Artikelen Justttile verikennnn- dalende jeu-drrninnalneene
Berghuis & De Waard – Verdampende jeugdcriminaliteit. Verklaringen van de internatinale daling
Het aantal door de polite geteld minderjarige verdachten van een misdrijf daalde de afgelopen 10 jaren
met zo’n 60% forse terugval bij allerlei soorten delicten, zowel bij jongens als bij meisjes, bij alle
herkomstgroeperingen (=algemeen verschijnsel van teruglopende aantallen jongere verdachten).
Verklaring: iets bijzonders aan de hand met NL jeugd of beleid dat goed aanslaat? Of is het een
internatonale trend (beperkt zich niet alleen tot NL)?
Korte diagnose
- Bekend patroon m.b.t. leefijd loopt op vanaf 12, piekt bij 18/19 jarigen, om vervolgens weer
sterk en later meer geleidelijk te dalen (bij alle leefijdsgroepen enorme terugval, bij 12/ 13
jarigen maar liefst 80% en bij 18/19 bijna halvering).
- Daling na 2007 niet een verschijnsel op zich, maar moet worden bekeken in het licht van de
sterke stjging in de daaraan voorafgaande periode
o Niveau jeugdige verdachten loopt van 1980-2000 gestaag op, enorme sterke toename
tot 2007, waarna een net zo dramatsche daling vooral onder 12- jarige de sterkste
stjging en daarna de sterkste daling.
o Verschil geregistreerde verdachten en aangehouden verdachten in politestatstek
vooral die aangehouden verdachten stegen en daalden sterk; polite eerst meer en later
weer minder overging tot opmaken PV bij jongere die delict hadden gepleegd.
Veranderende werkwijze polite van invloed repressieve klimaat toentertjd,
afspraken met de polite om tenduizenden extra zaken bij OM, dus meer PV
opgemaakt (daarom ook na 2002 nog toenemen, terwijl volgens geregistreerde
en slachtofferenquêtes gedaald).
Echter niet alleen werkwijze polite van invloed ook verandering in
delinquente; lichte stjging, sterke stjging, daling (d.m.v. zelfrapportages
gemeten). Daderschap loopt parallel aan slachtofferschap statsteken
Conclusie: een deel van de ontwikkelingen in de afgelopen vijfien jaren komt op het conto van de mate
waarin de polite geneigd is op delinquent gedrag van (zeer) jongeren, zoals in de sfeer van openbare orde
en vernieling, te reageren met het opmaken van een procesverbaal en doorgeleiding van de zaak naar het
OM. Maar hiernaast lijkt zeker sprake van een reële ontwikkeling in de mate waarin jongeren delinquent
gedrag vertonen.
Internatonale ontwikkelingen
- In VK, VS, Nieuw- Zeeland- Canada en Duitsland ook allemaal daling JC. Daling van JC in Europa
vertaalt zich ook in de afname van het aantal gedetneerde jongeren.
- Conclusie: de Nederlandse ontwikkeling met de recente forse teruggang in de geregistreerde
jeugdcriminaliteit blijkt bepaald niet uniek. Dat betekent dat eerder naar algemene oorzaken
moet worden gezocht die de westerse geïndustrialiseerde wereld betreffen dan dat typisch
Nederlandse factoren de gesignaleerde trend zouden kunnen verklaren.
Verklaringen
- Gericht op de nabije factoren die de spectaculaire daling kunnen verklaren:
o Kunnen niet meer mogelijk is om bepaalde delicten te plegen, of lastger is gemaakt
door forse inspanning/ speciale expertse (toegenomen beveiliging)
, Beveiligingshypothese daling in vermogenscriminaliteit te danken aan sterk
toegenomen beveiliging (sterker aanzet tot beveiliging intern. trend). Ook
burgers en bedrijven zelfs meer gaan beveiligen
Echter niet volledige verklaring, vanwege algehele daling criminaliteit (ook bij
vormen die minder goed te bestrijden zijn met preventeve maatregelen)
JC Debuut hypothese. Beveiliging hindert bij delicten stap naar langdurigere
betrokkenheid (bijv. niet ook winkel/ autodiefstal hierna). Echter daling JC vooral
onder recidivisten en minder bij debuutplegers.
De conclusie is dat de beveiligingshypothese zeer wel voor specifeke delicten
opgaat, zoals autodiefstal, woninginbraak en overvallen, maar dat ze
onvoldoende een verklaring biedt voor de recente forse en brede terugval van
de jeugddelinquente.
o Willen burgers willen geen delinquent gedrag meer vertonen, bijv. omdat het
onvoldoende opbrengt of teveel op het spel zet (status bijv.)
