Cecile Campman, Pedagogische wetenschappen, BLOK 1.1
Probleem 1
Leerdoelen
- Welke functies heeft het onderwijs in de samenleving?
- Waarom veranderd de functie van de school door de tijd heen?
- Welke verschillende theorieën zijn er binnen het onderwijs?
- Wat zijn de voor- en nadelen van deze theorieën?
De hoofdfuncties van onderwijs
Kwalificatiefunctie
Bij deze functie gaat het er vooral om dat de leerlingen genoeg kennis en vaardigheden
aangeleerd krijgen die relevant zijn op de arbeidsmarkt, onderwijs wordt gezien als
voorbereiding op een bepaald beroep. Deze functie bestaat uit drie componenten;
I. Vaktechnische vaardigheden, de theorie die je nodig hebt om een bepaald beroep uit
te oefenen
II. Ontwikkeling van de sociaal-communicatieve vaardigheden, contact met mensen
binnen het werkveld
III. Besluit technische vaardigheden en vaardigheden om beleid te bepalen binnen een
groep
Problemen bij deze functie zijn;
- Ontbreken van algemene kennis over de kwaliteit van het onderwijs bij docenten
- Schoolverlaters die dit doen zonder startkwalificatie
- Motivatieproblemen door saaie leeromgeving (kan komen door standaard
vakkenpakket)
- Oplopend leraren tekort waardoor de kwaliteit van het onderwijs achteruit gaat
Selectiefunctie
De school werkt als sorteermachine die de leerlingen toewijst aan een positie in de
samenleving, hierin wordt zowel gekeken naar het niveau als de richting binnen het
onderwijs. Het vind plaats op basis van aangeboden kwalificaties.
Problemen bij deze functie zijn;
- Gebrekkige aansluiting op zowel de arbeidsmarkt als vervolgopleidingen, een
startkwalificatie staat hierbij dus niet gelijk aan succes.
Diplomaziekte/opleidingsroof = soms worden leerlingen niet geselecteerd terwijl ze wel
geschikt zijn, maar als er bijvoorbeeld niet gevraagd wordt naar hoger gekwalificeerd
personeel.
Allocatiefunctie = verdeeld op basis van kwalificaties, er wordt niet aar sociale herkomst
gekeken binnen 1 generatie. Hierbij is de diploma dus belangrijk.
Socialisatiefunctie
Hierin staat het sociale gedrag centraal. Het aanleren van algemene normen en waarden die
mensen nodig hebben om te functioneren in de samenleving. Begrippen die hier nou aan
verbonden zijn, zijn sociale cohesie, integratie en burgerschap vorming. School wordt
gebruikt als opvoeding en de vorming van het individu.
, Cecile Campman, Pedagogische wetenschappen, BLOK 1.1
Problemen bij deze functie zijn;
- Het toenemen van kinderen met gedragsproblemen kan zorgen voor een oneerlijke
verdeling tussen de aandacht van de kinderen en docent.
- Kloof tussen de opvoedings cultuur verschillen thuis en op school.
- Scholen hebben er geen tijd voor naast het curriculum
Pedagogische functie
Onderwijs is de opvoeder. Komt bijv. door meer werkende ouders.
Waarde vormend onderwijs
I. Combinatie vaardigheden voor waarden
II. Ontwikkeling vaardigheden voor waarden communicatie
III. Participatie schoolcultuur
Problemen met deze functie zijn;
- Verschillende waarden en normen vanuit overheid of geloofsovertuiging
- Leraren hebben meer begeleiding nodig en ze hebben te weinig tijd
Emancipatie en reproductiefunctie (meer een effect dan een functie)
School heeft een emanciperende rol omdat kenmerken zoals geslacht minder belangrijk
worden als iedereen in hetzelfde onderwijs zit. De reproductie functie heeft dan weer te
maken met kinderen van laagopgeleide ouders, dat die zelf ook een grote kans hebben op
een lagere opleiding en hierbinnen dan sociale orde in te houden.
Verandering van de functie van de school door de tijd heen
Jaren 70, persoonlijke ontplooiing leerlingen en gelijke kansen voor iedereen. Onderwijs
werd op de eerste plaats gezien als middel om de kansen van kinderen uit lagere milieus te
verbeteren.
Jaren 80, economische recessie zorgde dat de nadruk van onderwijs meer kwam te liggen
op de kwalificatiefunctie, waarbij de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt centraal
staat.
Jaren 90, het belang van de socialisatiefunctie nam toe door toenemende individualisering
en het toenemen van culturele verschillen.
2010, de overheid gaf aan dat de kenniseconomie versterkt moest worden en de sociale
cohesie bevorderd moest worden. Onderwijs moest een bijdrage gaan leveren aan de
toename van productiviteit en een grotere opvoedende rol aannemen =pedagogische functie
Door de jaren heen is in het onderwijs de emancipatiefunctie sterker geworden dan de
reproductiefunctie. School = ontmoetingsplaats voor leerlingen met verschillende sociale en
etnische achtergronden. (emancipatie = wegwerken van sociale herkomst, kijken naar het
talent van de leerling)
Verandering van de functie van onderwijs komt door de veranderingen in de samenleving,
het onderwijs past zich aan.
, Cecile Campman, Pedagogische wetenschappen, BLOK 1.1
Verschillende theorieën binnen het onderwijs
Functionalist theorie (richt zich vooral op kennisoverdracht en socialisatie)
Volgends de functionalisten moet onderwijs gebruikt worden als sociaal hulpmiddel om
mensen solidaritair (bewust zijn van het gevolg van samenwerking als individu) met elkaar
om te laten gaan en om mensen de technische kennis te geven die ze nodig hebben in een
werkveld met veranderende technische condities (aansluiting arbeidsmarkt). Hierin is de
leraar centraal, deze brengt de studenten gemeenschappelijke sociale normen en waarden
bij en heeft dus een opvoedfunctie.
Tebula rasa = ongeschreven blad
Nadelen;
- Deze theorie staat in contact met andere elementen zoals de economie en de
politieke en religieuze systemen. Een misfunctie binnen een van deze elementen kan
zorgen voor problemen bij allemaal. Dit komt doordat de school zich aan moet
passen aan economische veranderingen en hiervoor de juiste mensen moet
opleiden.
- De school kan gezien worden als limited, omdat iedereen hetzelfde aangeleerd krijgt,
binnen een bepaald werkveld.
- Verder wordt er gezegd dat school neutraal is maar dit is niet zo.
Voordelen;
- De school heeft de kracht om alle verschillen tussen leerlingen weg te laten vallen en
iedereen dezelfde kans te geven. Er is ook een grote kans van slagen.
Structureel functionalisme = talent laten ontplooien en zo stagnering tegengaan. Dit is
tegenstrijder want er wordt ook gezegd dat de gemeenschap > de individu,
Critical theorie (richt zich op ongerechtigheden)
In de Critical theorie werden scheikunde en technologie gebruikt als nieuwe vorm van
sociale controle. Onderwijs wordt gezien als politieke functie , namelijk het emanciperen
(mensen krijgen meer rechten meer onderwijs etc) van de minderheden.
3 zorgen binnen deze theorie
I. Onrechtvaardigheden in kaart brengen (deze ontstaan door de onderdrukking en
sociale standen, reactie op het kapitalisme)
II. Bron hiervan vinden
III. Opzoek naar oplossing
Onderscheid zich door het onderwijs van meerdere kanten te bekijken.
Reproduction and correspondance theorie (richt zich op de reproductie van klasse)
Deze theorie gaat ervan uit dat niet iedereen beïnvloed kan worden door onderwijs,
sommige zijn hier immuun voor. Dit kan vergeleken worden met het klasse systeem. Een
klasse is een groep mensen die in dezelfde sociale politieke en economische condities
zitten.
Scholen worden hierdoor gezien als trainingen voor leerlingen om uiteindelijk mee te kunnen
draaien in de economie van hun klasse. Het gaat hier om veel macht die in de handen is van
de hoogste klasse (de staat). Ze krijgen precies genoeg informatie, niets meer. Op deze
manier blijven ze altijd in de klasse waar ze geboren zijn.
Een groot nadeel is dus dat je nooit hoger op kan. Voordeel daar tegenover is dat je ook
nooit een klasse lager kan gaan.