EXTRA OEFENSTOF STRAFRECHT 6e
semester AJM ZD maart 2013
1. Artikel 188 van het Wetboek van Strafrecht luidt:
“ Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het
niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de derde categorie”.
In deze strafbepaling ontbreekt de
a. sanctienorm c. delictsomschrijving
b. kwalificatie d. strafbaarstelling
2. Johan, een politieman in burger, komt tijdens het stappen op zijn vrije avond
een vrouw tegen. Hij weet dat deze vrouw door de politie gezocht wordt omdat
zij wordt verdacht van oplichting. Hij lokt de vrouw met smoesjes mee naar zijn
huis en sluit haar op, zodat zijn collega’s haar de volgende dag kunnen ophalen
voor verhoor op het politiebureau. Mag dit ?
a. ja, want ook al is Johan een burger, hij blijft een opsporingsambtenaar
b. ja, want oplichting is een strafbaar feit en het onderzoek van de politie heeft
bewezen dat de vrouw zich hieraan heeft schuldig gemaakt
c. neen, want dit is in strijd met artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering
d. neen, want alleen de Officier van Justitie mag een verdachte aanhouden en
vervolgen
3. Op de terechtzitting in een strafzaak wordt de verdachte uitvoerig door de
rechter ondervraagd. Dit gebeurt
a. gelijk aan het begin van de terechtzitting nadat de rechter de verdachte naar
zijn naam en zijn woonplaats heeft gevraagd
b. na het requisitoir van de Officier van Justitie
c. nadat de rechter getuigen en deskundigen heeft gehoord
d. na het pleidooi van de raadsman
4. De manier waarop de rechter of de rechters tot een uitspraak komen is in de
wet geregeld. Er zijn juridisch-technische vragen (of formele) en inhoudelijke of
materiële vragen. Een voorbeeld van een juridisch-technische vraag is of
a. het feit strafbaar is c. of de rechter bevoegd is
b. of er een straf of een maatregel d. of de dader strafbaar is
moet worden opgelegd
5. Paul is door de rechter voor afpersing veroordeeld tot een gevangenisstraf van
3 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met
aftrek van de tijd doorgebracht in voorlopige hechtenis. Paul zit reeds 3
maanden vast en hij gedraagt zich in detentie niet echt voorbeeldig. Er zijn best
veel problemen met Paul. Paul moet na zijn veroordeling nog in de gevangenis
zitten
a. 3 jaar, dus 36 maanden c. 27 maanden
b. 30 maanden d. 2 jaar, dus 24 maanden
6. De politie kan spullen die te maken hebben met een strafbaar feit tijdens het
onderzoek in beslag nemen. Dit is een voorbeeld van
a. een straf c. een dwangmiddel
b. het ontnemen van het wederrechtelijk d. een maatregel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LisaDanique. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.