Samenhang tussen wel of geen delinquent gedrag van jongeren en hun
individuele functoneren (psychosociaal, middelengebruik etc.) en de aard
kwaliteit van de binding met gezin, school en vrienden. Deze factoren kunnen
beschermende of risicofactoren zijn vrienden steeds belangrijke rol, ‘foute’
vrienden dominante factor in aangaan delinquent gedrag, goede band met
ouders gaan dat niet tegen (maar slechte band kan het wel versterken). Degenen
die goede band hebben, veel te verliezen etc. juist minder. Van belang voor
mogelijke verklaring daling JC:
Middelengebruik drugs- en alcoholgebruik afgenomen. Hoe jonger,
des te minder het gebruik en des te groter daling.
Voortjdig schoolverlaters daalt.
Tevredenheid met het leven staag toegenomen.
Mediagebruik/ vrije tjd toegenomen ; smartphones, gamen, chaten,
downloaden etc. Bezig zijn met de nieuwe technologie voor
communicate en recreate neemt veel tjd in beslag meer met
schermen bezig, minder rondhangen op straat (in groepen). Meer
veelplegers, minder individueel niet om stoer te doen voor groep.
Algehele vermindering van het ‘willen’ (voor technologische
ontwikkeling grote rol in daling ander vrijetjd gebruik).
o Migen het normateve klimaat, de morele afeuring die verbonden kan zijn aan
delinquente en die zich kan uiten in formele en informele prevente en correcteve
maatregelen
Normateve klimaat in de samenleving verschilt van tjd tot tjd. Rond jaren 60
minder eerbied voor het gezag, later minder toegeefijke en meer repressieve
publieke opinie. In jaren 90 gedogen van regelovertreding onder vuur meer
bestraffen, ook in strafrecht. Criminaliteit werd een echt probleem met echte
schade aan slachtoffers, en meer bestraffen (veel minder beleidssepots bijv.).
Morele klimaat t.o.v. criminaliteit dus meer afeurend geworden, ook bij lichtere
(gewelds)feiten rem op neiging om criminaliteit te plegen. Groter
conformeren aan conventonele samenleving, minder ruimte voor criminaliteit
Conclusie twee aanvullende ontwikkelingen kunnen daling verklaren: technologische ontwikkeling en
speelt zich af tegen een bredere ontwikkeling waarin het (ongemerkt) plegen van delicten minder
mogelijk is als gevolg van meer prevente en waarin begaan delicten ook op afeuring kan rekenen. Ten
dele lijkt het los te staan van het gevoerde beleid (technologie), ten dele sprake van een wisselwerking
,tussen wat burgers en bedrijven zelf doen aan prevente, en wat de overheid in dat verband voerde.
Criminology’s dirty litle secret we weten niet echt hoe het komt dat JC zo daalt.
Van der Laan, Beerthuizen & Giudriaan- Ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit, 1997-2015
Sinds 2008 daalt de JC jaarlijks volgens ofciële polite- en justtestatsteken echter reageert men vaak
dat het vroeger beter en veiliger was en ook in media toegenomen aandacht voor JC en weinig zicht op
online delicten met die statsteken.
- Is de gesignaleerde daling wel een werkelijke daling? Doet dit zich ook voor in andere bronnen?
Wat weten we over online delicten? De gesignaleerde daling staat niet op zichzelf ook onder
volwassenen sprake en in omringende landen ook daling JC. Mogelijk sprake van een meer
algemene maatschappelijke ontwikkeling die ook gevolgen heef voor ontwikkeling JC.
Jeugdcriminaliteit meten met meerdere onafankelijke bronnen
- Polite- en justtegegevens informate over het aantal verdachten of strafrechtelijke daders,
het type delict en strafrechtelijke afdoeningen.
o Beperkingen Groot deel van de gepleegde delicten echter niet bekend bij polite,
prioriteiten en kennis en veranderingen in werkprocessen bij polite, of veranderingen in
ICT- systemen bij polite/ OM bepalend voor welke gegevens geregistreerd
o Zicht op een beperkt deel vd werkelijk gepleegde delicten en werkelijke aantal daders
- Zelfrapportage steekproef uit doelpopulate en worden respondenten gevraagd naar de door
hen gepleegde delicten. Onafankelijk van beleidsinspanningen en niet- ontdekte delicten
kunnen in beeld komen
o Beperkingen steekproef, delicten worden niet gerapporteerd (onderrapportage) of
juist opgeschept (overrapportage) en maar beperkt aantal delicten ondervraagd.
- Zelfrapportage en polite- en justtegegevens vullen elkaar aan zelf rapportage vooral lichte/
veelvoorkomende delicten, bij polite en justtegegevens vaak ernstge en minder voorkomende.
