100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Algemene Psychologie alle verplichte literatuur. 9.8 behaald met deze samenvatting €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Algemene Psychologie alle verplichte literatuur. 9.8 behaald met deze samenvatting

18 beoordelingen
 767 keer bekeken  63 keer verkocht

Samenvatting Zimbardo, P., Johnson, R., & McCann, V. (2017). Psychologie, een inleiding. Amsterdam: Pearson Education (8e editie). ISBN 9789043034593 Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 14 en Dijkstra, P. (2016). Hoofdstuk 5. De rol van persoonlijkheid in het leven van alledag. In: Barelds, D.P.H....

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 65  pagina's

  • Nee
  • Hst 1 t/m 6, 9, 10 en 14
  • 26 september 2018
  • 65
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (533)
Alle documenten voor dit vak (17)

18  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: fennadevries2 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: deheusdebby • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: synopsizer • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: cedricvdvlies • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: emmelieenkids60 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: noortjehana • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sshewpersad • 4 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
anikaschurink
Samenvatting 'Psychologie. Een Inleiding' Hst. 1 t/m 6, 9, 10 en 14
+ Artikel Pieternel Dijkstra 'De rol van persoonlijkheid in het leven van alledag'

Hst. 1 Geest, gedrag en psychologische wetenschap

1.1 Wat is psychologie en wat niet?
Fundamenteel concept psychologie: het toepassen van de wetenschappelijke methode om de geest en het
gedrag te onderzoeken. Psyche = geest.
Psychologie is de wetenschap van gedrag en geestelijke processen, zowel interne geestelijke processen
(zoals denken) als externe, waarneembare gedragingen (zoals praten). Het is gebaseerd op objectieve,
verifieerbare gebeurtenissen.

1.1.1 drie soorten psychologen:
 experimenteel psycholoog: voert onderzoek uit dat nieuwe psychologische kennis creëert.
 Docenten psychologie
 toegepast psycholoog: gebruikt de kennis vergaard door experimenteel psychologen om problemen
van mensen op te lossen. Specialismen hierbinnen:
- Arbeids- en organisatiepsychologen: maximaliseren de productiviteit en arbeidsmoraal
 sportpsychologen: helpen atleten hun prestaties en motivatie te verbeteren
 schoolpsychologen: deskundig op het gebied van leren/lesgeven
 klinisch psychologen/counselors: helpen mensen zich aan te passen op sociaal en emotioneel
gebied of om moeilijke keuzes te maken.
 Forensisch psychologen: werken in wets- en rechtssysteem.
 Omgevingspsychologen: proberen de interactie met onze omgeving en het milieu te verbeteren.
 Gerontopsychologen: helpen ouderen hun gezondheid/welzijn te behouden en om te gaan met
leeftijdgerelateerde problemen.

1.1.2 Psychologie is geen psychiatrie
Psychiatrie = medisch specialisme, behandelt doorgaans ernstigere psychische stoornissen (met medicatie).
Psychologie omvat het hele terrein van menselijk gedrag. Cliënten vs patiënten.

1.1.3 Kritisch nadenken en pseudopsychologie
Pseudopsychologie = niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden
worden gepresenteerd (denk aan horoscopen).
6 vaardigheden van kritisch denken:
1. Wat is de bron? Feitelijke kennis, expertise, politiek neutraal.
2. Is de bewering redelijk of extreem? Sceptisch zijn tegenover 'revolutionair' en eenvoudige
oplossingen voor moeilijke problemen.
3. Wat is het bewijsmateriaal? Een individu die wat beweert is anekdotisch bewijsmateriaal. Men
heeft wetenschappelijk bewijs nodig om zeker te zijn.
4. Kan de conclusie beïnvloed zijn door een bias (=vooroordeel), vervorming of vertekening van de
situatie o.b.v. Persoonlijke ervaringen of waarden?:
– emotionele bias: oordeel o.b.v. Gevoel/attitude i.p.v. rationele analyse van het bewijsmateriaal
– confirmation bias (bevestigingsbias): info die niet bij je opvattingen aansluit negeren en info zoeken die
wel aansluit.
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
– 'gezond verstand' als substituut voor wetenschappelijk bewijs. Voor- en nadelenanalyse van bewijzen is
nodig.
– correlatie-causaliteit-denkfout: als er meer ijs gegeten wordt, worden er meer moorden gepleegd.
6. Zijn er verschillende invalshoeken nodig om het probleem op te lossen? Complexe problemen
hebben vaak meerdere invalshoeken nodig.

1.2 Wat zijn de 6 belangrijkste perspectieven van de psychologie?

,n.b. Bepaald gedrag is niet (altijd) te verklaren vanuit 1 perspectief, perspectieven combineren om een
holistische (= totaal is meer dan de som der delen) visie van menselijk gedrag te ontwikkelen.

