Voedingsleer samenvatng
Les 1 –kennistransfer
Wat is keto-acidose:
Ketoacidose is een bijzondere vorm van acidose die kan optreden bij mensen met diabetes mellitus
ofwel suikerziekte. In geval van ketoacidose is er sprake van ophoping van ketolichamen
(acetoacetaat, aceton en bèta-hydroxybutyraat) in het bloed dat daardoor zuur wordt.
Wanneer kan keto-acidose optreden bij een diabeet:
In sommige situates kan het voorkomen dat er veel glucose in de bloedbaan zit en dat er te weinig
insuline in het lichaam is gekomen (bijvoorbeeld bij ziekte of bij een defecte insulinepen of
insulinepomp). Het teveel aan glucose zal in het bloed blijven circuleren. Zo ontstaat een
hyperglycaemie (een te hoge bloedglucosewaarde). Door het ontbreken van insuline, kan glucose
niet in brandstof omgezet worden. Daarom gaat het lichaam andere energiebronnen aanspreken. Dit
zijn vooral de veten die opgeslagen zijn in het lichaam. Bij verbranding van veten komen er ketonen
vrij. Ketonen zijn zuren waardoor het bloed zuur wordt. Er is dan sprake van een keto-acidose.
Wat gebeurt er dan precies metabool?
Het lichaam heef insuline nodig om glucose op te nemen uit het bloed. Insuline zorgt ervoor dat
glucose kan worden opgenomen in de lever en spieren waar het omgezet wordt in glycogeen. Bij
patiënten met diabetes mellitus type I is er geen of onvoldoende insuline aanwezig. Dat heef tot
gevolg dat het lichaam, ondanks een hoge glucosevoorraad in het bloed, toch die glucose niet kan
gebruiken voor de energievoorziening. Er wordt dan overgeschakeld op de verbranding van
veten, ketose genaamd. Voor deze vetverbranding zijn coenzym A-moleculen nodig. Deze coenzym
A-moleculen worden gevormd uit glucose. Echter, omdat het lichaam nu geen glucose kan gebruiken,
moet worden overgegaan tot het afreken van eiwiten om deze coenzym A-moleculen te vormen.
Het afreken van eiwiten (onder andere gevonden in spieren) leidt tot verzuring. Verder worden bij
de vetverbranding uit de lichaamsveten ketonen gevormd voor energie. Deze ketonen komen
terecht in de bloedbaan. Normaliter zijn de ketonen zelf niet gevaarlijk en brandstof voor de
vetverbranding; echter, omdat er wat glucose nodig is voor de vetverbranding en deze door het
insulinetekort niet in de cellen zit, worden de ketonen nu niet verbrand en hopen de ketonen op.
Doordat ketonen zuur zijn verzuurt het bloed en ontstaat er een acidose.
Insuline is nodig om glucose op te nemen diabetes patiënten reageren minder op insuline die
gemaakt is door alvleesklier gevolg hiervan: lichaam kan ondanks een hoge glucose voorraad de
glucose niet gebruiken voor energie lichaam heef toch energie nodig dus er wordt
overgeschakeld op verbranding van vete -- ketose ketonen worden gevormd ketonen komen
terecht in de bloedbaan ketonen worden niet verbrand, omdat er glucose nodig is en deze niet
aanwezig zijn in de cellen door het insuline tekort de ketonen worden dus niet verbrand en hopen
op de ketonen zijn zuur, daarom verzuurt het bloed en onstaat er acidose.
Diabetes type 2: wel insuline, maar minder gevoelig
Diabetes type 1: wordt geen insuline aangemaakt
, Glucose (6 koolstofatomen)
1 glucose = 2 pyrodruivenzuur
2 Acetyl CoA -- bindt met oxaalijzijnzuur -- citroenzuur ontstaat
1.Om de citroenzuurcyclus in te komen heb je oxaalazijnzuur nodig, deze krijg je door glucose vanuit
pyrodruivenzuur, dus bij diabetes patiënten die geen glucose opnemen krijgen minder oxaalazijnzuur
2.Proces van glucose naar de citroenzuurcyclus via: glucose pyro acetyl citroenzuur gebeurt
in de cel. Bij diabetes type 2 wordt er minder insuline vrij gegeven en wordt dus ook minder glucose
opgenomen in de cel waardoor dit proces verstoord wordt.
3. het kan hierdoor ook niet de weefsels in omdat er geen insuline is (als je glucose nodig hebt in de
spier bijv.)
Als je ’s ochtends wakker wordt nuchter (met normale voeding dag ervoor) dan heb je ongeveer 3%
van je energiestofwisseling ketonlichamen, na 3 dagen vasten is dit al 30%.
- in ons bloed zijn altjd ketonlichamen aanwezig (in kleine mate)
-In normale toetstand worden de ketonlichamen weer omgezet tot acetyl CoA
Week 2 natrium en kalium
Natrium
Wat is de functe, waar is het
voor?
