Bedrijfseconomie H1
Bedrijf, omgeving en ondernemingsplan
Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen personen die een bepaald doel nastreven
Een organisatie die naar winst streeft wordt een onderneming of bedrijf genoemd
Organisaties die niet streven naar winst worden non-profitorganisaties genoemd.(vaak
overheidsinstellingen als ministeries, provincies,gemeenten)
De werkzaamheden van een organisatie kunnen bestaan uit:
- Maken van producten(productieonderneming)
- verplaatsen van goederen(transportonderneming)
- Leveren van diensten(reisbureau en advocatenkantoor)
Bij het uitvoeren van de activiteiten moet iedere organisatie rekening houden met de omgeving. Tot
de omgeving behoren o.a.
- Degenen met wie de organisatie zaken doet(leveranciers en afnemers)
- Maar ook de omwonenden en de overheid
Belangrijkste externe relaties(hebben een wisselwerking met de organisatie, willen iets van de
organisatie) van een organisatie:
- Leveranciers, klanten, werknemersorganisaties, concurrenten,
- Accountants(financiële gegevens die nodig zijn voor de balans, winst-verlies etc.)
- verschaffers van vreemd vermogen(jaarcijfers)
- belastingdienst(willen alle informatie over omzet,afzet)
- overheid(vergunningen,BTW)
- Verschaffers van eigen vermogen(aandelen)
- Beleggingsadviseurs, werkgeversorganisaties
De contacten tussen een organisatie en haar omgeving is een tweerichtingsverkeer: dus van binnen
naar buiten en van buiten naar binnen.
Iedere externe relatie heeft specifieke wensen wat betreft de informatie die ze van de organisatie
willen, externe relaties kunnen ook eisen stellen aan de organisatie.(belastingwetten,
milieuvoorschriften)
Bedrijfsbeslissingen= iedere beslissing binnen een organisatie die leidt tot financiële gevolgen(bijv.
het besluit van een onderneming om een reclamecampagne te voeren of het besluit van een
ziekenhuis om een nieuw scanapparaat aan te schaffen)
Degene die een besluit moet nemen, heeft vooraf informatie nodig die relevant is voor de te nemen
beslissing, bij het nemen van deze beslissingen spelen allerlei argumenten een rol. Voordat een
besluit genomen wordt, moeten de beslissers nadenken over de mogelijke financiële gevolgen. Ook
na de beslissing moeten deze gevolgen worden vastgelegd en worden doorgesproken met de
belanghebbenden.
,Het financieel beleid en verantwoording bij bedrijven wijkt niet veel af van wat we in de privésfeer
doen, alleen de omvang ervan wel.
Organisatiedoelstelling= leidraad voor ieders handelen binnen de organisatie
De organisatiedoelstelling moet regelmatig en duidelijk met alle participanten besproken worden,
iedereen binnen de organisatie moet van de doelstelling op de hoogte zijn zodat iedereen er naar
kan handelen en dit kan afstemmen.
Strategie van een organisatie= de globale beschrijving van het doel van de organisatie(vaak erg
algemeen, biedt onvoldoende houvast voor medewerkers)
Daarom wordt de strategie vertaald in concrete doelstellingen, in deze doelstelling komt bij veel
organisaties ook een financieel doel voor
Om de doelstellingen onder de aandacht van de medewerkers te brengen, kan de leiding
bijeenkomsten(vergaderingen) houden
Om een organisatie als een samenhangend geheel te laten werken zijn de volgende dingen
noodzakelijk:
- Communicatie over de doelstellingen van de organisatie
- Coördinatie van de activiteiten
- Samenwerking tussen de verschillende medewerkers
Zonder communicatie, coördinatie en samenwerking kan een organisatie ontaarden in een chaos,
waarbij de verschillende individuen slechts hun persoonlijke belangen nastreven
Bij het nastreven van de doelstelling moet rekening gehouden worden met:
- Financiële beperkingen
- De belangen van andere groeperingen in de maatschappij(de omgeving), bijv. wettelijke
voorschriften, eisen van werknemersorganisaties en de wensen van de consumenten
Een hogere afzet leidt niet automatisch tot een hogere winst. Felle concurrentie kan ertoe leiden dat
de prijzen onder druk komen te staan
Een onderneming moet steeds weer reageren op veranderingen in de omgeving
Commerciële organisaties hebben als kenmerk dat zij met hun activiteiten een positief financieel
resultaat willen behalen.(streven naar winst) opbrengsten groter dan de kosten
Een organisatie is een opeenvolging van goederen- en geldstromen, waarbij het primaire proces
centraal staat
Met het primaire proces van een organisatie wordt bedoeld: die activiteiten van een organisatie die
rechtstreeks samenhangen met het product dat de organisatie voortbrengt of de dienst die zij levert
De middelen die een organisatie gebruikt voor het primaire
proces(gebouwen,machines,grondstoffen en hulpmiddelen) worden productiemiddelen genoemd
,Tijdens een productieproces vormen arbeid, machines, grondstoffen,hulpmiddelen en energie de
input
Het product dat wordt geleverd aan de afnemer is de output
In- en uitgaande geldstromen: om over productiemiddelen te kunnen beschikken moet een
onderneming een tegenprestatie leveren, dit meestal in de vorm van een geldbedrag. Betalingen
leiden tot een uitgaande geldstroom. De onderneming ontvang van haar klanten geld voor de
geleverd producten en/of diensten en dit leidt tot een ingaande geldstroom.
