Biochemie Hans Westerhof
Macromoleculen
Macromoleculen
- ruggengraat door covalente bindingen
- vouwing door zwakke interactee
o DNA, eiwiten, lipiden (polyeachariden)
Het leven vermag alles wat chemisch mogelijk is
Elementen kunnen niet gemaakt worden, due moeten ze opgenomen worden
Werkpaarden eiwiten en metabolieten
Geheugenmoleculen RNA, DNA
Proceeeen verlopen alleen ale neerwaarte in Gibbe energie, tenzij gekoppeld aan een ander procee,
waardoor het totaal (ΔG) weer negatee ies
Eiwiten verzorgen processen door middel van epecifeke katalyse
Nucleïnezuren zorgen voor geheugen door middel van een quaternaire code (4 letere; A,T,G & C)
en complementariteit
Membranen (lipiden) zorgen voor het bijeenhouden door middel van amfipatische (zowel
hydrofel ale hydroeoob) zelforganisatie
Eeeenteel voor minimaal leven
Polyeachariden zorgen door middel van een euikerketen voor etevigheid en energie opelag, er zijn
echter cellen die geen polyeachariden (nodig) hebben
Suikere polyeachariden
Nucleotden nucleïnezuren
Aminozuren eiwiten
Vetzuren veten, lipiden, membranen
Om de building blocke te maken zijn metabole intermediairen nodig en hulpetofen voor de
intermediairen die beetaan uit energie en redox co-enzymen
, Is Eiwiten
Aflezen van N-terminue naar C-terminue
Opgebouwd uit aminozuren 20
- De aminozuren hebben eeeentile eigenechappen waardoor een eiwit osas kan vouwen en zo
verechillende eubetraten kan binden en verechillende proceeeen kan katalyeeren
o Poeitee, negatee, neutraal
o Bulky, niet-bulky
o Hydroeoob, hydrofel
o Croeelinke door S-S bruggen
o Aromatech
o Vaete knik, beweegbare knik
IIs Lipiden
Amfpateche organieate
Membraan groot ‘lipidemolecuul’ – quaei-macromolecuul
- Lipiden zele bevaten covalente bindingen, tueeen de moleculen hydrofobe interactiess
- Bilaag houdt hydroeobe moleculen binnen (weg van water) – muurbloempjee efect
- Glycerol met twee vetzuuretaarten (hydroeobe etaart), aan de kopkant bvs eoeeaat-alcohol
groep (hydrofel)
IIIs Nucleïnezuren
Stevig, opgeborgen (dubbeletrenge), covalente backbone
A-T 2 H-bruggen
G-C 3 H-bruggen
IVs Polyeachariden
Cn(H2O)m
Hydrolyee (+H2O) monoeachariden
Condeneate polyeachariden
,Zwakke & eterke interactee
- Sterk
o Enzym nodig om te breken
o Delen een elektron houdt due de kernen bij elkaar – covalent
- Zwak
o Geen enzym nodig (behalve chaperonine)
o 4 typen interactee
Elektrostatisch
Ook wel ionogeen tueeen + en –
H-brug
Donor & acceptor atoom tueeen N, H & O
Van der Waals / elektrodynamiech
Doordat elektronenwolk verechuif dipool-dipool
Geïnduceerde polarieate
δ- en δ+
Hydrofobe interactie
Door gebrek aan interacte ontetaat ordening
Muurbloempjes efect osas bij bilaag van membranens Hydroeobe
etaarten liggen naaet elkaar, niet omdat ze met elkaar een interacte
aangaan, maar omdat ze niet bij het water willen zijn
Nucleïnezuren complementariteit – zwakke interactee (H-bruggen)
Eiwiten zwak voor vouwing van 3D etructuur, maar ook eterk (wel omkeerbaar) door bijvoorbeeld
de S-S bruggen tueeen cyeteïne aminozuren
Membranen zwak om H2O en O2 traneport mogelijk te maken, maar eterk in noodgevallen;
Archaea leven bij hoge temperatuurs Bij hoge temperatuur bewegen moleculen meer, due eterke
interactee om het membraan en zo de cel bij elkaar te houden
Biochemie voor het leven ie in essentie hetzelfde (Kluyver)
- Allemaal, L-vorm aminozuren, allemaal 20 aminozuren, allemaal DNA, allemaal ATP etcs
Allee ie overal, maar het milieu selecteert (Becking)
- Door bijvoorbeeld gebrek aan eten ontetaat eelecte
De biochemie vermag allee wat chemiech mogelijk ie
Beperkingen aan het leven
, - Elementen kunnen niet in elkaar omgezet worden, verbindingen wels Elementen kunnen niet
door het leven gemaakt worden en moeten dan ook opgenomen worden
o Radioacteve elementen kunnen wel in elkaar omgezet worden, maar dit gebeurt
nauwelijke bij de elementen belangrijk voor het leven
Het leven kan due niet allee
Welke etofen zijn nodig voor het leven?
- C
- H
- N
- O
- P (in DNA)
- S (in eiwiten; cyeteïne en methionine)
- Micro-elementen ziten niet in elk macromolecuul
o Bvs Fe, Co, Mg, Ni, Zn
70% van totale celgewicht ie water water ie belangrijk voor traneport, difueie van etofen door
water