Daling jeugdcriminaliteit sinds 2008
- Verdachten op basis van politeregistrates
o Aantal aangehouden jeugdige verdachten neemt toe vanaf begin eeuw, piekt in 2007 en
daalt daarna jaarlijks. Vergelijkbare trend onder volwassenen van >23jr.
o Daling in jeugdige verdachten onder diverse subgroepen en onder alle type delicten
behalve drugsdelicten (gelijk gebleven).
o Daling in aantal jeugdige verdachten doet zich voor ongeacht individuele
achtergrondkenmerken als sekse, leefijd, herkomstgroep, opleidingsniveau of deelname
aan school/ werk. Ook onderscheiden naar contextuele kenmerken zoals type
huishouden, alle subgroepen een afname.
Uitzonderingen: minderjarigen die in instelling wonen (lichte stjging
verdachten).
- Zelfrapportage van daderschap
o Prevalente zelfgerappoteerd daderschap onder 12-18 jarigen afgenomen. Enkel bij
drugsdelicten geen afname (maar komt weinig voor onder minderjarigen). Afname sterkt
voor vermogensdelicten, vooral bij jongens en autochtonen, bij meisjes minder sterk
jongens en meisjes komen alleen waar het de prevalente van vermogensdelicten betref
dichter bij elkaar, bij andere delicten niet.
- De sterkte van de daling verschilt per bron
o Zelfgerapporteerd daderschap kleinste daling (9%), aantal geregistreerde verdachten in
politestatsteken 39 % daling en uit justtestatsteken blijf dat aandeel strafrechtelijke
daders is afgenomen met 48%.
, Daling van jeugdcriminaliteit ook internatonaal
Ook internatonaal sprake van een afname in de (geregistreerde) jeugdcriminaliteit. Alleen in Luxemburg,
Italië (gelijk) en Slowakije niet. Sterkte daling verschilt wel tussen landen
Jeugdcriminaliteit in de online wereld
- Daling van de jeugdcriminaliteit heef mogelijk vooral betrekking op een afname in de
traditonele ofine delicten.
- Door digitalisering steeds meer jeugdigen steeds meer online mogelijkheden voor antsociaal
gedrag nemen online ook toe hierdoor
- Polite- en justtegegevens en zelfrapportages beperkt bij vaststellen online JC.
o Cyberdelicten delicten waarbij ICT zowel doel als middel dient (hacken, virussen etc.)
o Gedigitaliseerde delicten traditonele delicten waarbij ICT- middelen worden gebruikt
(online bedreiging, online fraude etc.)
- Zeer klein deel van alle vervolgde jeugdigen vervolg vanwege cyber/ gedigitaliseerd delict (0,3 %)
- Zelfrapportage laat hoger aandeel online daderschap zien minderjarigen meer gedigitaliseerde
delicten, jongvolwassenen vaker cybercriminaliteit (vaardigheid nodig).
o Vaak sprake van bagatelfeiten of katenkwaad (als iemand anders voordoen bijv.)
leiden hoogstwaarschijnlijk niet tot vervolging
- Online delicten worden door relatef veel jongeren gerapporteerd, ook in vergelijking met
traditonele delicten (12-18 jr de 2e en 3e grootste categorie, 18-23 jr grootste naast vermogen).
Waarom daalt de jeugdcriminaliteit?
- Zelfrapportages laten een minder sterke daling zien dat polite- en justtecijfers.
o Mogelijke verklaring voor die sterkere daling veranderingen in de
rechtshandhavingsketen de afgelopen jaren
Veranderingen in automatseringssystemen bij de polite, verschuiving
prioriteiten (minder op JC an sich), verandering in werkprocessen bij polite en
werkwijzen op straat. Ook in ernst en frequente verschillen ZR licht en
veelvoorkomend, P&J statsteken ernstg en minder voorkomend (dus als daling
bij zware delicten sterker is, dan meer effect op P&J statsteken).
- Verklaringen voor daling criminaliteit in algemeen (zowel JC als volwassen)
o Overkomen factoren effect op de geneigdheid om delicten te plegen, zoals de
welvaart, sociale controle, middelengebruik, kansen arbeidsmarkt
o Bevochten factoren inspanningen van beleid, polite en burgers om criminaliteit tegen
te gaan door de leefomgeving veiliger te maken (technische prevente, meer blauw op
straat).
- Afname in criminaliteit vaak niet te danken aan een enkele factor, maar waarschijnlijk meerdere
factoren tegelijk optreden
Digitalisering en sociale media
- Potentële verklaring is de digitalisering van de samenleving (beperkt zich niet tot NL). Gebruik
van digitale apparatuur (smartphones, tablets etc.), maar ook veel meer online communiceren.
- In afgelopen decennium online actviteiten van jongeren fink toegenomen steeds meer online
actef en besteden steekt meer (vrije) tjd online.
Een buffer tegen criminaliteit ?