100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Microbiologie 2.1 | Begrippen €6,44   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Microbiologie 2.1 | Begrippen

7 beoordelingen
 217 keer bekeken  4 keer verkocht

Alle begrippen die je moet leren voor het tentamen van microbiologie in periode 2.1. Succes met leren!

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 3 september 2018
  • 6
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

7  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: fayevdv • 2 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: CelineSophie • 2 jaar geleden

Dankjewel Faye! Op naar die 10!

reply-writer-avatar

Door: CelineSophie • 2 jaar geleden

Dankjewel fayevdv!! Succes met studeren.

review-writer-avatar

Door: lorindevanharten • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: CelineSophie • 3 jaar geleden

Bedankt voor je recensie Lorinde, succes met leren! Zet hem op!

reply-writer-avatar

Door: CelineSophie • 3 jaar geleden

Antwoord verwijderd door de gebruiker

review-writer-avatar

Door: kgougouch • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: CelineSophie • 3 jaar geleden

Bedankt voor je recensie! Succes met studeren.

review-writer-avatar

Door: nbcdegroot • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: irisbruin • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sdubbeld • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: davidrahusen • 5 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: CelineSophie • 5 jaar geleden

Bedankt voor je geweldige recensie davidrahusen! Succes met het komende tentamen. Groetjes Celine

avatar-seller
CelineSophie
Samenvatting microbiogogie 2.1 op basis van agge begrippen


(schuin geschreven zijn ezelsbruggetjes)

Begrippen:

 Micro-organismen: bacteriën, schimmels, gisten
 Niet-micro-organismen: virussen, protozoa, wormen
 Eukaryotsche ceg: volledige opbouw, bevat organellen en celkern (planten, dieren, schimmels, gisten
en algen)
 Prokaryotsche ceg: simpele opbouw, geen duidelijke celken, DNA los in cytoplasma (bacteriën)
(probiotica = goeee ear䧀bacterie)
 Taxonomie: indeling eukaryotsch prokaryotsch
 Binomage nomancgatuur: organismen aangeduid met Geslachtsnaam, soortnaam
 Binaire deging: ongeslachtelijke voortplantng van bacteriën
 Bacterievorm: belangrijkste: bolvorm (coc), staafvorm, spiraalvorm
 Fgageggen: zweepdraden waarmee coccen (bolvorm) zich voortbewegen
 Coccen: bolvormige bacteriën, in verschillende vormen door onvolledige deling
 Staafjes: staafvormige bacteriën komen alleen of in ketens voor
 Spiraagvormige: spiraalvormige bacteriën, individueel (vibrio’s en spirillen)
 Morfogogische kenmerken: uiterlijke kenmerken van micro-organismen
 Gramnegatef/grampositef: zegt wat over de samenstelling van de celwand
 Gramnegatef: dunnere celwand, kleur: roze (negatieve skinny-bitch) – is roze van kleur (louriserenee
lelijke roze naveltruitjes woreen geeragen eoor skinny bitches)
 Grampositef: dikkere celwand, kleur: paars (positieve gezellige eikkere) – kan in lucht overleven – is
paars van kleur (P van paars en P van positiee)
 Enterobacteriaceae: belangrijke groep gramnegatevee staafvormige (ee negatieve skinny bitches
enter the club)
 Baciggaceae: grampositefe staafvormig (clown Basi is eik, gra䧀positieve zijn eikkeres)
 Spoorvorming: familie: Bacillaceae kunnen sporen vormen, (geslachten: bacillus, clostridum)
 Sporenvormers: bacterieën die sporen vormen: bacillus, clostridum (eit eoen alleen positieve eikkers –
laten eiepe voetsporen achter) – kunnen beter tegen hite dan vegetateve cellen, kunnen verhitng
overleven
 Endospore: spore gevormd door de bacterie cel (voornaamste doel overleven)
 Aerobe: zuurstof nodig voor groei, zonder zuurstof stopt de groei
 Anearobe: geen zuurstof nodig, zuurstof is gifig
 Facugtatef anearoben: maakt niet uit of er wel of geen zuurstof is voor de groei
 Micro-aerobiefegen: hebben klein beetje zuurstof nodig (verlaagde zuurstofspanning)
 Phatogenen: bacteriën die zieke veroorzaken - Exotoxinen alleen door Gram positef, Endotoxinen in
celwand Gram negatef
 Toxinen: gifstofen (2 soorten exotoxinen en endotoxine)
 Exotoxinen: (exo=naar buiten) kleine eiwiten die tjdens de stofwisseling van de cel gevormd worden
en worden uitgescheiden in hun omgeving -> leidt tot ziekte
 Endotoxinen: (endo=naar binnen): onderdeel celwand, bacterie word niet uitgescheiden, inname van
grote hoeveelheid -> ziekte
 Fungi: schimmels en gisten - eukaryoten
 Basidiomyceten: schimmels en gisten (o.a. paddestoelen)
 Zygomyceten: alleen schimmels van lagere soorten
 Ascomyceten: gisten en schimmels
 Deuteromyceten: gisten en schimmels (penicillium, aspergillus, fusarium) – kunstmatge groepering
van organimsen, geslachtelijke verandering is nog niet waargenomen

