100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Kennistoets 6 AFPF (KT6) €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Kennistoets 6 AFPF (KT6)

12 beoordelingen
 44 keer verkocht

Dit is een samenvatting van alle hoorcollege's die er van AFPF in 4 jaar HBO-V zijn gegeven voor de KT6 (kennistoets 6). Met deze samenvatting heb ik de toets in 1x kunnen halen.

Voorbeeld 4 van de 252  pagina's

  • 5 september 2018
  • 252
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)

12  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: veraroelofs35 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: leonievanvliet • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: melikeoosterhoff • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: aitenbagir • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: isabelvvliet • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: pieterneltakx • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ramsannika • 5 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Suzanneschinkel
Jaar 1, Blok A: O&G
Anatomie: bouw van het lichaam
Fysiologie: werking van het lichaam/functie
Pathologie: ziekteleer (wat gaat er mis wanneer je ziek wordt)
Farmacologie: geneesmiddelenleer
Medische diagnose vaststellen doe je zo:
* anamnese
- speciele anamnese: actuele klachten
- Algemene anamnese
* lichamelijk onderzoek
- observatie en inspectie
- auscultatie (luisteren met stethoscoop)
- percussie (kloppen op het lichaam)
- palpatie (voelen)
* aanvullende onderzoek
- Bv. Bloedonderzoek, röntgenfoto
Een ziekte kan verlopen:
Acuut, chronisch of terminaal
Remissies= verminderen van ziekteverschijnselen
Exacerbaties= verergering van de ziekte
Incidentie: aantal epidemien per jaar
Prevalentie: langer voorkomende ziekte
Oorzaak van de ziekte:
* Idiopathisch (oorzaak onbekend)
* Infectieziekte
* Neoplasie (nieuwvorming)
* Auto-immuunziekte
* Genetische afwijking
Exogeen: van buitenaf
Endogeen: van binnenuit
Behandeling van een ziekte kan:
* curatief (bedoeld om de ziekte te genezen)
* Palliatief (bedoeld om leven patient dragelijk te houden, niet genezen)
* Causaal (de oorzaak aanpakken)
* Symptomatisch (aanpakken van de verschijnselen)
* Chirurgisch (operatief)
* Farmacologisch (met geneesmiddelen)
* Gesprekstherapie
* Dieetadviezen
H1- Cellen en weefsels, het oog en oogziekten
Extracellulair: de ruimte tussen de cellen
intracellulair: de cellen in het lichaam
milieu interieur: alles wat binnen het lichaam zit
milieu exterieur: alles wat buiten het lichaam zit

,4 basale weefseltypen:
* dekweefsel (epitheel)= bedekken van uitwendige oppervlakken, bekleden inwendige
transportbuizen en compartimenten, vormen klierproducten.( Kan 1 laag hebben maar ook
meerdere lagen.)
* Bindweefsel= vullen inwendige ruimte op, bieden structurele ondersteuning, slaan energie
op. Bindweefsel kan los en dicht zijn. Vloeibare bindweefsels zijn bv. Bloed en lymfe,
steunweefsels zijn bv. Kraakbeen en beenweefsel
* Spierweefsel= trekt samen om actieve beweging teweeg te brengen. Bv skeletspierweefsel
(onder controle van de wil), hartspierweefsel, glad spierweefsel (niet onder controle van de
wil)
* Zenuwweefsel= geleiding van elektrische impulsen, voortgeleiding van informatie
Macro-anatomie: dingen die je kunt waarnemen met het blote oog
Bouw van de oogbol:
3 lagen omhullen de inwendige structuur:
* Sclera (harde oogrok/ oogwit)
* Choroidea (vaatvlies)
* Retina (netvlies)
Lichtgevoelige cellen:
* staafjes: lichtsterkte (contrast)
* Kegeltjes: kleuren zien
Macula lutea=gele vlek (beste plek om mee te zien=fovea centralis (klein deel in gele vlek))
Optische zenuw=blinde vlek= optische schijf
De lens hangt vast aan de lensbandjes.
Er wordt voortdurend vloeistof aangemaakt door het straalvormig lichaam dan van de
achterste oogkamer naar de voorste oogkamer gaan. Kanaal van schlemm is het afvoerputje
van die vloeistof.
Zien door:
* Lichtgeleiding
* accommodatie
* Lichtverwerking
* Beeldvorming
Oog aandoeningen:
* Cataract: (staar, alles onscherp) troebele lens (mensen met suikerziekte, diabetis meer
kans)
* Glaucoom: (buitenste deel van het beeld onscherp) probleem met de oogdruk
(openkamerhoekglaucoom= afvoerkanaatjes raken geleidelijk verstopt. Langzaam neemt
zicht af. Kan geopereerd worden)
* Macula degeneratie: (middelste deel van het beeld onscherp) cellen in de macula sterven
af. Door een te droge of een te natte macula (door openspringende bloedvaten)
H2- de huid, cellen en weefsels
structuur van de huid bestaat uit:
Opperhuid= epidermis
lederhuid= dermis
onderhuid= subcutaan

