BHV Algemeen
1.1. Inleiding
In de Arbowet is opgenomen dat het verplicht is voor werkgevers om minimaal één BHV’er aan te
stellen. Het aantal BHV'ers is afhankelijk van onder andere de grootte van het bedrijf of de instelling,
de risico's, het aantal aanwezigen inclusief bezoekers en het aantal niet- zelfredzame personen.
De werkgever bepaalt het juiste aantal BHV’ers op basis van de Risico Inventarisatie & -Evaluatie
(RI&E). Met een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) worden de veiligheids- en
gezondheidsrisico’s binnen een bedrijf in kaart gebracht. Kijk voor meer informatie op RIE.nl
De werkgever dient eerste hulpmiddelen (zoals een verbanddoos en blusmiddelen) en juiste
persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen. De BHV’er moet de BHV-taken
verrichten naast zijn reguliere werkzaamheden.
Taken van de BHV'er bij een incidentmelding
Na een incidentmelding gaat de BHV'er naar de plaats van het incident. Liefst samen met een tweede
BHV'er. De BHV'er neemt bij mogelijk letsel een EHBO-doos en eventueel een AED mee. Bij een
brandmelding wordt een draagbaar blusmiddel meegenomen.
De BHV’er zorgt dat hij zo snel inzicht krijgt in de situatie die hij aantreft. De BHV'er gaat geen risico's
aan die de veiligheid in gevaar brengt. Ook het mogelijke gevaar voor het slachtoffer of omstanders.
Een BHV’er is geen brandweerman of ambulanceverpleegkundige. Hij heeft daar geen opleiding voor
en beschikt ook niet over de persoonlijke beschermings- en hulpmiddelen.
De BHV'er beoordeelt of hij zelf hulp (Eerste hulp, Brandbestrijding, Ontruiming) kan verlenen of dat
hij 112 moet (laten) bellen. De centralist stelt vragen om aan de hand van de antwoorden te bepalen
welke hulpdienst nodig is. Ook kan hij aanwijzingen geven hoe verder hulp te verlenen. Als de situatie
wijzigt, beoordeelt de BHV'er de situatie opnieuw.
De BHV'er vangt hulpdiensten (ambulance, brandweer of politie) op en licht ze in. Hij koppelt de
actuele situatie terug naar het management. Het management kan direct maatregelen nemen zoals
het alvast regelen van slachtofferhulp. Samen met het management evalueert hij het functioneren
van de BHV-organisatie na afloop .
1.2 Incident of calamiteit
,In het bedrijf waarin de BHV’er werkzaam is kunnen zich verschillende situaties voordoen, waarbij de
BHV’er moet optreden om een slachtoffer te helpen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een
incident en een calamiteit:
• een incident is een voorval of gebeurtenis die ingrijpen noodzakelijk maakt, maar de dagelijkse gang
van zaken niet verstoort;
• een calamiteit is een gebeurtenis die de dagelijkse gang van zaken ernstig verstoort en het
bedrijfsproces geheel of gedeeltelijk stillegt.
Het voorkomen van calamiteiten is belangrijk. Van een BHV’er mag worden verwacht dat hij
bijvoorbeeld regelmatig de aanwezige vluchtwegen controleert.
1.3 De BHV-organisatie
Bij een groot bedrijf kan een BHV-organisatie worden opgezet met ploegleiders en eventueel een
Hoofd BHV.
Het is altijd beter om hulp te verlenen samen met een andere BHV'er bij (een melding van) letsel,
brand of andere calamiteit.
Herkenbaarheid van de BHV'er
Het is, vooral bij ontruiming, wenselijk dat de BHV’er als zodanig herkenbaar is. Hij trekt hiervoor een
(oranje of geel) hesje aan of een armband met daarop de aanduiding BHV.
De meldorganisatie
De BHV’er moet weten hoe de meldorganisatie in elkaar zit om goed te kunnen functioneren. Ieder
bedrijf heeft een specifieke meldorganisatie.
De ontdekker van een incident meldt dit zoals in het bedrijf is afgesproken.
Een melding van een brand, ongeval of een verzoek om hulpverlening kan op meerdere manieren:
• telefonisch, via portofoon en/of mondeling;
• met automatische brandmelders of een brandmeldinstallatie (BMI);
• vanuit andere hulpverleningsdiensten, bijvoorbeeld ambulancedienst en politie.
De BHV'er wordt gewaarschuwd en onderneemt hierop actie. Hij zorgt dat hij binnen enkele minuten
op de plaats van het incident is. Liefst samen met een andere BHV'er. De bedrijfshulpverlener maakt
altijd melding van een incident waarbij hij een taak heeft verricht of gaat verrichten. Als de melding
niet volgens de in het bedrijf vastgelegde procedure gedaan kan worden, moet het alarmnummer
112 (spoedeisend) of 0900-8844 gebeld worden.
