100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting menselijke biologie en genetica €6,89
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting menselijke biologie en genetica

 4 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit is een (Nederlandse) samenvatting voor het vak Menselijke biologie en Genetica. Gebaseerd op het boek Human Biology. Gegeven door professor Rudi D'Hooge aan de universiteit van Brussel. Geslaagd in eerste zit.

Voorbeeld 4 van de 94  pagina's

  • 20 februari 2024
  • 94
  • 2022/2023
  • Samenvatting
avatar-seller
Hoofdstuk 1: chemie van het leven



Chemie = studie van materie en energie (nodig om te groeien, verplaatsen en voor te
planten)
 Zuurstofgas in de lucht
 Stikstof, waterstof en koolstof uit voedsel dat we eten

1. Leven hangt af van water!
 = meest stabiele en overvloedige molecule
 Belangrijke eigenschappen
o Uitstekend oplosmiddel
 Oplosmiddel: vloeistof waarin andere stoffen oplossen
 Water = ideale oplosmiddel  polaire vloeistof
- Polaire moleculen die worden aangetrokken door water en op
elkaar inwerken = HYDROFIEL
- Niet polaire neutrale moleculen lossen niet op = HYDROFOOB
(olie en water)
o Vloeistof op kamertemperatuur
 Vloeistof bij temperaturen van 0 tot 100 graden  genoeg warmte-
energie om de zwakke waterstofbruggen tijdelijk af te breken tussen
de watermoleculen
 Indien onder 0 graden  onvoldoende warmte-energie  geen
afbraak waterstofbruggen  vormen stabiele onveranderlijke stijve
roosterstructuren
 Indien boven 100 graden  alle waterstofbruggen volledig afgebroken
 gas
 Vloeibaarheid van water op lichaamstemperatuur maakt dat het een
uitstekend medium is voor het transporteren van opgeloste stoffen
- Transport = belangrijke functie van bloed (bevat zuurstof en
voedingsstoffen)
o Warmte-energie absorberen en vasthouden
 Regulatie van lichaamstemperatuur
 Kan grote stijging voorkomen + warmte vasthouden indien gevaar
voor warmteverlies
 Zweet verdampen
o Verdamping van water verbruikt warmte-energie
o Neemt deel aan chemische reacties
 Binnen levende organismen

2. Belang van waterstofionen
 Zuren en basen
o Waterstofmoleculen die uit elkaar vallen laten evenveel waterstofionen als
hydroxide-ionen vrij
o Mol = wetenschappelijke meeteenheid van atomen, ionen en moleculen
1

,  Zure oplossingen (hoge H+ concentratie)
o Oplossen in water  vrijkomen van waterstofionen (H+)
 Basische oplossing (lage H+ concentratie)
o Nemen waterstofionen (H+) op OF geven hydroxide-ionen (OH-) af
= sommige zuren of basen zijn sterk, dat wil zeggen dat ze veel H+ of OH- ionen afstaan.

 PH schaal
 = zuurtegraad of basische waarde van oplossing weer te geven
 PH 7 = neutrale toestand (H+ en OH_ zijn gelijk)
 PH boven 7 = basisch
o 0 = meest zure
o 14 = meest basische
 Elke eenheid op de pH schaal is (naar boven of onder) 10 keer zuurder of basischer
o PH bloed = 7,4

 Buffer
 PH moet binnen smal bereik gehouden worden
 Buffers om pH-veranderingen te voorkomen en binnen normale grenzen te houden
 Één van de belangrijkste bufferparen in lichaamsvloeistof:
o Bicarbonaat (indien bloed te zuur)
o Koolzuur (indien te alkalisch)

3. Organische moleculen van de levende organismen
 Koolstof = gemeenschappelijke bouwsteen van organische moleculen (aan elkaar
gehouden door covalente bindingen)
o Kan covalente bindingen maken met:
 Waterstof
 Stikstof
 Zuurstof
 Andere koolstof
 Uitdrogingssynthese
 Macromoleculen worden in de cel opgebouwd, voor elke sub unit dat er bij komt,
wordt een watermolecule afgetrokken
 Hydrolyse
 Wanneer een covalente binding gebroken wordt, komt er een equivalent van
watermoleculen toegevoegd
 Levende organismen synthiseren 4 klassen organische moleculen
 Koolhydraten
o Energie en structurele ondersteuning
o Universele energiebron
o Monosacharide
 Simpele suikers bestaande uit één suikermolecuul
 Structuur: koolstof, waterstof en zuurstof
 Ribose, deoxyribose, glucose & fructose
 Oligosacharide = meer dan één monosacharide samengenomen
o Polysacharide
 Slaan energie op, extra energie stockeren

2

,  Lange polymeren, lange ketens van glucose sub eenheden
 Complexe koolhydraten
 Lipiden
o Onoplosbaar in water
o Bestaan uit:
 Triglyceriden
- Energie bewarende moleculen
- Verzadigde vetten (twee waterstofatomen aan de staarten vb.
boter)
- Onverzadigde vetten (meer dan 1 koolstofatoom aan de staart)
 Fosfolipiden
- Primaire component cab cel membranen
- Fosfaatgroep  polaire kop en niet-polaire staart
- Gestructureerd als vetten
- Belangrijkste bestandsdeel van plasmamembranen in de cel
 Steroïden
- Opgebouwd uit 4 ringen
- Niet oplosbaar in water
- Cholesterol = veel voorkomende steroïde
 Eiwitten/proteïnen
o Complexe structuren opgebouwd uit aminozuren
o Menselijke proteïne = 20 verschillende aminozuren
o Gevormd door dehydratie synthese
o 3-100 aminozuren worden polypeptide genoemd
o Functie hangt af van structuur:
 Primaire structuur
 Secundaire structuur
- Hoe de keten gevormd is in de ruimte
 Tertaire structuur
- Drie dimensionale vorm
 Quartaire structuur
- Verwijst naar het aantal polypeptide ketens die instaan voor
het eiwit
o Verschillende eiwitten, verschillende structuren, verschillende toepassingen:
 Enzymen: reguleren de snelheid van de biochemische reacties in
cellen
 = biologische katalysator
 Snelheid van chemische reacties verhogen
o PH denaturatie:
 Permanente verstoring van de eiwitstructuur  verlies biologische
functie
 Voorbeeld met ei dat gekookt wordt
 Nucleïnezuren
o Slaan genetische info op
o Twee soorten nucleïnezuren:
 Deoxyribonucleïnezuur (DNA)
- Genetische aspect van de levende dingen, stuurt de cel aan

3

, - Leiding over alle levensprocessen + groei, voortplanting en
ontwikkeling
 Ribonucleïnezuren (RNA)
- Uitvoeren van functies ie het DNA geeft
o = DNA bevat instructie voor het aanmaken van RNA  RNA bevat instructie
voor het maken van eiwitten  eiwitten sturen de meeste processen in het
leven
o Samenstelling:
 Bestaan uit nucleotides
- Suiker met 5 koolstofatomen
- Enkele of dubbele ringstructuur
- Één of meer fosfaatgroepen
 8 verschillende; 4 DNA en 4 RNA
- Adenine (bindt met thymine)
- Thymine (bindt met andenine)
- Cytosine (bindt met guanine)
- Guanine (bindt met cytosine)
 ATP draagt energie
 Universele energiebron
 Afbreken van ATP  adenosine difosfaat (ADP) + een organische fosfaatgroep (PI) +
energie




4

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maurytolpe1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,89  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd