Samenvatting KOM Deeltentamen 2
Deel 1 Chapter 3 Three Claims, Four Validities: Interrogation Tools for
Consumers of Research
Krantenkoppen over psychologie trekken lezers aan omdat mensen geïnteresseerd zijn in
onderwerpen zoals blijdschap, sociale interactie, en prestaties op school. Journalisten die
over de psychologische wetenschap schrijven, zouden simpelweg moeten rapporteren wat
de onderzoekers hebben gedaan en waarom het onderzoek belangrijk was. Soms geven zij
echter een verkeerd beeld of overdrijven ze de resultaten van het onderzoek. Deze “nieuwe”
claims zijn nog niet ondersteunt door een bepaald onderzoek. Weten hoe verschillende
onderzoeksmethoden werken, kan ervoor zorgen dat je populaire en op onderzoek
gebaseerde artikelen op een dieper niveau kan begrijpen.
Variables
Een variable is iets dat kan variëren, hierdoor moet een variabele dus minstens twee levels
hebben. Sommige gegevens zijn dingen die potentieel kunnen variëren, maar die in het
onderzoek in kwestie maar een niveau hebben. Dit wordt een constant genoemd. In een
onderzoek wordt elke variabele of gemeten of gemanipuleerd door de onderzoeker. De
onderscheiding is belangrijk omdat sommige claims getest moeten worden met gemeten
variabelen, terwijl anders claims getest moeten worden met variabelen die zijn
gemanipuleerd. Een measured variable is een variabele waarvan de verschillende niveaus
simpelweg worden geobserveerd en vastgelegd. Voor sommige variabelen worden bepaalde
meetinstrumenten gebruikt, zoals een meetlint of een stopwatch, maar voor andere
variabelen wordt een meetinstrument samengesteld. Een manipulated variable is een
variabele die de onderzoeker controleert, meestal door de participanten van een onderzoek
in te delen in verschillende niveaus van die ene variabele. Sommige variabelen kunnen
helemaal niet worden gemanipuleerd, maar enkel gemeten (leeftijd, IQ, etc.). Andere
variabelen kunnen niet gemanipuleerd worden vanwege de ethische kwesties die daaraan
verbonden zouden zitten. Zo is het bijvoorbeeld niet ethisch verantwoord om sommige
kinderen voor een onderzoek naar een school van hoge kwaliteit te sturen, en andere
kinderen naar een school van lage kwaliteit. Er zijn echter ook variabelen die zowel
gemanipuleerd als gemeten kunnen worden, maar dit is over het algemeen afhankelijk van
het doel van het onderzoek. Elke variabele in een onderzoek kan op twee manieren worden
beschreven:
Conceptual variables zijn abstracte concepten, zoals de tijd die wordt gespendeerd
aan sociaal zijn.
o Deze variabelen worden ook wel een construct genoemd.
o Er moeten duidelijke definities worden gemaakt op het theoretische niveau.
Deze definities zijn conceptual definitions.
o Om de hypotheses te testen, moeten onderzoekers specifieke acties
ondernemen om de data te verzamelen.
Operational variables zijn variabelen die op een operationele manier zijn
gedefinieerd (operational defintions).
o Operationalize betekent dat een concept waarin je geïnteresseerd bent
wordt veranderd in een gemeten of gemanipuleerde variabele.
Soms is de operationaliseringsstap heel erg simpel en duidelijk als het gaat om variabelen
als bijvoorbeeld gewichtsverlies of -toename. Het komt echter vaker voor dat onderzoekers
onderwerpen willen bestuderen die moeilijk te zien, te horen, of te voelen zijn, en dus ook
moeilijker om te operationaliseren. Naarmate de abstractheid van de natuur van een
onderwerp toeneemt, wordt het bestuderen hiervan moeilijker. In dit soort gevallen wordt er
extra tijd gespendeerd door de onderzoeker aan het verhelderen en definiëren van
conceptuele variabelen die ze willen bestuderen.
1
,Three Claims
Een claim is een argument dat iemand probeert te maken. Er zijn 3 soorten claims die
kunnen worden gemaakt:
1. Een frequency claim beschrijft een bepaalde mate of een bepaald percentage van
een enkele variabele.
a. De beste manier om een frequentie claim te identificeren is het feit dat e
focussen op slechts een variabele.
b. De variabelen uit deze onderzoeken zijn niet gemanipuleerd, maar altijd enkel
gemeten.
2. Een association claim beargumenteert dat een niveau van een variabele
waarschijnlijk geassocieerd is met een bepaald niveau van een andere variabele.
a. Van variabelen die samenhangen, kan er worden gezegd dat ze correlate.
Dit betekent dat wanneer een variabele verandert, de andere variabele ook
de neiging heeft om te veranderen.
b. Een associatie claim benoemt een relatie tussen minstens twee variabelen.
