Uitgewerkte leerdoelen van het vak burgerlijk procesrecht dat gegeven wordt in de K3. Voor deze toets een 7,1 en een 8 weten te behalen zonder herkansing. KEI-wetgeving
- naar aanleiding van een casus uitleggen met welk processtuk een
procedure start, en welke procedureregels moeten worden
gevolgd;
De hoofdregel is dat in beginsel de vorderingsprocedure wordt gevolgd, tenzij de
wet aangeeft dat de verzoekprocedure moet worden gevolgd (art. 78 jo. 261 Rv)
In de afzonderlijke wetsbepalingen moet je gaan kijken of er bepalingen staan
met verzoek, verzoeker etc. dat betekent namelijk dat je een verzoekschrift moet
indienen.
Een basisprocedure:
Twee varianten: vorderingsprocedure en verzoekprocedure
Een procedure moet worden gestart met een procesinleiding (art. 30a lid 1 Rv).
De procesinleiding heeft twee functies:
- Het oproepen van verweerder om in procedure te ‘verschijnen’
- Het mededelen aan verweer van de vordering of het verzoek
Wat moet er nou precies in een procesinleiding staan? Dat is geregeld in art. 30a
lid 3 Rv.
De procesinleiding moet worden ondertekend o.g.v. art. 30a lid 4 Rv. Om te
bepalen wie rechtsgeldig kan ondertekenen is het volgende van belang: In
sommige zaken hoeven partijen geen advocaat in te stellen maar kunnen zij zelf
procederen. Art, 79 lid 1 Rv geeft antwoord op de vraag wanneer dat het geval is,
namelijk in kantonzaken, Behalve dat zij in persoon mogen procederen, kunnen
partijen in kantonzaken ook een gemachtigde instellen o.g.v. art. 80 lid 1 Rv. In
zaken die niet voor de kantonrechter dienen telt dat partijen een advocaat
moeten inschakelen o.g.v. art. 79 lid 2 Rv. Dit onderscheid komt in art. 30a lid 4
Rv terug: heeft de procesinleiding betrekking op een zaak waarin partijen in
persoon kunnen procederen, dan moet de procesinleiding worden ondertekend
door de eiser of verzoeker zelf. Betreft de procesinleiding een kwestie waarin
partijen niet in persoon kunnen procederen maar vertegenwoordigd worden door
een advocaat dan moet de advocaat ondertekenen.
Art. 30b lid 1 Rv biedt de mogelijkheid om een vordering en een verzoek te
combineren in één procesinleiding bij de rechter in te dienen. Voorwaarde
hiervoor is wel, dat de vordering en het verzoek voldoende samenhang hebben
en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om zowel van de vordering als van het
verzoek kennis te nemen. Indien de procesinleiding zowel een vordering als een
verzoek bevat, gelden in beginsel de regels van een vorderingsprocedure.
Het oproepen van verweerder
Bij het oproepen van de verweerder gelden verschillende regels voor de
vorderingsprocedure en verzoekprocedures.
Vorderingsprocedures: art. 111 e.v. Rv, dat onderdeel is van titel 2: de
vorderingsprocedure in eerste aanleg
Verzoekprocedures: art. 271 e.v. Rv, dat onderdeel is van titel 3: de
verzoekprocedure in eerste aanleg.
Oproeping in vorderingszaken
Nadat de procesinleiding bij de rechter is ingediend, stuurt de grifer een
oproepingsbericht aan de eiser: art. 111 lid 1 Rv. De inhoudelijke vereisten voor
het oproepingsbericht staan in art. 111 lid 2 Rv.
, Een oproepingsbericht kan op de volgende manieren worden gedaan:
Oproeping op informele wijze (art. 112 lid 1 Rv)
Deze informele optie moet binnen twee weken na de dag van indiening
van de procesinleiding en is verder vormvrij. Kan bijvoorbeeld ook via de
mail. Het is dus heel eenvoudig, maar heeft ook een nadeel. Wanneer
verweerder niet in de procedure verschijnt dan zal de rechter geen verstek
verlenen. Eiser kan in dat geval alsnog ervoor kiezen om het
oproepingsbericht alsnog door de deurwaarder te laten betekenen: dit
moet dan wel gebeuren binnen twee weken te rekenen vanaf de dag
waarop de verweerder eigenlijk diende te verschijnen o.g.v. art. 112 lid 2
Rv. De termijn om alsnog te verschijnen wordt dan met vier weken
verlengd, te rekenen vanaf het eerdere moment van verschijning. Kiest de
eiser niet alsnog voor betekening door de deurwaarder, dan wordt hij
o.g.v. art. 112 lid 3 Rv in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard. De
rechter zal dan de zaak in zijn geheel niet in behandeling nemen.
Oproeping via betekening van een deurwaardersexploot
O.g.v. art. 112 lid 1 Rv moet ook dit exploot binnen twee weken na de
indiening van de procesinleiding worden betekent. De deurwaarder maakt
een ofcieel ambtelijk stuk op ‘een exploot’ in de zin van art. 4e e.v. Rv.
Hiermee gaat de deurwaarder persoonlijk langs bij de verweerder om dit
aan hem te betekenen o.g.v. art. 46 Rv. De deurwaarder overhandigt de
verweerder een kopie en bezorgt het origineel van het exploot aan de
eiser. Eiser moet het exploot binnen de in art. 112 lid 1 Rv genoemde
termijn bij de rechter indienen.
Oproeping door voorafgaande betekening
Er bestaat nog een derde variant. Deze wijkt af van het uitganspunt dat
het oproepingsbericht op voorhand aan de rechter wordt toegezonden
zoals genoemd in art. 30c lid 1 Rv. De wet schept in art. 113 Rv de
mogelijkheid om de eiser alvorens hij de procesinleiding indient, bij
deurwaardersexploot een oproepingsbericht te laten betekenen aan
verweerder. In het exploot dienen dan zowel de procesinleiding, de
voorschriften van art. 30a lid 3 Rv, alsook de voorschriften van art. 111 lid
2 Rv te worden opgenomen, de wet schrijft dit voor in art. 113 lid 2 Rv. Na
betekening van het oproepingsbericht dient eiser dan tegelijkertijd en
onverwijld bij de rechter in het exploot van betekening, het
oproepingsbericht en de procesinleiding.
Oproeping in verzoekzaken
De oproeping in verzoekzaken is eenvoudiger en kent minder wettelijke regels.
De oproeping wordt geregeld in art. 271 e.v. Rv. Nadat verzoeker zijn
procesinleiding heeft ingediend, beveelt de rechter o.g.v. art. 30j lid 2 Rv direct
de oproeping van alle partijen voor de mondelinge behandeling. De oproeping
wordt gedaan door de grifer. Dat gebeurt in beginsel schriftelijk. Wat dient de
grifer in het oproepingbericht in een verzoekprocedure te vermelden? Art. 276
Rv verwijst allereerst naar art. 30j lid 3 en 4 Rv: in de oproeping dienen de datum
en het tijdstip van de zitting te worden vermeld. Daarnaast moet met de
oproeping een kopie van de procesinleiding worden meegezonden. Wat er in
moet staan vermeldt staat in art. 276 Rv.
De hoofdregel is dat de grifer de oproeping schriftelijk of digitaal aan de
verweerder en eventuele belanghebbende verstuurt o.g.v. art. 271 Rv. In art.
272, 27e en 277 Rv geeft de wet nog een aantal voorschriften voor specifeke
situaties.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper babyangel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,29. Je zit daarna nergens aan vast.