Aantekeningen collegereeks bestuursrecht uit het 3e jaar van de bachelor Notarieel recht. Bevat aantekeningen van de colleges waarin tevens jurisprudentie is opgenomen. Dit vak zelf met een 7 afgesloten. Succes met de voorbereiding!
Onderwerp 1: verticale rechtsverhouding.
Verticale rechtsverhouding overheid bepaalt eenzijdig de rechtspositie van
burgers. Overheid staat boven de burger. Overheid is dus er machtig, daarom zijn er
grenzen via:
- legaliteitsbeginsel. overheidsoptreden moet een grondslag hebben in de wet.
Dus wettelijke bevoegdheid en uitoefenen van die bevoegdheid conform de wet. Wet
in formele zin: besluit van regering en staten generaal gezamenlijk. De wet in
materiële zin is: 1. Algemene regel, 2. Met externe werking, 3. Vastgesteld o.g.v.
wetgevende bevoegdheid. Bij het legaliteitsbeginsel gaat het over de wet in materiële
zin, er moet ergens grondslag zijn in een regel.
- controle op overheidsoptreden door onafhankelijke rechter.
Drie grote bestuursrechtelijke vragen:
- is de overheid bevoegd?
- heeft de overheid alle regels in acht genomen?
- welke rechtsbeschermingsmogelijkheid staat open?
Aandachtspunten voor privatisten:
1. Voor overheidsoptreden is een specifieke wettelijke bevoegdheid nodig, in
tegenstelling tot in het burgerlijk recht.
Onderwerp 2: algemeen en bijzonder bestuursrecht.
Bijzonder bestuursrecht:
- is specifiek voor een bepaalde sector.
- bv omgevingsrecht, belastingrecht, onderwijsrecht.
- staat in bijzondere wetten zoals Wabo, Wrn, Wro, Awr. Al deze wetten zijn wetten in
formele zin omdat het woordje ‘wet’ erin staat.
- vragen als: wie is bevoegd een belastingaanslag op te leggen, is voor het kappen
van deze boom een vergunning vereist.
Algemeen bestuursrecht:
- bestuursrecht dat relevant is voor meerdere sectoren.
- Awb bevat algemeen bestuursrecht. Daarnaast is er algemeen bestuursrecht dat
niet is gecodificeerd. Vertrouwensbeginsel, rechtszekerheidbeginsel en
gelijkheidsbeginsel staat niet gecodificeerd. Andere algemene beginselen van
behoorlijk bestuur staan er wel in.
- vragen als: welke eisen worden gesteld aan de motivering van een besluit, wanneer
treedt een besluit in werking, binnen welke termijn kan een bezwaarschrift worden
ingediend.
Aandachtspunten:
1. Awb is geen BW: altijd ook een bijzondere wet nodig.
, Verhouding Awb en bijzondere wetten:
- normenhierarchie (Grw – wet in formele zin – amvb – provinciale verordening –
gemeentelijke verordening)
- bijzondere wet gaat voor algemene wet.
je kijkt eerst naar de normenhierarchie en als de wetten op dezelfde rang staan
dan kijk je daarna pas naar de regel dat bijzondere wet voor algemene wet gaat.
Onderwerp 3: Structuur Awb
- H1: begrippen
- H2, 3, 4: normen voor handelen bestuursorganen.
- H5: handhaving.
- H6,7,8: rechtsbescherming.
- H9: klachtbehandeling.
- H10: mandaat/delegatie en toezicht van bestuursorganen op bestuursorganen. Bij
delegatie verschuift de bevoegdheid echt, mandaat is meer iets praktisch.
- H11: slotbepalingen.
Begrippen bepalen toepassingsbereik, er is een gelaagde structuur. Als er een
hoofdstuk over bestuursorganen gaat moet je wel spreken over een bestuursorgaan.
Gelaagde structuur meerdere hoofdstukken zijn tegelijkertijd van toepassing
mogelijk.
Aandachtspunt:
- Awb is wel een beetje BW; belang begrippen en gelaagde structuur.
Onderwerp 4: Bestuursorgaan
Bestuursorgaan is orgaan met publiekrechtelijke bevoegdheid, hij kan dus eenzijdig
een rechtspositie van een burger veranderen. Bestuursorgaan is onderdeel van
overheidsverband. Centrale overheidsverband is de staat, verder zijn er decentrale
overheidsverbanden zoals de provincie, de gemeente, waterschap.
Overheidsverband = openbaar lichaam, de decentrale openbare lichamen staan
allemaal in H7 Grondwet. Deze kunnen wetgevende bevoegdheid hebben. Deze
hebben rechtspersoonlijkheid op grond van art. 2:1 lid 1 BW.
Aandachtspunten:
1. Bestuursorganen kunnen geen privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten, dat
kunnen de openbare lichamen. Deze zijn geen dragers van rechten en plichten,
omdat het ambten/functies zijn, geen rechtspersonen of natuurlijke personen.
2. Openbare lichamen hebben geen publiekrechtelijke bevoegdheden, dat hebben
hun organen.
Bestuursorgaan wordt gedefinieerd in art. 1:1 Awb. lid 1 geeft aan wat een
bestuursorgaan is, lid 2 geeft uitzonderingen. Lid 2 onder a gaat over de wetgever in
formele zin. Lid 1 heeft sub a en sub b:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robbin1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.