,  Schimmegs: meercellige micro-organismen met pluizig uiterlijk – kan in lucht overleven
 Hyfen: schimmeldraden
 Mycegium: netwerk van schimmeldraden (hyfen) (Hyves – was vroeg een sociaal-Netwerk)
 Septa: tussenschoten van de schimmeldraden (septa: separaton)
 Schimmeg voortpgantng: door vorming sporen of door geslachtelijke- of ongeslachtelijke
voortplantng
 Biogogische kenmerken: m.b.t. gisten: gebruik en of vergistng van suikers
 Mycotoxinen: gifstofen van schimmels
 Gisten: eencellige schimmels, facultatef anaeroob, eukaryoot – ronde tot ovale vorm soms hoekig,
10x groter dan een bacterie, zowel geslachtelijk als ongeslachtelijke voortplantng, worden ingedeeld
op morfologische en biologische kenmerken
 Virussen: niet levende organismen, geen cellulaire bouw, geen eigen stofwisseling, kennen
verschillende gastheren - De via voedsel overgedragen virussen zijn behoorlijk stabiel buiten de
gastheer en kunnen lange tjd overleven op oppervlakken of in voedsel, ook zijn ze goed bestand tegen
ongunstge invloeden als lage pH en desinfectemiddelen. Goed verhiten is de enige manier om de
virussen te inactveren. – voedsel besmetng met virussen komt vaak door besmetng feces
 Faag: Een virus die zich alleen in een bacteriecel kan vermenigvuldigen
 Bederf: achteruit gang kwaliteit veroorzaak door lastge bacteriën - vormen van bederf: chemisch,
enzymatsch, fysisch, microbieel
 Chemisch bederf: veroorzaakt door chemische reacte tussen verschillende bestanddelen van het
voedsel of tussen de bestanddelen en zuurstof (oxidate) – bv. Rans worden vet
 Enzymatsch bederf: treedt op door reactes die worden gekatalyseerd (versnelt) door enzymen
afkomstg uit het product of gevormd door het micro-organisme (zoals bruinkleurig appel na snijden)
 Fysisch bederf: o.a. mechanische beschadigingen zoals vorstschade en uitdroging van levensmiddelen
 Microbieeg bederf: tjdens groei van micro-organismen produceren ze enzymen -> die zijn instaat
voedingsbestandsdelen af te breken of om te zeten. – sprake van indien 10.000.000 kiemen per
gram ml, dit geld niet voor gefermenteerde producten – het levensmiddel moet eerst besmet worden
voordat microbieel bederf kan plaatsvinden (vuistregel 10 7 bacteriën per gram product: bederf)
 Gefermenteerde producten: levensmiddelen die worden geproduceerd dankzij groei van micro-
organismen – de enzymen van micro-organismen zorgen voor omzetng afraak van grondstofen
waardoor smaak, geur, consistente, verteerbaarheid en houdbaarheid in gunstge zin veranderen
 Saccharomyces cerevisiae: gist wat gebruikt word bij bereiding van brood, bier en wijn (cerevisa klinkt
als cervesa : bier in het spaans)
 Functe gist in fermentate: gist zet suiker om in alcohol en koolzuur.
 Megkzuurbacterie: zet suiker om in melkzuur, onmisbare bacterie bij producte yoghurt, kaas,
snijworst
 Besmettingsbronnen: mensen, apparatuur, leidingen, oppervlakken, lucht, dieren,
verpakkingsmateriaal, water
 Staphygococcus aureus: Pathogene bacterie die mensen bij zich dragen – indicator hygiënische
werkwijze en handhygiëne
 Huidfora: verdeeld in 2 groepen: residente en transiënte micro-organismen
 Residente micro-organismen: soorten die op de huid thuishoren (ee huie is hun resieentie)
Belangrijke zijn: micrococcen, stafylococcen, propionibacteriën, corynebacteriën
 Transiënte micro-organismen: soorten die toevallig op de huid ziten, besmetng. .unnen zich niet
vermenigvuldigen (trans: transporteren zich)
 Enterobacteriaceae: darmbacterie
 Biofgm: Een slijmlaag van bacteriën zorgt ervoor dat bacteriën beter op hun plek blijven en moeilijk te
verwijderen zijn, de bioflm kan zich aan voedsel hechten -> besmetelijk (voorbeeld van bioflm:
tandplak)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CelineSophie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,44. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,44  4x  verkocht
  • (7)
  Kopen