100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van het boek De Diagnostische Cyclus (de Bruyn) €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van het boek De Diagnostische Cyclus (de Bruyn)

 53 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting voor het vak Psychodiagnostiek. Bevat alle hoofdstukken van het boek De Diagnostische Cyclus

Voorbeeld 10 van de 38  pagina's

  • Ja
  • 2 oktober 2018
  • 38
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (40)
avatar-seller
lauraverrijt
Samenvatting Boek De diagnostische cyclus

Hoorcollege 1

Hoofdstuk 3

3.2 Diagnostische cyclus

 Herhaald doorlopen van stappen (volledig scenario herhalen of onderdelen herhalen).

De Cyclus is prescriptief: schrijf stappen en substappen voor die de diagnostcus moet doorlopen. De
diagnostcus bepaald wanneer er door wordt gegaan of wanneer bepaalde stappen herhaald gaan
worden.

Lineaire diagnostische sequentie = diagnostsche cyclus doorlopen oonder terugkoppelingen
(speciaal geval).




 Ononderbroken lijnen = grondfguur
 Gestppelde lijnen = mogelijkheden die oich o m geldige redenen voordoen.

Elke stap levert een conclusie op.

PA = probleemanalyse  situates of gedragingen v.d. cliënt ongunstge toestand cliënt

- Verband leggen tussen klachten en proble men
- Benoe mt en groepeert proble men
- Taxate van de ernst

= Onderkennende diagnose

VA = verklaringsanalyse  sa menhangend beeld

- Verklaring: getoetste uitspraak over condite en hebben afoonderlijk of in sa menwerking het
problee m doen ontstaan

= Verklarende diagnose

KA = klachtanalyse  klachten v.d. cliënt

= Verhelderende diagnose

IA = indicatieanalyse

- Indicate: e mpirisch of theoretsch onderbouwde aanbeveling voor één of meerdere
interventes.

, - Uitko mst is lijst van indicates in de oin van aanbevelingen voor mogelijke interventes.

= Indicerende diagnose

3.3 Diagnostische cyclus als onderdeel van de klinische cyclus

De IA leidt tot het kieoen van een type intervente inclusief het for muleren van een (voorlopig)
globaal doel.

 Daarna wordt er een nieuwe e mpirische cyclus doorlopen = interventee behandelingse of
therapiecyclus.

Diagnostische cyclus (DC)  Therapiecyclus (TC)

- Stappen in TC oijn: PL (planning) UV (uitvoering) BE (beoordeling).

DC + TC = KC (klinische cyclus)

- DC en TC oijn deelcycli

EV = evaluate  wordt geëist van de volledige en de deel cycli.

DC en TC oijn afoonderlijk ook kwalitatef goed. Er hoef dus niet altjd gebruik ge maakt te worden
van de klinische cyclus.




De uitko mst van de DC heef de vor m van een voorwaardelijke voorspelling  Intervente kan
geldigheid toetsen.

Voorstel behandelingscyclus:

- VBA = verkennende behandelingsanalyse
- VR = voorspellen reactes
- TB = toetsende behandeling
- EGD = evaluate t.o.v. globale doel

Regulatieve cyclus (van Strien):

- Regulatief = hulpverlener is vanaf meet af aan gericht op bewerkstelligen van een
verandering in een ongewenste situate.
- Het denkproces wordt in al oijn fasen begeleid door een nor matef mo ment.
- Er oijn 2 typen nor men:
1. Kijken of het ooekproces correct verloopt
2. Kijken wat als afwijkend en wat dientengevolge als behandelingswaardig beschouwd kan
worden.

DC is een nor matef model. De diagnostcus hoef niet perse verandering na te streven bijv. wanneer
klachten binnen gangbare ontwikkelingspatroon vallen.

,Bij van Strien hoef dit ook niet perse  kan teruggekeerd worden naar stappen en klacht kan oelf
ter discussie worden gesteld.

3.4 Model en praktijk

De DC kan niet met een geheel geoin worden doorlopen. Het geoin speelt als referentekader bij het
kind wel een belangrijke rol.

Het co mplete diagnostsche scenario hoef niet altjd hele maal doorlopen te worden als:

- Gebrek aan tjd of middelen
- Kan met een gedeelte al een bruikbaar advies geven.
- Kennis is ontoereikend o m hele cyclus te doorlopen.

De verklaringsanalyse is belangrijk o mdat:

- Het oorgt voor een meer gerichte IA.
- Bij verschillende manieren van aanpak die mogelijk oijn oorgt het voor een doorslaggevende
keuoe in IA.
- Als cliënt verklaring voor problee m wil kennen.

Onvolledige scenario’s oijn ook gewoon bruikbaar bij het for muleren van een advies. Het advies is
dan wel minder opt maal. Je hoef niet altjd de regide procedure te volgen. Er oijn ook goede
alternateve procedures bijv.

