Na de tweede wereldoorlog verenigden 6 landen zich in de EGKS om samen te werken op gebeid van
kolen en staal, ze spraken dit in 1951 af. Het was bedoeld om te zorgen dan een land nooit meer
zoveel macht kon krijgen. In 1952 werd dit opgericht en het ging erg goed, ze gingen zich uitbreiden.
Ze gingen samenwerken op het gehele economische gebied en de EG ontstond. Er werd op meerdere
gebieden samengewerkt en er kwam drie pijlers; EG-pijler (economische), politeejustte- pijler en
buitenlandeveiligheidspijler. Uit eindelijk gooide ze alles op één hoop, ze voegde alles samen en de
EU ontstond, in het verdrag van Lissabon. De EU bestaat uit 28 lidstaten.
Juridische basis van de EU:
VEU is ook wel het EU-verdrag
Materieel
Gaat voornamelijk over de rechten en plichten.
VwEU is ook wel werkingsverdrag
Voornamelijk de interne markt
Formeel
In artkel 1 van beide verdragen is gesteld dat de juridische waarde van de verdragen gelijk zijn aan
elkaar. Beide verdragen noemen we ook wel het primaire recht van de unie.
De EU is een supranatonale organisate met intergouvernementele trekjes. Een
intergouvernementele organisate houdt in dat je geen beslissingen kan nemen tegen de wil van de
staten in. Je bent er alleen aan gebonden, mits je ermee hebt ingestemd. Bij een supranatonale
organisate staat de organisate hoger in de rang dat de staten. Dus alles wat de supranatonale
organisate beslist, moet jij opvolgen.
De doelstellingen van de EU zijn geregeld in art. 3 VEU:
Bevordering welzijn en welvaar EU-burger (lid 1)
Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (lid 2)
Interne markt (lid 3)
Economische en Monetaire Unie (lid 4)
Rechtsbeginselen (hebben betrekking tot de machtsverdeling):
Bevoegdheidsverdeling EU en lidstaten (art. 4 en 5 VEU):
- Attributiebeginsel:
Art. 4 lid 1 jo 5 lid 1 VEU. Beginsel van bevoegdheidstoedeling. De EU is pas bevoegd als
lidstaten de bevoegdheden hebben overgedragen.
- Subsidiariteitsbeginsel:
Art. 5 lid 2 VEU. De EU treedt alleen op wanneer een bepaalde doelstelling beter op een
EU-niveau geregeld kan worden in plaats van op natonaal niveau.
Eerst zo laag mogelijk om de werkdruk op het hoger niveau te verminderen
Dit kan op 3 manieren:
1. Exclusief: alleen de EU is bevoegd. Art. 3 VwEU+ Art. 2 lid 1 VwEU.
2. Gedeeld bevoegd: op deze terreinen delen de lidstaten de bevoegdheid volledig
overgeven aan de EU. Art 3 VwEU + Art. 2 lid 1 VwEU + art. 4 VwEU.
3. Ondersteunend: primair zijn de lidstaten bevoegd en secundair de EU, dus ter
aanvulling. Art. 6 VwEU
, - Evenredigheidsbeginsel:
De EU mag op een bepaald beleidsterrein niet verder gaan dan noodzakelijk is. Je mag je
bevoegdheid alleen gebruiken voor datgene waarvoor het bedoeld is. Dit is van
toepassing op alle vormen met atribute. Art. 5 lid 4 VEU verlengde van
subsidiariteitsbeginsel.
- Loyale samenwerking:
Het steunen en respecteren van de lidstaten door elkaar. Art. 4 lid 3 VEU het beginsel
van loyaliteit en ook wel unietrouw.
Interne markt:
- Non-discriminatie (art. 18 VwEU):
Er mag niet gediscrimineerd worden naar natonaliteit.
- Wederzijdse erkenning:
Een ander EU-land mag je niet weigeren met je juridische diploma alleen omdat je uit
Nederland komt.
(rechts)gebieden waarop EU bevoegd is:
Exclusieve bevoegdheden (alleen EU) art. 3 VwEU:
- Douane-unie
- Vaststelling mededingingsregels
Gedeelde bevoegdheid (lidstaten + EU subsidiariteitsbeginsel) Art. 4 VwEU:
- Interne markt
- Consumentenbescherming
- Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
Art. 13 e.v. VEU EU-instellingen:
1. Europese Raad (art. 15 VEU):
De Europese raad bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten en de
voorziter van de Commissie. De Europese Raad bepaald de algemene beleidslijnen en
prioriteiten binnen de EU en vergadert 2 keer per half jaar.
2. Raad (van ministers) art. 16 VEU: vertegenwoordigd de lidsateten en bestaat daarmee uit
één vertegenwoordiger van elke lidstaat. (doorgaans ligt het aan het onderwerp dat de
Raad behandelt) De raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgeving- en
begrotngstaak uit.