Inroepen van professionele hulp
Laat, als de situatie dat vereist, de tweede hulpverlener of een omstander om hulp vragen (via het
interne meldsysteem of rechtstreeks) zodat je zelf bij een slachtoffer kunt blijven. Vraag hem om
daarna meteen terug te komen.
Als er geen tweede hulpverlener of omstander is, gebruik je jouw mobiele telefoon om te bellen. Zorg
dat de belangrijkste telefoonnummers in je contacten staan zodat je snel kunt bellen.
,112 is de centrale meldkamer voor het aanvragen van een ambulance, politie of brandweer bij direct
levensbedreigende situaties, ernstige ongevallen of ziekten in bedrijven of in de openbare ruimte.
De centralist kan je onder andere om de volgende informatie vragen:
• het adres, om alvast de hulpdienst op weg te sturen;
• je naam;
• de aard van het ongeval;
• wat er is gebeurd;
• het aantal slachtoffers;
• de toestand van de slachtoffers;
• op welk nummer er teruggebeld kan worden.
Als de professionele hulpverleners zijn gearriveerd, ga je door met het verlenen van hulp. Zij bepalen
wanneer je kunt stoppen en de hulpverlening van je overgenomen wordt.
Voorpostfunctie
De BHV’er heeft een voorpostfunctie. Hij verleent Eerste Hulp, bestrijdt een beginnende brand en
start zo nodig met ontruimen. Hij overbrugt de tijd tot professionele hulpverleners ter plaatse zijn. De
ambulance moet binnen 15 minuten ter plaatse zijn. Brandweer en Politie binnen 8 minuten.
Gidsfunctie
De externe hulpverleningsdiensten zijn opgeleid en getraind voor hun taken. Zij hebben geen
specifieke kennis van elk bedrijf binnen hun verzorgingsgebied.
De BHV’er is, gezien zijn opleiding en training, redelijk bekend met de werkwijze, taken, procedures
en bevoegdheden van de externe diensten.
De externe hulpverleners zullen, vooral in complexe gebouwen en op omvangrijke terreinen,
onvoldoende bekend zijn met de onheilslocatie. Ze doen, om snel ter plaatse te kunnen zijn, een
beroep op de gidsfunctie van de bedrijfshulpverleners.
De BHV'er vangt de externe hulpverleningsdiensten op bij de toegang van het terrein waarop het
bedrijf zich bevindt. Hij begeleidt ze naar de plek des onheils en staat ze bij.
, De bedrijfshulpverleningsorganisatie zorgt ervoor dat bij de receptie/portiersloge een informant is,
die antwoord kan geven op de volgende vragen:
• Wat is er aan de hand?
• Zijn er (nog) mensen in gevaar en zo ja, hoeveel?
• Zijn er slachtoffers en zo ja, hoeveel en waar bevinden zij zich?
• Wordt er al actie ondernomen? Zo ja: door wie en wat doen die personen?
• Zijn er gevaren die de hulpverlening kunnen bemoeilijken of juist vergemakkelijken?
• Hoe is de exacte locatie waar de professionele hulp nodig is te bereiken?
De informant kan zijn: de receptionist(e), de portier of de bedrijfshulpverlener die naar de
receptie/portiersloge wordt gestuurd.
De hulpverleningsdiensten hebben behoefte aan plattegronden of informatiekaarten. De volgende
informatie kan daarop worden gevonden:
• gebouw(en)- en terreinindeling;
• bestemming van de ruimten en/of terreinen;
• plaatsen waar eventueel gevaren kunnen ontstaan;
• plaatsen waar zich Eerste Hulp middelen, AED's, brandbestrijdings- en overige
hulpverleningsmiddelen bevinden.
De meest geschikte plaats voor de plattegronden en informatiekaarten is de receptie of portiersloge.
De externe hulpverleningsdiensten melden zich daar het eerst. Meldpanelen van de
beveiligingssystemen voor brand, inbraak, wateroverlast, storingen en dergelijke bevinden zich daar
meestal ook.
In sommige bedrijven is buiten de normale werktijden niemand aanwezig. De deuren kunnen op slot
zijn, al dan niet met automatische beveiliging. Er kan een bewakingsfunctionaris of bewakingsdienst
aanwezig zijn. Er zijn bedrijven waar in ploegendienst gewerkt wordt buiten de normale werktijden.
Met de externe hulpverleningsdiensten moet afgesproken worden hoe de gebouwen en ruimten dag
en nacht toegankelijk zijn. Dit is met name van belang voor bedrijven waar beveiligingsinstallaties
met automatische doormelding aanwezig zijn.