,Functies van de huid:
* bescherming
* temperatuur regeling
* synthese en opslag voedingsstoffen (vitamine D3)
* sensorische gewaarwording (voelen)
* Uitscheiding en afscheiding klierproductie (zouten, water)
Plaveiselepitheel: laag waarbij er een aantal lagen in elkaar zijn gedrukt (hoe meer lagen hoe
steviger) (eelt onder de voet) verbonden met dermis doormiddel van basaalmembraan
(=lederhuid)


Epidermis/ opperhuid (per stratum):
stratum corneum= eelt
stratum lucium= afgeplatte cellen met heel veel keratine
stratum granulosum= oppeenstapeling van veel cellen met keratine erin
stratum spinosum= stekellaag
stratum basal= membraam dat de opperhuid met lederhuid scheidt
De kleur van de epidermis wordt veroorzaakt door:
1. Melanine= stof die zorgt voor moedervlekken en pigment van de huid
2. Caroteen= andere kleurstof oranje. Veel wortelen of pompoen krijg je oranjere huid. Kan
worden omgezet in vitamine a
3. Doorbloeding= bij blauwe huid te kort aan hemoglobine gebonden aan zuurstof
Dermis/lederhuid bestaat uit:
1. Papillaire laag= los bindweefsel, veel haarvaten
2. Reticulaire laag= dichter bindweefsel, elastine en collageen
Hypodermis/ subcutis/ onderhuid:
* hoort niet meer bij de huid
* los bindweefsel en vetcellen
* bescherming van onderliggende structuren
Accessoires van de huid:
* Haar, funtie daarvan:
- bescherming tegen uv- straling
- demping schokken hoofd
- vangen lichaamsvreemde deeltjes
- waarschuwingssysteem
* nagels
- bescherming

talgklieren voorzien de haartjes van vet en dat haar niet uitdroogt. Ze kunnen verstoppen (bv
in de pubertijd) door overtollig talg.
Arterie= bloedtoevoer
vene= bloedafvoer
H4- algemene tumorleer en huidkanker
Kanker: ongeremde deling van een lichaamscel. Kanker kan zich verspreiden via: het bloed
en de lymfe

, In de kiemlaag worden cellen gevormt. Doden cellen worden afgestoten naar de hoornlaag
en verlaten vervolgens daar het lichaam. In de celkern ligt informatie.

DNA= desoxyribonucleïnezuur
Gen: stukje DNA dat codeert voor een bepaald eiwit of structuur en functie van een cel
(proto)oncogenen= stimuleert celgroei en celdeling
tumorsuppressorgenen= zorgen voor gebrek aan remming van celgroei en celdeling
Lipoom= zachte, onderhuidse vetafzetting die ronde of ovale knobbels vormt
Moedervlekken (naevi)= kleine, vaak donkere huidzwellen die ontstaan uit melanocyten
*Goedaardig tumor: langzame groei, goed gedifferentieerde cellen, gewoonlijk ingekapseld,
drukt omliggend weefsel weg, geen verspreiding op afstand (metastasering)
*slechtaardig tumor: snelle groei, slecht gedifferentieerde cellen, niet ingekapseld, infiltreert
in ander weefsel, metastaseert
H5
Fuctie van het bloed: man heeft 5-6 liter vrouw 4-5
* transport (van o2 en voedingsstoffen, afvalproducten, hormonen)
* regulatie (temperatuur normaal 38 c, zuurgraad normaal 7.35-7.45, osmolarieit)
* bescherming (bloedstolling, afweer)
Witte bloedcellen= leukocyten
rode bloedcellen= erytrocyten
bloedplaatjes= trombocyten
Hemopoese: (homo) bloed (poese) maken gemaakt in rode beenmerg (henocytoblasten)
Veneus: in aderen
arterieus: slagader
Plasma:
92% water
7% plasma-eiwitten
- functie: transport & osmolariteit
- albumine (verantwoordelijk voor cod), globulinen, fibrogeen (stollingseiwit)
- enzymen, hormonen
1% overige stoffen: elektrolyten, vetzuren, glucose, aminozuren, ureum

verschillende afweersystemen:
* huid slijmvliezen
* niet specifieke afweer
* specifieke afweer
Hemoglobine : eiwit met haem
Functie: binden o2 en co2, vervoer van en naar weefsels
aanmaak: erotropoietine, ijzer, b6, b11, b12
cellen zonder kern en mitochondriën
afbraak: 120 dagen--- ontstaat bilirubine en ijzer

hemolyse: ten gronde gaan van de rode bloedcel
Hemactrocriet= volume bloedcellen: totale bloedvolume

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Suzanneschinkel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75282 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  44x  verkocht
  • (12)
In winkelwagen
Toegevoegd