Macht van smaak en geld
Hoorcollege 1
Cultuur is een van de moeilijkste woorden in onze taal
Wat is cultuur?
- Wat is kunst? Wat is schoonheid?
- Wat maakt iets mooi of lelijk?
- Wie of wat bepaalt wat telt als kunst?
- Wie of wat produceert, benoemt, beheert, of stmuleert cultuur
- Hoe hangt dit samen met macht en hoe onze maatschappij is gestructureerd?
Cultuur
- Bij uitstek het onderzoeksgebied van de geesteswetenschappen
- Humanisme, renaissance
- Idee van beschaving en geletterdheid
- Dynamisch verschijnsel
- Mediale, semantsche, sociale en historische dimensies
Cultuur: defnites
1. Beschaving (W.v. Humboldt)
Proces van cultvate
Intellectuele, spirituele en esthetsche ontwikkeling
Cultuur als opvoedingsmiddel
Bildung als omvatend proces van het mens zijn en fundament van een nate of volk
Ontstaan van natonale culturele instellingen en universiteiten in de 18 e eeuw
pedagogisch en utopisch = gericht op een sociaal en maatschappelijk ideaal
2. Hoge cultuur/ kunst (M. Arnold)
Vermogen tot kritsche refecte
Dichotomie:
- Populaire cultuur (commercie, amusement, massa) versus
- Kunst (autonomie, refecte, kritek, schoonheid, elites)
Esthetsch = gericht op intellectuele producten en praktjken: schilderkunst, muziek,
literatuur, flm, beeldhouwkunst, televisie
3. ‘Manier van leven’ (R. Williams)
bepaalde leefwijze van een volk, groep, nate
kunst en dagelijks leven (autocultuur; hobbycultuur; leescultuur)
meervoud mogelijk: erkenning en waardering van verschillende ‘culturen’ en
minderheden
antropologisch = gericht op het menselijk bestaan in brede zin
Britsch cultural studies = eerste studie die populaire cultuur gingen onderzoeken, braken
met cultuur met de grote C
verschil tussen 1 en 3: bij 1 moet het een bepaalde richtng in gaan en bij 3 is alles cultuur en
niemand heef die cultuur te veranderen
,Een brede defnite = “..de producte van ideeën met behulp van allerlei media en
artefacten en de weerslag van ideeën op het gedrag van mensen”
Cultuur cultuur
- invloeden uit de sociologie en antropologie
- postmoderne kritek op het hoge modernisme en grote verhalen:
- een verschuiving weg van de academische studie van de elite- of hoogcultuur naar
de studie van alle maatschappelijk relevante betekenisgevende praktjken
- een revalidate en viering van ‘lage’ cultuur en subculturen
Opkomst van de massacultuur
19e/20e eeuw:
- verstedelijking, vrijetjdscultuur, industrieel kapitalisme, dekolonisate
- er ontstaat een cultuur van de lagere- en middenklasse: tjdschrifen, krantenroman,
boulevardtheater, danspartjtjes, flm, publieksport
- opkomst van moderne technologische media: fotografe, radio, flm en televisie
vermaak en consumpte komt centraal te staan
Illustraton shows a vignete cartoon showing children leaving Sunday school on the lef and walking
to the movies on the right, with scenes depictng bad infuences, such as "The Devil's Recruitng
Staton" and the hazards of flms that teach bad habits, such as "Where did you learn to crack a safe?
At the Moving Picture Show". Above the Sunday school is a bust of an angel, above the movie theater
is a bust of the Devil.
Frankfurter Schule
Adorno en Horkheimer: Dialektk der Auulkrung
, - kritsche theorie = kritek als politeke academische actviteit, legt de nadruk op de
culturele factoren in de ideologie van het kapitalisme. De doelstelling is om een
verklaring te geven voor de werkelijkheid en ook het veranderen van de
werkelijkheid
- Neomarxistsche en zelf-refexieve houding = kritek van de eigen intellectuele
praktjk en zijn relate tot machtsverhoudingen
- Alle kennis en cultuur is een efect van macht
“kulturindustrie – auulkrung als massenbetrug”: massamedia en de reproducte van
dominante ideologieën kritsch op massacultuur, media en flm zijn uiteindelijk voor
propaganda kapitalisme
neomarxisme houdt zich bezig met cultuur en het marxisme met economie
Ambivalente relate tot ‘cultuur/Cultuur)
- Geschiedenis van intellectuele en academische elite: verdediging van ‘hoge’ cultuur
en geleterdheid
- Geschiedenis van humanisme: mens en vrijheid centraal, democratsch ideaal, kritek
op elitaire cultuur en ongelijkheid
Spanningsvelden Wurth en Rigney
1. Diversiteit en wetmatgheid
2. Dynamiek en voorspelbaarheid
3. Interpretate en kwantfcering (Kwantfcering vereist interpretate)
4. Betrokkenheid en distante
Taak van de wetenschapper:
Theorievorming = interpreteren (ipv verklaren)
- Maatschappelijke culturele veranderingen kritssch analyseren
- Kritssch reflesteren op populaire en academische concepten
- Natonale en internatonale ontwikkelingen in de gaten chouden
- Zisch in chet debat mengen, verdediging en kritek van humanistsche waarden
Hoorcollege 2
De onmascht van de massa “De wisdom of tche srowds’ en chet regime van platormen
2006 – 2016:
- Begint wanneer het Time magazine de persoonlijkheid van het jaar benoemt op zijn
cover
2006: was het ‘you’, als in youtube. Waarin menselijke gebruikers zelf actef deel konden
nemen en zenders van boodschappen te worden. Het was toen bijzonder dat het kon,
tegenwoordig is het gewoon. De wereld zag er 10 jaar geleden heel anders uit, het waren
tjden waar geen massa media was.
Vb. je moest naar iemand toe gaan om met iemand af te spreken
2016: was Trump de persoonlijkheid van het jaar, op de cover van Time
Hij gebruikte veel sociale media om contact te maken met stemmers