- Bij de stap klachtenanalyse gaat het o m het in kaart brengen van de beleving van de situate
door de cliënt. Infor mate die geen klachtnfor mate is maar die wel relevant kan oijn voor de
problee me verklaringse of indicateanalyse wordt opgeslagen o m in een volgende fase te
gebruiken.
- De problee manalyse gaat vooraf aan het toetsen van verklaringen voor het problee m. Dit is
een logische intrinsieke eis. Men kan A niet verklaren als men niet weet wat A is. Dit
betekent niet dat de diagnostcus pas bruikbare toetsgegevens kan veroa melen als de
precieoe aard en o mvang van het problee m bepaald oijn. Standaard onderooek is per defnite
niet direct efciënt onderooek.

Enkele belangrijke cogniteve vuistregels (heuristieken) en de fasen in de diagnostsche cyclus waarin
oij vooral rol spelen bij de toepassing van klinische oordeelsvor ming:

1. Causale (actor-observator) atributie (fase KA VA en IA): de persoon die handelt verklaard
oijn gedrag doorgaans vanuit externe situatonele o mstandigheden. De observator
daarentegen verklaart het handelen van de acotr over het alge meen vanuit interne stabiele
disposites.
2. Gedragsconfirmatie (fase KA PA VA): het door eigen gedrag uitlokken van infor mate die de
eigen denkbeelden ondersteunt.
3. Beschikbaarheid (fase PA VA IA): het oordeel over de mate waarin een verschijnsel
voorko mt wordt geleid door het ge mak waar mee met voorbeelden kan bedenken.
4. Representativiteit (fase PA VA IA): het oordeel voer de kans waar mee een verschijnsel
optreedt wordt geleid door de mate waarin het te beoordelen verschijnsel overeenko mt
met wat als daarvoor typerend wordt opgevat.
5. Verankering (fase KA PA VA IA): oordelen over de frequente of o mvang van
verschijnseleen blijven sterk verankerd in de aanvangswaarden die de beoordelaar hanteert.

, 6. Confirmatorische teststrategie (fase PA VA IA): het opooeken van infor mate die bij de
eigen mening aansluit.

Klinisch oordeel: oordeel op grond van eigen overwegingen en niet ondersteund door
methodologische beslishulpen.

Hoofdstuk 4 (De aanmelding)

4.1. Verantwoording

De diagnostcus beantwoord bij de aan melding 2 vragen: Is de aan melding ontvankelijk? Zo ja: wat is
het vervolgtraject? Een aan melding is pas ontvankelijk als de for mele posites van alle betrokkenen
duidelijk oijn als er geen juridische beletselen oijn en als er voldoende aanwijoingen oijn voor een
constructeve sa menwerking tussen diagnostcus en cliënt.

Het resultaat van de aan melding is de beslissing o m het diagnostsch proces al dan niet voort te
oetten.

De aanmelding valt strikt geno men niet onder de diagnostsche cyclus.

4.2. Begrippen

De beroepscode voor psychologen van het NIP maakt onderscheid tussen cliënt cliëntsystee m de
betrokkene en de externe opdrachtgever.

- Cliënt: de persoon met wie de psycholoog een professionele relate aangaat onderhoudt of
onderhouden heef.
- Cliëntsysteem: de groep van meer personen in hun onderling functoneren met wie de
psycholoog een professionele relate aangaat onderhoudt of onderhouden heef.
- Externe opdrachtgever: de persoon of rechtspersoon die de opdracht tot beroeps matg
handelen heef gegeven niet oijnde de cliënt het cliëntsystee m of de verwijoer.
- Betrokkene: elke persoon die direct of indirect betrokken is bij het beroeps matg handelen
van de psycholoog of die daardoor in oijn belangen wordt geraakt.

De verwijzer is de persoon die de cliënt vanuit een professionele relate met die cliënt heef geweoen
op het belang van psychopedagogische hulpverlening (bijv. huisarts leerkracht raads man of pastor).

De aanmelder is de persoon die daadwerkelijk met hulpverlener contact heef opgeno men met het
verooek aandacht te besteden aan de proble matek van de cliënt.

De opdrachtgever is de persoon die krachtens een wettelijkeprofessionele bevoegdheid de opdracht
heef gegeven tot het uitvoeren van een diagnositsch onderooek. Dit onderooek moet een antwoord
geven op een door de opdrachtgever gefor muleerde hulpvraag. Het kan hierbij gaan o m de cliënt
oelf maar ook o m een ander dan de cliënt (een ten opoichte van de cliënt externe opdrachtgever).

De cliënt is de persoon op wie het diagnostsch onderooek betrekking heef.

Het cliëntsysteem bestaat uit de groep van personen waarop het diagnostsch onderooek betrekking
heef. Aangeoien het bij kinderen en jeugdigen natuurlijk ook o m een cliëntsystee m kan gaan
verwijoen we in dit hoofdstuk met de ter m ‘cliënt’ oowel naar de individuele cliënt als naar het
cliëntsystee m waartoe het kind behoort.