1.2.1 Biologisch perspectief
17e eeuw: René Descartes: scheiding spirituele geest en het fysieke lichaam. Bestuderen van gevoel/gedrag
gebaseerd op lichamelijke activiteit in het zenuwstelsel.
Voor het eerst werd er aangetoond dat er biologische processen ten grondslag liggen aan
sensaties/reflexmatig gedrag i.p.v. spirituele krachten.
Descartes = rationalisme = ratio als middel van de wetenschap/filosofie.
Kreeg kritiek van de empiristen: waarnemingen/ervaringen/experimenten zijn de enige bron van kennis
(Francis Bacon) en de mens wordt geboren als tabula rasa (John Locke) en krijgt door ervaring/opvoeding
persoonlijkheid en vaardigheden.

Modern biologisch perspectief: zoekt oorzaken van gedrag in het functioneren van genen, hersenen,
zenuw- en hormoonstelsel. Persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen en vaardigheden komen voort uit
lichamelijke eigenschappen.

2 variaties op het biologische thema:
 neurowetenschap: richt zich op hoe hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn en
herinneringen creëren.
 Evolutionaire psychologie: voortgekomen uit ideeën Darwin. Menselijk gedrag/mentale processen
komen voort uit de overgeërfde neigingen, genetische aanpassingen aan overleving en
voortplanting. Natuurlijke selectie: de sterkste soort overleeft.

1.2.2 Modern cognitief perspectief
Scheikunde: ontdekking periodiek systeem. Wilhelm Wundt wilde de menselijke geest ook op die manier
simplificeren. Dit lukte niet, maar gaf wel nieuw inzicht: wetenschappelijke methoden konden ook
gebruikt worden om het lichaam en de geest te bestuderen. Wundt: introspectie, beschrijving van de
innerlijke, bewuste ervaringen. Dit leidde tot het structuralisme (van Titchener, leerling van Wundt), zij
zochten de 'elementen' van de bewuste ervaring.
Beiden kregen veel kritiek, introspectie was te subjectief als methode. Het wordt echter nog steeds
(aangepast) gebruikt.

Reactie Gestaltpsychologen: het geheel van onze bewustzijnservaringen is meer dan de som der delen:
probeer dus te begrijpen hoe we 'perceptuele gehelen' vormen.

Functionalisme: (James) kritiek op Wundt: Psychologie moet zich richten op de functie van bewustzijn,
niet alleen op de structuur. Diepe belangstelling voor emoties en de wijze waarop mensen zich aanpassen
aan de omgeving. Eerste ontwikkeling van de toegepaste psychologie, functionalisten wilden psychologie
toepassen om het menselijk leven te verbeteren.

Modern cognitief perspectief: cognitieve psychologie. Nadruk ligt op mentale processen (leren, geheugen,
perceptie en denken als info verwerking). Dankzij brain-imagingtechnieken zoals MRI veel meer
objectieve waarnemingstechnieken.


1.2.3 Behavioristisch perspectief (nadruk op waarneembaar gedrag)
1900: ontstaan. Je kan alleen zekerheid hebben over wat je kunt waarnemen en de mens is bij de geboorte
een tabula rasa. Bovendien: bestuderen van de geest is geen deel van de psychologie. Behaviorisme is
wetenschap van gedrag en van de meetbare omstandigheden in de omgeving die dit gedrag beïnvloeden.
Skinner:het concept van de geest leidt tot cirkelredenering, want je kunt de geest niet aantonen. Gedachten
en emoties zijn daarom irrelevant. Behavioristen kijken niet naar een interne aanleiding zoals angst. Wel
vragen ze aandacht voor de manier waarop ons gedrag wordt beïnvloed door consequenties zoals beloning.
Door behaviorisme begrijpen we nu veel beter wat de kracht vd omgeving is op het vermogen van
menselijk leren en gedrag wijzigen.

,1.2.4 Gehele persoon perspectief
20e eeuw: Freud: persoonlijkheid en psychische stoornissen ontstaan voornamelijk uit processen in de
onbewuste geest. Freud was ook de eerste met een methode voor psychotherapie. Zijn psychoanalytische
theorie stelde ook dat het de gehele persoon kon verklaren.
Alle (neo)freudiaanse theorieën: psychodynamische psychologie: de geest, vooral de onbewuste, is een
reservoir van energie (dynamica) voor de persoonlijkheid. Menselijk functioneren wordt begrepen vanuit
onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten. Systeem Freud = psychoanalyse, analyse
van dromen, versprekingen en techniek van vrije associatie. Hier was veel kritiek op. Popper:
psychoanalyse beantwoordt niet aan het criterium van falsifieerbaarheid (=niet toetsbaar).

Humanistische psychologie
Dit was een reactie op het behaviorisme. De mens is namelijk geen speelbal van de omgeving. Rogers en
Maslow: de mens is een organisme met een vrije wil, kan keuzes maken en zo zijn leven beïnvloeden.
Opvattingen over jezelf zijn van invloed op je gedachten en gedrag en daarmee je potentieel. Ook veel
invloed op therapie/counseling: Rogers grondhoudingen voor hulpverleners (empathie, onvoorwaardelijke
acceptatie en echtheid).

