H1 – Inleiding
De verbintenis uit de wet
Algemene uitgangspunten: 1 van de fundamentele principes van bijna elk rechtstelsel is dat men
verplicht is om de schade die men door eigen onbehoorlijk gedrag aan een ander heeft toegebracht
te vergoeden. De wet zegt; ‘hij die tegen een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan
worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander daardoor lijdt te vergoeden.’ De keerzijde
van dit belangrijke principe is het uitgangspunt dat een ieder de schade die hem overkomt, zonder
dat een ander daarvoor verantwoordelijk gesteld kan worden, zelf zal dienen te dragen. Soms heeft
de wetgever, naast de schadeveroorzaker zelf, iemand anders aansprakelijk gesteld om de schade te
vergoeden.
Verschillende verbintenissen uit de wet: De pleger van een onrechtmatige daad en de andere
personen die de wetgever verantwoordelijk heeft gesteld, hebben een civielrechtelijke verplichting
om de onrechtmatig veroorzaakte schade te vergoeden (6:162). De benadeelde heeft het recht om
die schade te vorderen. Er is dus sprake van een verbintenis tussen deze 2 partijen. Dan gaat het om
verbintenissen tot het betalen van schadevergoeding; de wet verbindt aan deze en zulke situaties
waarin aan een ander schade wordt toegebracht de verplichting om die schade te vergoeden. Als
iemand vrijwillig, zonder specifiek opdracht de belangen van een ander waarneemt, verbindt de wet
(6:198) daaraan een aantal gevolgen. Hij moet de begonnen zaakwaarneming voortzetten op een
behoorlijke manier; daartegenover staat dat hij recht heeft op vergoeding van mogelijk geleden
schade en soms ook beloning. Voorts kan een verbintenis uit de wet ontstaan als iemand zonder
rechtsgrond een prestatie heeft verricht; er ontstaat dan een verplichting tot teruggave van wat
onverschuldigd is betaald (6:203). Bij ongerechtvaardigde verrijking verbindt de wet hieraan de
verplichting om, voor zover dit redelijk is, de schade ten belope van het bedrag van de verrijking te
vergoeden (6:212). Het kenmerkende verschil tussen deze verbintenissen uit de wet en bijv. de
verplichting voortvloeiende uit een overeenkomst is, dat het rechtsgevolg van een 2zijdige
rechtshandeling beoogd is, terwijl dat bij de schadevergoedingsverplichting uit onrechtmatige daad
irrelevant is. Hoewel wanprestatie zou kunnen worden gezien als een onrechtmatige handeling,
wordt de niet-nakoming van een overeenkomst traditioneel zelfstandig en los van de onrechtmatige
daad behandeld. Soms is samenloop van contractuele en delictuele schadevergoeding mogelijk.
Verhouding tot andere rechtsgebieden situering
Samenloop met andere sancties binnen het vermogensrecht: Er is sprake van samenloop als meer
regels van toepassing zijn op 1 gebeurtenis. Uitgangspunt van ons recht is dat in beginsel alle
samenlopende regels dan van toepassing kunnen zijn, tenzij er sprake is van een lex specialis. Op
grond van het adagium ‘lex specialis derogat legi generali’ geldt dat als een regel speciaal voor een
geval gemaakt is, deze regel exclusief van toepassing is. Samenloop zal zich vooral voordoen als een
contractuele verplichting geschonden wordt (6:74 ev.) en de vraag gesteld wordt of dit niet ook als
een onrechtmatige daad moet worden aangemerkt. Men zou de schending van de contractuele
verplichting immers kunnen opvatten als een inbreuk op het contractuele recht. Het uitgangspunt
van het BW is dat de wanprestatie als zodanig niet als een vorm van onrechtmatig handelen wordt
beschouwd die aanleiding geeft tot een vordering op grond van art. 6:162. Dat is slechts anders als
de gedraging die in strijd komt met de contractuele verplichting, ook los en onafhankelijk van deze
verplichting als een onrechtmatige gedraging gezien kan worden. Dan is er zowel sprake van
wanprestatie vanwege de schending van de contractuele verplichting als van onrechtmatig handelen
vanwege de schending van andere normen dan die welke de contractuele verhouding met zich
brengt.
Verhouding tot het strafrecht: Het onrechtmatig toebrengen van schade kan ook aanleiding geven
1
, tot strafrechtelijke sancties; ook hier is samenloop mogelijk. Er zijn belangrijke verschillen tussen
beide stelsels. Bij het strafrecht gaat het om de strafbaarheid van de gedraging en de dader terwijl
het bij het civiele recht meer om de schade gaat. Ook gaat het bij het strafrecht tussen de staat en de
dader en bij het civiele recht tussen benadeelde en dader.
