Uitgebreide samenvatting H6: Cognitieve dissonantie en de behoefte om ons zelfbeeld te beschermen
Samenvatting Sociale psychologie, 10e editie - H1, 3 t/m 13
Alles voor dit studieboek
(81)
Geschreven voor
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Psychologie
Sociologie I
Alle documenten voor dit vak (62)
Verkoper
Volgen
ambervanransbeek
Voorbeeld van de inhoud
H7: Attitudes en attitudeverandering: gedachten en gevoelens beïnvloeden
1 DE AARD EN OORSPRONG VAN ATTITUDES
Attitude: een evaluatie of houden tegenover een attitudeobject zoals mensen, voorwerpen
en ideeën. Ze bestaan uit 3 componenten.
1. Affectieve component: gevoelsmatige reactie
2. Cognitieve component: onze gedachten en opvattingen
3. Gedragsmatige component: onze neiging tot handelen t.o.v. het attitudeobject
Tricomponent attitudemodel: attitudes omschreven als samengesteld uit 3 componenten
De verhouding van de 3 is bij elke attitude anders
1.1 HOE ONTSTAAN ATTITUDES?
Deels te herleiden naar onze genen (verbonden met temperament en
persoonlijkheid)
Deels te herleiden naar sociale ervaringen
3 soorten attitudes:
1. Op cognitie gebaseerde attitudes: Attitudes die voornamelijk gebaseerd zijn op
kennis en eigenschappen van het attitudeobject
2. Op affect gebaseerde attitudes: attitudes die meer gebaseerd zijn op iemands
gevoelens en waarden t.o.v. het attitudeobject (seks, politiek, religie)
Laten ons waardesysteem tot uiting brengen en zijn vaak ontstaan door
conditionering. Ze worden niet gesteund door logica en rationele beoordelingen
3. Op gedrag gebaseerde attitudes: attitudes die gebaseerd zijn op iemands observatie
van hoe degene zich gedraagt t.o.v. een attitudeobject
bv. Je houdt van sport omdat je vaak naar de gym gaat -> gebaseerd op gedrag
1.2 EXPLICIETE EN IMPLICIETE ATTITUDES
Expliciete attitude: attitude die we bewust onderschrijven en gemakkelijk kunnen
reproduceren.
Impliciete attitude: attitude die onwillekeurig en vaak onbewust is
Voorbeeld: student gelooft dat alle mensen evenwaardig zijn -> expliciete attitude
Maar toch is hij opgegroeid waar er veel negatieve stereotypen over minderheden bestaan.
Onbewust gaat hij een negatieve kijk hebben op deze mensen -> impliciete attitude
Deze gaat onbewust zijn gedrag sturen (bv oogcontact vermijden)
Hoe ontstaan impliciete en expliciete attitudes?
Impliciet: Meer in onze jeugdervaringen ontstaan, herhaling en onbewuste
conditionering
, Expliciet: in recente ervaringen
Mensen kunnen verschillende expliciete en impliciete attitudes hebben over 1
onderwerp.
2 ATTITUDES EN VOORSPELLEN VAN GEDRAG
Het is niet omdat mensen hun attitude veranderen dat hun gedrag ook veranderd.
LaPierre: ging met een Aziatisch koppel naar restaurants om te zien of mensen ze racistisch
zouden behandelen. -> in het algemeen werden ze vriendelijk behandeld.
Daarna belde hij de eigenaren met de vraag wat ze zouden doen als er een Aziatisch koppel
zou willen komen eten. -> de meeste zouden het koppel weigeren
-> attitudes waren verschillend van het gedrag
Dit experiment was echter niet goed want degene die de attitude hadden en degene die de
beslissing moest maken of ze mochten eten waren andere personen.
Er is wel degelijk een verband tussen attitudes en gedrag maar om echt het gedrag zo te
voorspellen moet je weten of het spontaan of gepland is
2.1 SPONTAAN GEDRAG VOORSPELLEN
Attitudes kunnen spontaan gedrag alleen voorspellen als ze voor de betrokkenen
toegankelijk zijn.
Attitudetoegankelijkheid: de sterkte van de associatie tussen een attitudeobject en iemands
houding t.o.v. dat object. Uitgedrukt in de snelheid waarin de betrokkene kan zeggen wat
die van het object vind. (wordt bepaald door de ervaringen)
Hoge toegankelijkheid: attitude komt meteen
Lage toegankelijkheid: duurt langer om onze attitude te bepalen
Toegankelijke attitudes zijn beter om spontaan gedrag te voorspellen omdat de kans dat we
eraan denken tijdens het handelen groter is.
2.2 GEPLAND GEDRAG VOORSPELLEN
Mensen nemen bijvoorbeeld voor een studiekeuze meer tijd -> gepland gedrag
kunnen minder toegankelijke attitudes voor de geest halen (attitudetoegankelijkheid
speelt dus geen rol)
Theorie van gepland gedrag: je kan bewust gepland gedrag het best voorspellen aan de
hand van de intentie die mensen hebben. 3 elementen bepalen de intentie
1. De attitudes tegenover het gedrag
2. Subjectieve normen: hoe anderen naar het gedrag gaan kijken
3. De ingeschatte controle van het gedrag: makkelijk gedrag eerder vertonen
Attitude + subjectieve normen + controle = intentie = gedrag
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ambervanransbeek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,59. Je zit daarna nergens aan vast.