechten of verplichtingen of bij het bepalen van een
gegrondheid tot het tegen hem ingestelde vervolging, recht op een eerlijk proces binnen een
eerlijke termijn bij een onpartijdige onafhankelijke rechter.’ Nuttig of zinloos? Reikwijdte 6
EVRM - zijn nog wel een paar blinde vlekken (belastingrecht en vreemdelingenrecht). Ook
vragen naar het redelijke termijn. Symbolische waarde, sterke overheid vs. zwakke burger.
RTO vertegenwoordigt een intrinsieke waarde in de democratische rechtsstaat:
- Het systeem van bestuursrechtelijke rechtsbescherming ligt onder een vergrootglas
van juristen, politici en opiniemakers.
- Aanleiding vormen zowel zaken waarin de rechter ervan wordt beschuldigd te weinig
te hebben gedaan (toeslagenaffaire), als waarin hij juist teveel doet
(stikstofzaken/klimaatzaken).
- De toeslagenaffaire heeft ons nog maar een keer ingescherpt hoe fundamenteel het
belang van rechtsbescherming tegen de overheid is voor het goed functioneren van
onze democratische rechtsstaat.
- Rechtsbescherming begint niet pas bij de rechter, maar al eerder en is een
verantwoordelijkheid van rechter, bestuur en wetgever gezamenlijk. Dat besef is
echter niet springlevend.
, - Wat daarvoor in elk geval nodig is, is dat wetgever, bestuur en rechtspraak nadenken
over de constitutionele context waarbinnen ze werken en de functie die ze daarin
geacht worden te vervullen.
Organisatie van de bestuursrechtspraak: hoe zat het ook alweer?
Hoofdregel:
- bezwaar bij het bestuur (volledige heroverweging in bezwaar)
- Beroep bij de rechtbank
- Hoger Beroep Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS, tenzij:
Centrale Raad van Beroep (CRvB): sociale zekerheid geschillen
College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB): geschillen over economisch
bestuursrecht
Gerechtshof en cassatie Hoge Raad: belastingrecht
Publiekrechtelijke rechtshandelingen van bestuursorganen
Bestuursorgaan verstaan we:
Artikel 1:1, eerste lid, onder a en b, Awb
- Organen van rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld (a-organen)
De Staat, de provincie, de gemeente, het waterschap, alsmede alle (overige) lichamen
waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is toegekend (openbare
lichamen). Art. 2:1, eerste lid, BW.
Andere lichamen waarvan rechtspersoonlijkheid uit een bijzondere wet voortvloeit (art 2:1,
tweede lid, BW). Denk aan: Commissariaat voor de Media, SVB, UWV, etc.
- Een ander persoon of college van een privaatrechtelijke rechtspersoon, met enig
openbaar gezag bekleed (b-organen)
Wettelijke grondslag (bijv. uitvoering APK-keuringen)
Zonder wettelijke grondslag: ‘Betalen en bepalen’ (ABRvS 17 september 2014,
ECLI:NL:RVS:2014:3379 (het bestuur van de Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving
Schipholregio werd uiteindelijk niet als b-orgaan aangemerkt)
- Stichting was geld gebracht en criteria geformuleerd waar dat geld aan burgers kon
worden verdeeld die hinder ondervonden van schiphol verkeer. B-orgaan? Geen
wettelijke grondslag, daar kunnen onder omstandigheden dat er wel een publieke
taak aan is toegekend.
- 2 criteria: uitkering bepaald en betaald door overheidsorgaan? Dit geval was dat niet
zo, criteria waren niet gesteld door provincie of gemeente. Betalen ook niet door de
overheid, maar door Schiphol N.V. ingebracht.
Artikel 112 tweede lid: ‘Geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn ontstaan
kunnen worden opgedragen aan de rechterlijke macht of aan gerechten die niet tot de
rechterlijke macht behoren’ -> Geschillen aan burgerlijke rechter of bestuursrechter
opdragen.
, - Geschillen die verband houden met de uitoefening van een publieke taak -
publiekrechtelijke rechtsbetrekking.
Met 115 Grondwet wordt met administratief beroep een eind voorziening bedoeld, wat in
plaats van een rechter optreedt. Dit kan niet meer sinds Benthem arrest.
Publiekrechtelijke geschillen worden eng opgevat: als een besluit.
Wij hebben die geschillen in de Awb strikt opgevat als uitoefening van een publiekrechtelijke
bevoegdheid en het oordeel daarover (in beginsel) aan de bestuursrechter opgedragen.
Maar binnenkort verschijnt een rapport van de VAR-werkgroep (bevoegdheden van de
bestuursrechter). Niet beperken tot besluiten maar ook andere handelingen hierbij te
betrekken.
Artikel 2 WOR - rechterlijke macht definieert. (Rechtbanken, Gerechtshoven en de Hoge
Raad). 4 hoogste bestuurs rechters: RvS (centrale), CRB, CBB of belastingkamer HR
behoren niet tot de rechterlijke macht.. De bestuursrechter als bedoeld in artikel 1:4 Awb is
bevoegd kennis te nemen van geschillen over besluiten (artikel 8:1 Awb). De organisatie
van de hoogste bestuursrechters is voorwerp van voortdurende discussie.
De bestuursrechter zit deels in de rechterlijke macht en deels daarbuiten (1:4 Awb)
Rechtsbescherming tegen de overheid is echter een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
de burgerlijke rechter en bestuursrechter.
Deel 2: spanning tussen verschillende actoren in de trias politica (rechtspraak, bestuur en
wetgever)
Waar zit de bestuursrechter?
Nadenken over de indringendheid van de rechterlijke toetsing, de rechter mag wel iets
verder doorkijken. Hoe handen en voeten geven aan een evenredigheidstoetsing? Dit kan
ook leiden tot een aantasting van legitimiteit van de rechtspraak.
De belangrijkste inhoudelijke en procedurele rechtsnormen voor het handelen van bestuur
zijn te vinden in de wet - tegenwoordig vooral in de Awb.
- Voor het nemen van besluiten is een wettelijke bevoegdheid nodig
- Andere wettelijke normen - regeldichtheid in bestuursrecht is relatief groot.
- Normering door algemene beginselen van behoorlijk bestuur (a.b.b.b.)
(evenredigheidsbeginsel voorop)
In Nederland grote rechterlijke terughoudendheid - Art. 20 Grondwet de rechter mag niet
treden in grondwettigheid van wetten in formele zin. We zien dit ook in 8:3 Awb - avv mogen
geen beroep ingesteld worden. Politieke speelruimte kan beter aan het bestuur worden
overgelaten. Ook vanwege de specifieke deskundigheid.
Als rechterlijke toetsingsnorm zijn a.b.b.b. wel te beschouwen als een reactie op de
beslissingsruimte van het bestuur - compensatietheorie terug te voeren op Struycken.