3. Europees Parlement (art. 14 VEU): bestaat uit 751 leden (inclusief voorziter) en
vertegenwoordigt het volk van Europa. Het Europees Parlement wordt dan ook elke 5
jaar rechtstreeks door de EU-burgers gekozen. Samen met de Raad oefent het Europees
Parlement de wetgevende macht uit en keurt het de begrotng goed. Ook benoemd het
Europees Parlement de leden van de Commissie.
4. Europese Commissie (art. 17 VEU): vertegenwoordigt de Unie in zijn geheel en bestaat
uit 27 commissarissen en zijn als enige bevoegd een wetsvoorstel in te dienen bij het
Europees Parlement en de Raad (recht van initatef) Ook houdt de Europese Commissie
toezicht op de naleving van het Unierecht door een lidstaat aanhangig te maken bij het
HvJ. Tot slot kan de Europese Commissie Eu-wetgeving uitvoeren samen met de
lidstaten.
5. Hof van Justte (art. 19 VEU): bestaat uit 27 rechters die zich buigen over de toepassing
en uitleg van de Europese verdragen en alle geschillen die hieruit voortvloeien. Ook kan
een lidstaat een prejudiciële vraag stellen aan het HvJ; een vraag aan een natonale
rechter over de toepassingeuitleg van het EU-recht. Het EU-recht moet in alle lidstaten
op dezelfde manier worden uitgelegd.
6. Europese Centrale Bank (art. 282 VwEU); hoef je niet te kennen voor het tentamen.
, 7. Europese Rekenkamer (art. 285 VwEU): hoef je niet te kennen voor het tentamen.
Literatuur:
Europees recht is het geheel of systeem van juridische regels betrefende doelstelling, inrichtng en
functoneren van de Europese unie (functonele bestuursorganisate waarbij verschillende instantes
op een andere manier betrokken zijn in besluitvorming)
Rol van het recht in de Unie:
In de vorm en in de ontwikkeling van de Europese Unie speelt het recht een veel grotere rol dan
andere middelen van gezag, zoals geld en fysieke macht. Financiële en machtsmiddelen heef de
Unie weinig in vergelijking met haar lidstaten. Het recht van de EU dient ertoe:
Politiek: Europese landen gaan zich binden door politeke processen
Historisch: de grote en kleine stappen vast te leggen in verdragen en wetgeving
Instrumenteel: de gestelde doelen nastreven met regelgeving
Conflict oplossend: geschillen beslechten die voortkomen uit bovenstaande ambites.
Sociaaleconomisch: uitwisseling van goederen, diensten en andere vormen van welvaart
tussen Europeanen die het vergemakkelijken en de welvaart bevorderen
Individueel: Europeanen handelingsmogelijkheden en bescherming bieden tegen onze
overheden en tegen elkaar
Kernbronnen rechtsgeschiedenis van de EU:
1. Verdragen of primaire wetgeving:
Verdrag van Parijs tot oprichtng van EGKS is de juridische neerslag van de Europese Unie. De
bedoeling van dit verdrag was heroprichtng van Duitsland na de tweede wereldoorlog en het
teruggeven van de soevereiniteit over kolen en staalproducte. Hierna werd het EEG en EGA
opgericht waarvan de juridische neerslag in het Verdrag van Rome staat. Het Verdrag van
Maastricht richte in 1992 de Europese Unie op waarin de drie voorgaande organisates
werden overkoepeld.
2. Ontwikkeling, secundaire of afgeleide wetgeving:
De verdragen worden vernieuwd doordat het verdrag de lidstaten onder druk zet om nieuwe
compromissen te sluiten in het belang van de lidstaten. Hierdoor moesten de lidstaten zich
voortdurend in de politeke actualiteit bewijzen.
3. Ontwikkeling, rechtsspraak:
In belangrijke uitspraken van rechts is er vaak een insttutoneel moment waarin de recht zijn
eigen plaats in die rechtsorde en zelfs de verdere ontwikkeling van de rechtsorde een impuls
geef. Door het geven van eigen impulsen van het Hof van Justte van de EU wordt de
rechtsontwikkeling van de EU verstrekt. Belangrijke arresten: Van Gend en Loos = directe
werking van het Europees recht en CostaeENEL= het Europees recht gaat voor op het
natonaal recht. Dit is de autonome rechtsorde van de EU.
Het rechtsgehalte van de Unie; rechtsorde, legaliteit, grondrechten en democratie.
Rechtsorde, rechtsgemeenschap en rechtsstaat:
De eigen rechtsorde is vastgesteld in het arrest Van Gend en Loos. De eigen rechtsorde houdt in dat
het een afzonderlijk stelsel van recht is dat zijn eigen ontwikkelingen beheerst, via juridische
procedures en vooral een eigen rechter. De EU heef een autonomie ten opzichte van alle lidstaten
en hun grondweten ten opzichte van het algemene internatonale recht. In een rechtsgemeenschap
worden de verhoudingen tussen het gezag en hen die eraan zijn onderworpen in sterke mate door
het recht beheerst in openheid zoals gebruikelijk is. In een rechtsgemeenschap kunnen de lidstaten
en instellingen niet ontkomen aan het toezicht van HvJ. Overheidsgezag heef het karakter van de
rechtsstaat als:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper babyangel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.