Een samenvatting voor het vak 'kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek' van de sociale wetenschappen aan de universiteit Utrecht. Deze samenvatting bevat de stof uit het boek 'research methods' die nodig is voor deeltoets over experimenteel onderzoek. Alle dikgedrukte termen worden in de ...
Als we kijken naar een betrouwbare bron dan moeten we altijd een controle groep hebben. Deze
maakt het mogelijk voor ons om te vergelijken hoe het zou zijn met of zonder hetgeen wat we
willen. Daarom is je eigen ervaring geen betrouwbare bron omdat je dan vaak geen vergelijking
maakt met een controle groep.
Een confound is een andere mogelijke verklaring voor de uitkomsten die we uit ons onderzoek
krijgen. Zo kan het bijvoorbeeld dat er een effect van de onafhankelijke variabele blijkt op het
humeur. Dit kan komen door de verschillende levels van de onafhankelijke variabele, maar dit kan
ook komen door een andere variabele. Zo kan het dat het regende toen participanten de eerste
toets maakten en dat de zon scheen toen zij voor de tweede keer de tekst maken. Dit is een
mogelijke alternatieve verklaring (confound) voor de verandering in humeur.
In een onderzoek kan er een confederate aanwezig zijn. Dit is een acteur die meespeelt in een
bepaalde rol in het experiment. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat er een onderzoek wordt gedaan
naar hoeveel schokken jij iemand zou geven, waarbij er een acteur op de stoel doet alsof hij heel
veel pijn heeft terwijl hij in werkelijkheid niet geëlektrocuteerd wordt.
Onderzoek naar gedrag is probabilistisch: van de uitkomsten wordt niet verwacht dat het in alle
gevallen op elk moment uitleg kan bieden. De resultaten leggen alleen een bepaalde proportie van
alle mogelijkheden uit. Er is een strong probabillity dat de uitkomst klopt, maar het kan heel soms
anders zijn.
5 voorbeelden van Biased (eenzijdige) redenering:
- Meegetrokken worden met een goed verhaal: we accepteren een conclusie omdat het logisch
klinkt. We zouden niet naar intuïtie moeten luisteren.
- Availability heuristic: dingen die makkelijk in ons opkomen laten we onze gedachte leiden. Als
gebeurtenissen of herinneringen recent of mooi zijn komen ze sneller in ons op en denken we
dat ze vaker gebeurd zijn dan dat ze werkelijk zijn.
- Present/present bias: We focussen ons vaak op de keren dat onze gewenste uitkomst en de
behandeling aanwezig zijn en niet op de keren dat we gewenste uitkomst er was zonder de
behandeling. Vraag hierom altijd: in vergelijking met wat?
- Conformation bias: alleen kijken naar de informatie die bevestigt wat we al geloven.
- Bias blind spot: we geloven erin dat we zelf niet voor bovenstaande dingen vallen. We denken
dat wij minder eenzijdig zijn dan anderen. Als ons onze mening anders is dan die van andere
dan denken we dat wij de objectieve zijn.
Empirische onderzoeksartikelen : bestaan uit de uitkomsten van een onderzoek dat voor de
eerste keer wordt gepubliceerd. Ze bevatten details over de methode van de studie en de
statistische testen.
Review onderzoeksartikelen: bestaan uit een samenvatting van meerdere onderzoeken die
gedaan zijn op dit gebied. Soms gebruikt zo’n artikel de kwantitatieve techniek meta-analyse, wat
de resultaten van vele studies combineert en dan een getal geeft wat de effect size van een
relatie tussen iets aangeeft.
Als je een artikel leest stel jezelf dan de volgende vragen:
- Wat is het argument?
- Wat is het bewijs voor dit argument?
- Gemak steekproef je gaat onderzoek doen op basis van wat makkelijk te bereiken is en met
mensen waarvoor je weinig moeite hoeft te doen om ze te spreken.
- Doelgerichte steekproef: op zoek naar alleen een bepaalde soort participanten.
- Sneeuwbal steekproef: sommige groepen zijn moeilijk te bereiken dus vraag je 2 mensen uit
een groep en dan vraag je die mensen om anderen te vragen zodat het jezelf moeite scheelt.
- Quota steekproef: je betekent van tevoren ‘ik wil 80 Nederlanders, 35 Duitsers en 40 Fransen’
en dan ga je door met zoeken tot je die hebt gevonden.
Werkgroep 2 (p.341-375 deel 2) Diepte interviews
An open vraag is ontworpen om een volledig, betekenisvol antwoord te stimuleren waarin de
participant zijn eigen gevoelens en gedachten kwijt kan. Het is het tegenovergestelde van een
gesloten vraag, waarbij we een antwoord kunnen kiezen uit verschillende mogelijkheden.
Diepte interview: een kwalitatieve methode waarin de onderzoeker open vragen stelt om een zo
gedetailleerd mogelijk antwoord te krijgen. Als meerdere mensen tegelijk geïnterviewd worden dan
gebeurd dat in een focus groep. Hierbij gaan verschillende mensen bij elkaar zitten om te
overleggen en samen te werken.
Gestructureerd interview: interviewers stellen vragen op precies dezelfde manier bij alle
correspondenten en de respondent wordt gevraagd om zo kort en bondig mogelijk te antwoorden
op de open vragen.
2 belangrijkste types van diepte interviews:
- Semi-gestructureerd interview: interviewer heeft een lijst met vragen voorbereid. Deze lijst
noemen we het interview schema. De interviewer mag zelf de volgorde betalen of verder vragen
naar iets.
- Ongestructureerd interview: interviewer heeft een lijst met onderwerpen maar de vragen
worden allemaal ter plekke bedacht.
Oral history: ongestructureerd of semi-gestructureerd interview waarin mensen hun ervaringen
moeten terughalen in een specifieke historische periode tijdens een speciaal historisch event. Hier
worden weinig dingen echt bij geanalyseerd door de interviewer. Oral histories zijn meer informeel
en meer open dan kwalitatieve diepte interviews. Hun doel is om de verhalen van individuelen te
achterhalen. Het probleem hiermee is dat de herinneringen van mensen niet helemaal
betrouwbaar zijn door recall bias.
Levenshistorie interviews: zijn bedoeld om onderzoek te doen, niet alleen om over geschiedenis
te horen. Ze zijn bedoeld om de levensloop van iemand te bepalen.
Cognitieve interviews: vragen mensen om hardop te zeggen wat ze denken terwijl ze bepaalde
vragen beantwoorden. Wordt vooral gebruikt om interview vragen te verbeteren.
We kunnen bij ons onderzoek gebruik maken van zowel informanten als participanten.
Informanten zijn mensen met speciale kennis over een onderzoeksvraag door hun sociale of
professionele positie. Respondenten zijn normale mensen die mee doen aan je onderzoek en
waarover je informatie gaat verzamelen.
Case study logic: het is belangrijk om te onthouden dat elk individu in de studie waardevol is en
dat iedereen ons iets anders kan vertellen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper psy99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.