Natrium is een mineraal. -- positef geladen ion
Wat is de chemische structuur?
Onderdeel van keukenzout (natriumchloride) = NaCl
1 gram natrium = 2,5 gram keukenzout
Functies:
- Het is de belangrijkste katon van de extracellulaire vloeistofen
- De belangrijkste regulator van het volume van de extracellulaire vloeistofen
- Het helpt bij het handhaven van de zuurbase balans
- Het is essenteel bij zenuw impuls transmissie – voortgeleiding zenuwsignalen
- spiercontracte
Hoe wordt deze stof in het
lichaam verwerkt? Natrium wordt makkelijk geabsorbeerd in het darmkanaal en het reist vrij in het bloed.
Vertering In de nieren wordt alle natrium uit het bloed geflterd. De nieren laten de natrium die het
Absorpte
lichaam nodig heef weer terug in de bloedstroom. Normaal gesproken is de hoeveelheid
Transport
Metabolisme natrium die uitgescheden wordt even groot als de hoeveelheid natrium die ingenomen
Opslag wordt op die dag. Als er meer zout wordt ingenomen, krijgt die persoon dorst en gaat
uitscheiding drinken. Dan wordt de balans tussen natrium en water weer hersteld. De nieren scheiden
de overmaat aan water en natrium uit.
, De stofwisseling van natrium en kalium hangen nauw samen. Het efect van het verlagen
van de natriuminname en het verhogen van de kaliuminname is vastgesteld bij mensen
met een hoge bloeddruk.
Wat is de wisselwerking met
andere voedingsstofen?
Calcium, het vergroot waarschijnlijk de uitscheiding van calcium
Bij een tekort van deze
voedingsstof: Een tekort aan natrium ontstaat eigenlijk nooit door een te lage inname, maar door
Welke ziekten/ overgeven, diarree of hefig zweten. In deze situates moeten water en zout aangevuld
symptomen ontstaan
er? En/of
worden.
Op welke ziekten heb - Hyponatriiëmie: door enorm intensieve actviteiten en het drinken van teveel water.
je een verhoogd risico? Natrium vergifiging: symptomen zijn zwelling en een hoge bloeddruk.
Wat is de bovengrens (AB) van AB= Max. 6 gram zout = 2400 mg natrium per dag
deze voedingsstof?
1 gram keukenzout = 400 mg natrium
De behoefe aan natrium zou niet meer dan 500mg per dag zijn en dit is de hoeveelheid
die in 1,5 gram keukenzout zit.
Bij een overmaat van deze
voedingsstof: Hypertensie/hoge bloeddruk ( het gaat met name om de inname van zout, niet perse
Welke ziekten/ natrium), de hoge bloeddruk is reversibel en kan door een natrium restricte weer
symptomen ontstaan
er? En/of
verholpen worden. Echter een jarenlange te hoge inname van natrium zorgt voor
Op welke ziekten heb irreversibele schade aan de bloedvaten.
je een verhoogd risico?
- Voor mensen met een hoge bloeddruk, Afrikaanse Amerikanen en mensen ouder dan
40 jaar, is een hoge zout inname sterk gerelateerd aan hartziekten.
- Een hoge zout inname wordt geassocieerd met een verhoogde calcium excrete.
In welke voedingsmiddelen komt - Bewerkte voedingsmiddelen (75%)
dit nutriiënt voor?
Benoem per relevant
- Toegevoegd tjdens koken (15%)
voedingspatroon - Van nature in eten (10%)
- Vlees, brood,kaas. En bewerkte voedingsmiddelen.
Wat is de inname van deze Mannen: 9,8 gram per dag keukenzout
voedingsstof volgens
voedselconsumpte-onderzoek?
Vrouwen: 7,4 gram per dag keukenzout
85% van de bevolking krijg teveel zout binnen
Wat is de voedingsstatus van I n verband met de hoge innemingen van natrium en het efect hiervan op de bloeddruk
deze voedingsstof volgens
voedingsstatusonderzoek?
en het feit dat de natriuminneming niet valide kan worden gemeten met
voedselconsumpteonderzoek, krijgt statusonderzoek een hoge prioriteit. Urinair natrium
is een geschikte parameter. De natrium- en kalium-balans hangen nauw samen, daarom
ligt het voor de hand ook de kaliumuitscheiding te bepalen.
Keukenzout (natriumchloride) komt in veel voedingsmiddelen voor en wordt ook aan veel
voedingsmiddelen toegevoegd. Naar schatng is het huishoudelijke zoutgebruik (kookzout +
tafelzout) verantwoordelijk voor ongeveer 20 procent van de natriuminname en wordt 80 procent
van de hoeveelheid geconsumeerd keukenzout in voedingsmiddelen verwerkt, zoals brood, worst,
kaas, hartge snacks en kant-en-klaarproducten. Eén gram natrium komt overeen met ongeveer 2,5