Psychologie van karaktertrekken en temperament: de mens heeft fundamentele, stabiele psychologische
kenmerken, deze zijn deels biologisch.

1.2.5 Het ontwikkelingsperspectief
Psychologische verandering is gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen en de invloed van onze
omgeving. Die ontwikkeling gaat het hele leven door en is (deels) voorspelbaar.

1.2.6 Het socioculturele perspectief
Sociale invloed staat centraal en hoe dat per cultuur varieert. Crossculturele psychologen onderzoeken hoe
psychologische processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen.

, 1.3 Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?

Pseudopsychologie heeft de test van de wetenschappelijke methode niet doorstaan. Het is o.a. gebaseerd op
hoop en goedgelovigheid. De methode maakt psychologie tot een echte wetenschap.
Methode = empiritsch onderzoek, het vergaren van kennis door het verzamelen van objectieve info uit de
eerste hand door metingen die zijn gebaseerd op sensorische ervaringen en observatie, om zo tot een
allesomvattende verklaring ofwel theorie te komen.
Theorie = toetsbare verklaring voor verzameling feiten of waarnemingen.

1.3.1 Vier methodische stappen van het toetsen van een wetenschappelijke theorie.
Het is de methode die het onderzoek wetenschappelijk maakt, niet het onderwerp.
1. Een hypothese ontwikkelen
een voorspelling doen over de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek, een bewering over de relatie
die er zou bestaan tussen de verschillende variabelen in een onderzoek. Een hypothese moet falsifieerbaar
(=weerlegbaar) zijn, dus kan het geen waardeoordeel bevatten, want waardeoordelen kunnen niet
empirisch getoetst worden. Daarna: bedenken hoe de hypothese wordt onderzocht: alle aspecten die van
invloed zijn op hetgeen wat onderzocht wordt concreet definiëren: de aspecten noemt men de variabelen,
de definities operationele definities. Vb: kinderen (= variabele), operationele definitie: alle kinderen van gr.
3 van basisschool de westerkim.
2. Het toetsen van de hypothese; objectieve data verzamelen.
Hier start het empirisch onderzoek. Zorgvuldig en systematisch bewijs verzamelen a.d.h.v. verschillende
methoden die zich bewezen hebben. Alleen dan kunnen we de data (= gegevens die door de onderzoeker
zijn verzameld om de hypothese te toetsen) toepassen op een grotere groep mensen (= generaliseren). Dit
gaat via een gecontroleerd experiment:
Experimentele groep Controlegroep
in in
Experimentele conditie controleconditie
De controlegroep vormt de standaard, in de experimentele groep is 1 factor anders, dit is de onafhankelijke
variabele. Door deze te manipuleren kan de onderzoeker meten of dit de factor is die de oorzaak is van
ander gedrag, omdat het de enige variabele is die anders is. Gevolg van de onafhankelijke variabele =
ander gedrag, we noemen dat de afhankelijke variabele.
Maar: opletten bij het maken van groepen. Goede oplossing = randomisering, indelen door toeval (bijv. op
alfabet)
3. De resultaten (data) analyseren en de hypothese accepteren of verwerpen: wiskundige analyse.
Berekenen of de waargenomen resultaten significant zijn, d.w.z. Niet door toeval ontstaan, maar
door het experiment.
4. De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren: publiceren in vakblad, er een lezing over
houden en/of een boek schrijven. Critici kunnen reageren, maar ook een replicatiestudie doen (=
zelfde studie nogmaals doen).
Verder zijn wetenschappelijke resultaten altijd voorlopig.

1.3.2 Vijf soorten psychologisch onderzoek
 experimenten: zoals hierboven beschreven: 2 groepen waarbij de onderzoeker alle omstandigheden
controleert. Het is de enige methode waarmee een betrouwbare oorzaak-en-gevolgrelatie
(causaliteit) kan worden vastgesteld.
 Correlatieonderzoek: soms is een experiment niet mogelijk. Dan op zoek gaan naar een
'experiment' dat toevallig al buiten het lab aan de gang is. Beide groepen (controle en
experimentele) zo gelijk mogelijk maken (leeftijd, inkomen, geslacht). Je weet alleen nooit zeker of
beide groepen op alle vlakken vergelijkbaar zijn omdat je de onafhankelijke variabele niet kan
manipuleren. Er kan alleen sprake zijn van correlatie, niet van causaliteit.
Correlatie wordt uitgedrukt in -1 tot 1.
0 is geen correlatie
+ is postitieve correlatie, als de ene variabele groter wordt, wordt de andere dat ook
– is negatieve correlatie, als de ene variabele afneemt neemt de ander toe
– 0,7 is een grotere correlatie dan +0,4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anikaschurink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70055 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  63x  verkocht
  • (18)
  Kopen