Verschillende grondslagen: Er bestaan verschillende soorten van aansprakelijkheid. Ten 1e de
klassieke aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen, die aansluit bij het rechtsgevoel van
ieder weldenkend mens dat men heeft in te staan voor de schade die men door eigen onbehoorlijk
handelen heeft veroorzaakt. Ten 2e de aansprakelijkheid voor de fouten van anderen. Hierbij draagt
men het risico voor de fouten van die ander. Ten slotte de aansprakelijkheid voor bepaalde zaken. De
bezitter is dan aansprakelijk voor bepaalde gebreken, ook al was hij niet op de hoogte van dat
gebrek. De aansprakelijkheid is dus niet altijd op dezelfde grondslag gebaseerd; soms is het op grond
van een verwijt en soms spelen andere overwegingen een rol.
Schuld, fout, risico: Deze termen schuld en risico verwijzen mede naar de verschillende grondslagen
van een in de wet neergelegde aansprakelijkheidsbepaling. Bij risico hoeft de aansprakelijkheid niet
te berusten op enig verwijtbaar gedrag van de aansprakelijk gestelde. Bij schuld berust de
aansprakelijkheid op enige vorm van verwijt ten aanzien van de gedraging de schade heeft
veroorzaakt. Schuld wordt in dit verband gebruikt in een zeer ruime betekenis. Het omvat dan
verwijtbaar onrechtmatig gedrag. Risicoaansprakelijkheid verwijst naar een aansprakelijkheid waarbij
er niet in alle opzichten sprake hoeft te zijn van schuld; dat kan zo zijn als de verwijtbaarheid van de
onrechtmatige gedraging ontbreekt, maar ook en vooral als de onrechtmatigheid van het gedrag
ontbreekt. Risicoaansprakelijk is aansprakelijkheid buiten onrechtmatigheid en schuld.
Risicoaansprakelijkheid verwijst dus naar een aansprakelijkheid die niet uitsluitend is gebaseerd op
tekortkoming in het gedrag van de aansprakelijk gestelde persoon, maar mede op bepaalde, specifiek
omschreven risico’s die voor rekening van de aansprakelijke persoon komen.
Doel + functie aansprakelijkheidsrecht: De primaire doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht is
geleden schade te herstellen en dreigende schade te voorkomen. Ook wordt betoogd dat het
aansprakelijkheidsrecht veeleer is gericht op het bepalen wanneer schade moet worden verplaatst
van het slachtoffer naar degene die schade heeft berokkend of die daarvoor verantwoordelijk is. Van
het aansprakelijkheidsrecht kan een preventieve werking uitgaan. De wetenschap aanzienlijke
schadevergoeding te moeten betalen als schade aan derden wordt berokkend, kan een heilzame
werking uitoefenen op het gedrag van personen. Zodat zij misschien proberen schade te voorkomen.
Voor verplaatsingen van schade van het slachtoffer naar een derde is een rechtvaardiging nodig.
Over de rechtvaardiging bestaan verschillende theorieën:
- De schuldleer; schade kan alleen worden afgewenteld op een ander wanneer deze laatste iets te
verwijten valt.
- De risicoleer; onder bepaalde omstandigheden behoort aan een ander toegebrachte schade voor
risico van de dader te komen.
- de profijttheorie; deze is er op gebaseerd dat degene die van bepaalde activiteiten, personen of
zaken het profijt heeft ook de daaraan verbonden risico’s moet dragen.
Geen van deze theorieën kan steeds een afdoende verklaring geven voor de vraag waarom in soms
de schade voor rekening van de dader kan worden gebracht. Bij dit alles bedenke men dat de
inzichten over billijkheid in een bepaalde mate tijdgebonden zijn. Vooral bij letselschade wordt in
toenemende mate als onbillijk ervaren dat slachtoffers hun schade voor eigen rekening moeten
houdt. Niet steeds is nauwkeurig duidelijk waarom soms wel en soms geen aansprakelijkheid wordt
aangenomen. Er is geen algemeen dragend beginsel.
Verzekering + aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid kan ingrijpende gevolgen hebben, vooral
wanneer het te betalen bedrag hoog is. Vaak zal de aansprakelijke persoon zich daarvoor kunnen
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maritinwonderland. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.