Liquide middelen: dit zijn de geldmiddelen waarover een onderneming beschikt.
Voorraad liquide middelen= het kassaldo en de (positieve of negatieve) saldi van de
bankrekening(rekeningcourant)
Om de hoeveelheid liquide middelen te bepalen, moeten we zowel naar de hoeveelheid geld in kas,
als naar het saldo op de lopende rekening bij de bank kijken
De voorraad liquide middelen aan het einde van een periode = voorraad liquide middelen aan het
begin van een periode+geld-ontvangsten – gelduitgaven
Eigen vermogen= geld afkomstig van de eigenaren van de onderneming
Vreemd vermogen= geld afkomstig van personen of instellingen buiten de
onderneming(banken,familieleden of vrienden)
Voor vreemd vermogen geldt dat het geleende bedrag in de toekomst terugbetaal moet
worden(afgelost) en dat de onderneming rente(interest) moet betalen over het bedrag
Het aantrekken(opnemen) van vreemd vermogen leidt tot een ingaande geldstroom.
De betaling van aflossing en rente leidt tot een uitgaande geldstroom.
Onder vreemd vermogen worden ook de schulden van een onderneming aan haar leveranciers die
goederen op rekening hebben geleverd gerekend.
Bij een NV of BV wordt het gedeelte van de winst dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd,
dividend genoemd
Niet genoeg liquide middelen? Dan lenen op de vermogensmarkt:
- Banken(rente,aflossing)
- Aandeelhouders(dividend)
De vermogensmarkt = het geheel van vraag naar en aanbod van eigen en vreemd vermogen.
Secundaire geldstromen = de geldstromen van en naar de vermogensmarkt
Primaire geldstromen= alle andere geldstromen(die bijna volledig worden veroorzaakt door de
goederenstromen in verband met het primaire proces)
, De medewerkers van een organisatie zijn een belangrijke, zo niet de belangrijkste productiefactor.
De arbeidskosten maken een belangrijk onderdeel uit van de kosten(vooral bij dienstverlening).
Een efficiënt gebruik van: Arbeid, is van grote invloed op de financiële resultaten van een organisatie.
Voorbeelden van onzekere factoren die invloed hebben op de toekomstige geldstromen van een
bedrijf:
- Hoogte van de interestvoeten
- Overheidbeleid ten aanzien van het milieu
- Arboregelgeving en wijzigingen in de belastingtarieven
Bij het starten van een eigen onderneming moet een ondernemingsplan worden opgesteld.
Bij het opstellen hiervan moet rekening gehouden worden met de omgeving van de
onderneming. Starten ondernemers bezitten meestal niet alle kennis om een goed
ondernemingsplan te kunnen opstellen, zij kunnen dan beroep doen op instanties, zoals de
KvK en op externe adviseurs onder wie accountants, belastingadviseurs en juridisch adviseurs
Globale opzet van een ondernemingsplan:
- 1.Idee. Check persoonlijke kwaliteiten/ideeontwikkeling, (beschik ik over de nodige
capaciteiten, welke product/dienst, welke vestigingsplaats, met wie zet ik het bedrijf op,
globale marktverkenning)
- 2.Voorschrijften. Check wettelijke voorschriften en regelingen, (vestigingsvergunningen,
rechtsvorm,vestigingsplaats,bestemmingsplan,bouwvergunning,Hinderwet etc)
- 3. Markt. Marktverkenning en onderbouwing van de omzetverwachting, (doelgroep: aantal
afnemers, aantal concurrenten, verwacht marktaandeel, omzetschatting)
- 4.Financieel plan. Openingsbalans.
Debet: investeringsbegroting – pand –machines – inventaris – voorraden- kosten aanloopfase
Credit: financieringsmogelijkheden – eigen middelen – familieleningen – bankleningen –
leverancierskredieten – subsidies/overige kredieten
Exploitatiebegroting: - omzet –
kosten:inkoopkosten,personeelskosten,onderhoudskosten,reclamekosten etc. –
renteverplichtingen – afschrijvingskosten – resultaat: blijft er voldoende over voor eigen
levensonderhoud?
Liquiditeitsprognose: - ontvangsten per maand, betalingen per maand
- 5. Beslissing. Beslissing: wel of niet starten
Enkele aspecten voor een ondernemer die van belang zijn voor het starten van een onderneming:
- Eigenschappen van de ondernemer(iniatief, hard werken, beslissingen nemen en
eindverantwoordelijk zijn, besluitvaardig, beseffen dat je een zeker financieel risico loopt)
- De ideeontwikkeling(creatief persoon, steeds nieuwe ideeën ontplooien en deze concreet
maken tot acties en deze ideeën uitwerken in concrete producten, achterhalen of er
voldoende vraag is, er moet een globale verkenning van de markt gemaakt worden)