Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Dit is een uitgebreide samenvatting van de celstructuur en -functie, deze is een samenvoegsel van PPT, eigen notities en cursus. Aan de hand van mijn samenvattingen slaagde ik voor al mijn examens van het 1ste semester. Veel succes!
Anatomie en Fysiologie Hogeschool Utrecht Alle colleges 1 tm 12 2024 compleet (verpleegkunde 1)
Alles voor dit studieboek
(510)
Geschreven voor
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Bachelor Verpleegkunde
Anatomie en fysiologie
Alle documenten voor dit vak (52)
Verkoper
Volgen
astridvd
Voorbeeld van de inhoud
De celstructuur en -functie
1. Het bestuderen van cellen
Het bestuderen van de structuur en functie van cellen wordt celleer/cytologie genoemd.
Er zijn verschillende celtypen in het menselijk lichaam.
Cellen bevinden zich in een waterig milieu, noodzakelijk voor homeostase – uitwisseling is
vereist (opname/afgifte)
Het plasmamembraan is een fysieke isolatie, onderscheid tussen:
- intra-cellulair
- extra-cellulair
Het cytoplasma bevat de kern + cytosol + organellen.
2. Het plasmamembraan
Algemene functies van het plasmamembraan zijn oa:
Fysieke isolatie
- maakt onderscheid mogelijk tussen intra- & extracellulair
- bepaalde verschillen moeten blijven bestaan omwille vd homeostase
Reguleren van de uitwisseling met de omgeving
- binnen neme van ionen en voedingsstoffen
- verwijderen van afvalstoffen
- afgeven van klierproducten (exit uit de cel via golgi apparaat)
Gevoeligheid voor de omgeving
- gevoelig voor veranderingen in het externe milieu
- plasmamembraan is de eerste plaats voor contact met extern milieu
- receptormoleculen: herkent moleculen en kan hierop reageren
Structurele stabiliteit
- door verbindingen tussen celmembranen
- door verbindingen tussen cytoskelet en plasmamembraan
- geeft stevigheid
Het plasmamembraan is buitengewoon dun (6-10nm) en bevat vetten, eiwitten en
koolhydraten.
,Membraanlipiden
Fosfolipiden vormen een belangrijke component van celmembranen. De fosfolipiden in een
plasmamembraan liggen in twee afzonderlijke lagen, waarbij de hydrofiele koppen aan de
buitenzijde en de hydrofobe vetstuurstaarten aan de binnenzijde liggen. Om deze reden
wordt het plasmamembraan vaak een fosfolipide dubbellaag genoemd. Dankzij deze
rangschikking staan de hydrofiele koppen van de twee lagen in contact met de
wateromgeving aan beide zijden van het membraan – de extracellulaire vloeistof buiten de
cel en de intracellulaire vloeistof binnen de cel. De hydrofobe staarten zullen zich niet met
water of geladen moleculen mengen; dankzij deze kenmerken kan het plasmamembraan als
een selectieve fysieke barrière optreden. In vet oplosbare moleculen en stoffen als zuurstof
en koolstofdioxide kunnen het vetgedeelte van een plasmamembraan passeren, maar ionen
en in water oplosbare verbindingen niet. Tussen de vetzuurstaarten liggen
cholesterolmoleculen en kleine hoeveelheden andere vetten. Cholesterol verstevigt het
plasmamembraan.
Membraaneiwitten
Het membraan is een soepel geheel. Membraaneiwitten zijn lokaal of vrij gebonden.
Transmembraaneiwitten hebben een volledige doorgang tussen intra- en extra cellulair.
Water en in water opgeloste stoffen kunnen erdoor. De enige beperking is de omvang en de
vorm van de stof tov de diameter van het transmembraaneiwit. Er zijn dus
membraaneiwitten met slechts een gedeeltelijke doorgang.
Membraaneiwitten kunnen fungeren als:
- receptoren: gevoelig voor hormonen
- kanaaleiwitten: doorgang voor ca-ionen bij spiersamentrekking
- dragereiwitten: input van glucose
- enzymen: katalyseren reacties
- verankeringseiwitten: hechting aan het cytoskelet – geeft stevigheid en vorm aan de cel en
het membraan
- herkenningseiwitten: onderscheid is mogelijk tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde
stoffen, herkenning van lichaamsvreemde antigenen, lichaam reageert hierop
2
, Membraankoolhydraten
Koolhydraten vormen complexe moleculen met eiwitten of vetten aan het buitenste
oppervlak van het plasmamembraan. Koppelen met vetten (glycolipide) en eiwitten
(glycoproteïnen).
Koolhydraten fungeren als:
- smeermiddel en kleefmiddel voor de cel
- receptor voor extracellulaire verbindingen
- onderdeel van herkenningssysteem voor lichaamsvreemde stoffen
3. Diffusie en filtratie zijn passieve transportmechanismen
De doorlaatbaarheid of permeabiliteit van het plasmamembraan is de eigenschap waardoor
precies wordt bepaald welke stoffen het cytoplasma in of uit kunnen gaan.
Permeabiliteit is afhankelijk van:
- de omvang van de stof
- de elektrische lading
- de vorm van het molecuul
- de oplosbaarheid van de stof in vet
- combinatie van deze factoren
De verplaatsing van een stof door een membraan kan passief (vereist geen energie) of actief
(verbruikt energie) zijn.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper astridvd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.