Om zo’n claim te ondersteunen, meet een onderzoeker vaak twee variabelen
en bepaalt vervolgens of ze geassocieerd zijn.
c. Het type onderzoek dat kijkt naar dit soort claims wordt een correlational
study genoemd. Hier zijn drie basistypen van associaties:
i. Een positive association is een associatie waarin hoog met hoog
samengaat, en laag met laag.
1. Een manier om zo’n soort associatie te representeren, is door
het gebruik van een scatterplot. Dit is een grafiek waarin op
de x-as een variabele is geplot, en een andere variabele op de
y-as.
2.
ii. Een negative association is een associatie waarin hoog met laag
samengaat en andersom.
1. Het woord negatief verwijst naar de helling in de grafiek, niet
naar of de relatie slecht is.
iii. Een zero association is de afwezigheid van een associatie tussen de
variabelen.
1. Een scatterplot heeft geen duidelijke lijnen of hellingen, het ziet
er heel willekeurig uit.
3. Een causal claim is een claim die beargumenteert dat een variabele
verantwoordelijk is voor de verandering van een andere variabele.
a. Causale claims beginnen met een positieve of negatieve associatie, maar
gaan verder dan een simpele associatie. Er wordt taal gebruikt die suggereert
dat de ene variabele de andere variabele veroorzaakt.
b. Causale claims liggen boven associatie claims omdat ze een sterkere
uitspraak maken. Dit zorgt ervoor dat we hogere standaarden hebben voor
2
, deze claims. Om een onderzoek van causaliteit te zijn, moet er worden
voldaan aan drie criteria:
i. Het onderzoek moet vaststellen dat de twee variabelen gecorreleerd
zijn: de relatie kan dus niet 0 zijn.
ii. Het onderzoek moet aantonen dat de causale variabele eerst kwam
en de uitkomstvariabele daarna pas.
iii. Het onderzoek moet vaststellen dat er geen andere verklaring bestaat
voor de relatie.
Niet alle claims zijn gebaseerd op onderzoek, zelfs als ze gerelateerd zijn de psychologie.
De claims die niet over een frequentie, associatie, of causaal verband gaan, zijn over het
algemeen anekdotes die over geïsoleerde ervaringen gaan. Niet over empirische resultaten.
Interrogating The Three Claims Using The Four Big Validities
Validity verwijst naar de gepastheid van een conclusie of een beslissing. Over het
algemeen is een valide claim redelijk, nauwkeurig en verantwoord. In de psychologie wordt
er niet gezegd dat een claim simpelweg valide is, maar psychologen specificeren welke
validiteiten ze hebben toegepast. Twee grote validiteiten voor het evalueren van een
frequentie claim zijn:
De construct validity verwijst naar hoe goed een conceptuele variabele is
geoperationaliseerd.
o “Hoe nauwkeurig heeft een onderzoeker elke variabele
geoperationaliseerd?”.
De external validity adresseert vragen over hoe goed de resultaten van een
onderzoek kunnen worden gegeneraliseerd.
o Generalizability verwijst naar hoe goed resultaten mensen of contexten
behalve die van het originele onderzoek zijn gerepresenteerd.
Een derde mogelijke validiteit is de statistical validity wat verwijst naar de mate
waarin de statistische conclusies van een onderzoek accuraat en redelijk zijn.
o De statistische validiteit vragen zullen verschillen per claim.
o Het percentage dat in een frequentie claim wordt genoemd, wordt vaak
vergezeld met een margin of error of the estimate. Dit is een statistisch
figuur dat is gebaseerd op de steekproefomvang van het onderzoek, dat
probeert de echte waarde in de populatie op te nemen.
o Deze marge helpt ons met het beschrijven van hoe goed onze steekproef het
ware percentage inschat.
Voor het evalueren van associatie claims gelden er drie grote validiteiten: construct, externe,
en statistische validiteit.
Omdat een associatie claim over minstens twee variabelen gaat, moet de construct
validiteit van elk van de variabelen worden onderzocht.
o In elk onderzoek is het meten van variabelen een fundamentele kracht, of
juist een zwakte. Vragen over de construct validiteit beoordelen hoe goed de
metingen zijn uitgevoerd.
o Als je tot de conclusie komt dat de metingen slecht zijn gedaan, dan ben je
niet in staat om de conclusies te vertrouwen die zijn gerelateerd aan die ene
variabele.
Om de externe validiteit van een associatieclaim te beoordelen, kan er worden
gekeken naar of de claim kan worden gegeneraliseerd naar andere populaties,
andere contexten, tijden, of plekken.
De statistische validiteit van een associatie claim is de mate waarmee de statistische
conclusies accuraat en nauwkeurig zijn.
o Een aspect van de statistische validiteit is de kracht: hoe sterk is de
associatie?
3