1.1 Het principe van waardecreatie........................................................................................2
1.2 De rol van financiële markten...........................................................................................3
1.3 Financiële verslaggeving en waardecreatie.....................................................................4
2.1 De tijdswaarde van geld...................................................................................................6
bv. €100 met 10% rente → na jaar 1 €110, na jaar 2 (10% over €110) €121, na
jaar 3 €133...........................................................................................................6
2.2 Toepassingen van het tijdswaarde van geld concept........................................................7
3.1 Risico en rendement.........................................................................................................8
3.2 Diversificatie..................................................................................................................... 9
3.3 Asset pricing................................................................................................................... 11
4.1 De jaarrekening.............................................................................................................. 13
5.1 Operationele efficiëntie en liquiditeit...............................................................................15
6.1 Winstgevendheid, risico en groei....................................................................................17
7.1 Net present value........................................................................................................... 18
7.2 Toepassingen van de NPV-regel....................................................................................19
8.1 Alternatieven voor de NPV.............................................................................................20
10.1 Obligaties..................................................................................................................... 22
10.2 Aandelen...................................................................................................................... 24
11.1 Aantrekken van kapitaal...............................................................................................26
11.2 Distribueren van kapitaal..............................................................................................28
12.1 Kapitaalkosten.............................................................................................................. 29
13.1 Kapitaalstructuur 1........................................................................................................31
(zonder belasting, zonder distress).......................................................................................31
13.2 kapitaalstructuur 2........................................................................................................ 32
(met belasting, zonder distress)............................................................................................32
13.3 kapitaalstructuur 3........................................................................................................ 34
(met belasting en distress)....................................................................................................34
Afkortingen en betekenissen................................................................................................36
1
,1.1 Het principe van waardecreatie
Kapitaalverschaffers investeren kapitaal met als doel rendement te behalen
Aandeelhouders verschaffen eigen vermogen (dividend en koersstijging)
Obligatiehouders verschaffen vreemd vermogen (rente betaling en terugbetaling inleg)
Financiële waarde wordt gecreëerd als de onderneming meer rendement weet te behalen dan
het rendement dat de kapitaalverschaffers vereisen.
ROIC > COC (Return on invested capital > Cost of capital)
Kapitaalkosten is het gewogen gemiddelde van het vereiste rendement vreemd vermogen
(obligatiehouders) en het vereiste rendement eigen vermogen (aandeelhouders).
Waarom moet een bedrijf zich richten op financiële waarde creatie?
- Om kapitaalverschaffers van het benodigde rendement te voorzien. Anders krimpt je bedrijf
en kan het niet overleven (investeerders willen niet meer investeren).
- ROIC moet hoger liggen dan COC (=WACC) om te groeien.
- Slecht presterende bedrijven zijn goede targets voor overname.
Stakeholders of shareholders tevreden houden is een continue discussie.
Netto contante waarde → berekenen of een investering waarde toevoegt.
Contante waarde = huidige waarde van toekomstige kasstroom
Netto contante waarde (NCW) = verschil tussen de PV (present value) en de initiële investering.
Het principe van waardecreatie wordt gebruikt om beslissingen te maken:
- Kapitaalinvesteringen
- Uitkeren van kapitaal (herinvesteren (in positieve NCW projecten)of uitkeren aan
aandeelhouders (wanneer er alleen negatieve NCW projecten zijn))
- Kapitaalstructuur (ratio vreemd vermogen/eigen vermogen)
- Acquisities
2
,1.2 De rol van financiële markten
Financiële markten dienen 2 doelen:
Primaire markt → Biedt een markt voor bedrijven om kapitaal aan te trekken (zowel vreemd als
eigen vermogen) (nieuwe waardepapieren - wordt geregistreerd in aandeelhoudersregister)
Secundaire markt → Biedt investeerders een plaats om de belangen in het bedrijf te
verhandelen (verhandelen bestaande waardepapieren - aandeelhoudersregister wordt bijgewerkt)
Bij het uitgeven van dividend haalt de onderneming actuele eigendomsgegevens uit het
aandeelhoudersregister.
Financiële markten zijn efficiënt omdat nieuws zich vrijwel direct uit in de koersstijgingen/dalingen.
Beleggers gebruiken nieuwe informatie om verwachtingen over toekomstige kasstromen bij te werken
(snel NCW-berekeningen maken om te beslissen of nieuwe informatie leidt tot waardestijging of
daling).
Financiële markten zijn maar één bron van financiering.
Waar haalt een onderneming zijn geld vandaan:
- Eigen vermogen: Uitgifte nieuwe aandelen. Gebeurt bijna nooit. Geeft stemrecht aan
aandeelhouders. Dividend uitkeren in ruil voor investering.
- Bedrijfsobligaties: = Langlopende schulden. Gebeurt frequenter. Obligatiehouders ontvangen
rente en hebben een claim op de onderneming bij het liquideren van de onderneming.
- Kortlopend geld: Wordt vaker geleend bij de bank dan op de kapitaalmarkt.
- Ingehouden winsten: Herinvesteren
- Recentere ontwikkelingen: crowd-funding, angel investors, private equity, etc.
Er is financiering nodig om conjunctuurcyclus uit te kunnen voeren.
- Kapitaal wordt geïnvesteerd in activa
- Activa genereert verkopen
- Verkopen genereert cashflow
- Cashflows kunnen worden uitgekeerd of geherinvesteerd
Als een bedrijf sneller wil groeien dan zijn eigen interne groeicapaciteit, moet het externe financiering
aantrekken.
Een bedrijf dat wil groeien zal veel herinvesteren.
Een bedrijf dat niet wil groeien zal veel geld uitkeren.
Een bedrijf dat sneller wil groeien dan het genereert aan cashflows zal extra financiering aantrekken.
3
, 1.3 Financiële verslaggeving en waardecreatie
Twee belangrijke elementen van de jaarrekening:
- balans
- Geeft activa en passiva weer van een onderneming.
Overzicht bezittingen en schulden (hoe worden bezittingen gefinancierd).
(= momentopname)
- resultatenrekening
- Geeft een overzicht van inkomsten uit uitgaven op een bepaald tijdstip
(= vaak over een periode van bv. een jaar gemeten)
Derde element:
- Kasstroomoverzicht
- Is een aanpassing van de resultatenrekening waarbij er correcties worden uitgevoerd
om uit te komen op welk geld de onderneming in komt en uit gaat.
(Bijvoorbeeld afschrijving staat wel in resultatenrekening maar staat niet in
kasstroomoverzicht)
De balans:
Onderverdeeld in korte termijn en lange termijn.
Meestal wordt geprobeerd KT activa en KT passiva overeen te laten komen en LT activa en LT
passiva overeen te laten komen om renterisico af te dekken.
Eigen vermogen en LT schuld is opgenomen tegen boekwaarde en kan afwijken van marktwaarde.
Werkkapitaal (NWC/NBK/WCR)
Hoeveel kapitaal een onderneming nodig heeft om de dagelijkse activiteit te financieren.
De hoeveelheid werkkapitaal drukt op de winstgevendheid van de onderneming.
Verlagen van nettobedrijfskapitaalbehoefte zorgt ervoor dat er geld overblijft om schulden te verlagen,
uit te keren aan aandeelhouders of te herinvesteren in de onderneming.
Resultatenrekening
Een overzicht van inkomsten en uitgaven van de onderneming.
Standaard opbouw resultatenrekening:
- totale inkomsten (verkoop goederen en/of diensten)
- Operationele uitgaven (gelinkt aan dagelijkse activiteit, grondstof,productiekosten)
- Rente (gelinkt aan vreemd vermogen, kosten van schulden)
- Belasting (worden berekend over gerealiseerde winst)
Jaarrekening
kan gebruikt worden om winstgevendheid van de onderneming te bepalen:
- ROE = nettowinst / EV
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper riannevx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.