De betrokkenen oijn alle overige personen of instantes die oodanig aan de aan melding en het
vervolgtraject oijn gerelateerd dat oij binnen de vigerende regels en rekening houdend met de

,wensen van de cliënt op enigerlei wijoe over de uiko msten van het onderooek op de hoogte moeten
worden gesteld.

Een cliënt kan meerdere posites inne men.

De aan meldingsfase kan pas worden afgesloten nadat de grenoen van de professionele relate en de
daarbij horende rechten en plichten ooals beschreven in de beroepscodes oijn afgebakend.

Professionele relatie = for mele posite die de betrokkenen ten opoichte van elkaar inne men.

Samenwerkingsrelatie = kwaliteit van het contract ooals dat tussen diagnostcus en betrokkenen
feitelijk ( mondeling dan wel schrifelijk) plaatsvindt.

In beide beroepscodes wordt aangegeven dat met een minderjarige vanaf 16 jaar een volwaardige
professionele relate kan worden aangegaan. Tussen de 12 en 16 wordt de cliënt oo veel mogelijk bij
de uitoefening van oijn rechten betrokken. Bij minderjarigheid onder de 12 jaar worden de rechten
en plichten van het kind uitgeoefend door de wettelijke vertegenwoordigers.

Aanmeldingstraject = de gang van oaken ooals die tot de feitelijke aan melding heef geleid.

Vervolgtraject = de gang van oaken bij voortoetng van het contract.

Hulpverleningstraject = als de opdrachtgever sa menvalt met de cliënt of diens wettelijke
vertegenwoordiger. In dit geval is de aan melding op initatef of minstens met vrije inste m ming van
de cliënt tot stand geko men.

Dienstverleningstraject = als de opdrachtgever extern is dus ie mand anders is dan de cliënt of diens
wettelijke vertegenwoordiger. In dit geval schikt de cliënt oich al dan niet verplicht in het
meewerken aan het onderooek ten behoeve van de opdrachtgever.

De speelrui mte die deoe trajecten toestaan kan beschreven worden aan de hand van de vrijheid (of
beslisrui mte) waar mee het diagnostsch traject uitgevoerd kan worden:

- Procedurele vrijheid: als bij voorbaat geen stappen uit de diagnostsche cyclus worden
uitgesloten: hoe het traject eruit oal oien varieert per aan melding.
- Inhoudelijke vrijheid: heef betrekking op de mate van beslisvrijheid wat de inhoud betref
van wat wordt onderoocht. Wanneer slechts één van de partjen bepaalt wat er onderoocht
wordt dan is er voor de andere partj geen beslisrui mte.

Het verslag van de aanmeldingsfase vat de relevante infor mate die tjdens de aan melding is
veroa meld sa men. Een startcontract is een contract waarin de diagnostcus de verwachtngen over
en weer expliciteert: het geef de cliënt oicht op wat hij kan verwachten van de diagnostcus en op
wat de diagnostcus van he m verwacht.

4.3. Voorwaarden in de aanmeldingsfase : professionele voorwaarden

Professionele voorwaarden:

- Relationele voorwaarden: in staat oijn tot een luisterende e mpathische ondersteunende en
integere houding.
- Zakelijke voorwaarden: verschafen van correcte infor mate afgeste md op de cliënt.

,4.4 Werkwijze

de werkwijoe in de aan melding o mvat 4 stappen:

- Bepalen van het verloop van het aan meldingstraject (wie wat en wanneer)
- Vaststellen van de for mele posites van betrokkenen
- Beslissen of het aan meldingstraject voortgeoet kan worden door:
 Na te gaan of de posites niet in strijd oijn met wettelijke bepalingen en
beroepsvoorschrifen.
 Na te gaan of de betrokkenen bereid oijn o m afspraken te maken over hun inbreng
 Vast te stellen of diagnostsch onderooek nodig is
 Vast te stellen of dit onderooek door de diagnostcus uit te voeren is.
- Het vervolgtraject bepalen overdragen aan de betrokkenen en het maken van afspraken
(indien gewenst in de vor m van een sa menwerkingscontract).

O m het verloop van het aan meldingstraject te beschrijven dient de diagnostcus antwoord te geven
op de vragen: wie wat wanneer?

Wie oijn bij de aan melding betrokken?

- Personen die tot het cliëntensystee m behoren
- Personen die direct bij het cliëntsystee m oijn betrokken
- De personen die indirect bij het cliëntsystee m oijn betrokken.
- Degenen die van de aan melding op de hoogte moeten oijn
- Welke betrokkenen er van het resultaat van het onderooek op de hoogte moeten oijn (en
waaro m).
- Personen bij wie (na schrifelijke toeste m ming van de ouders) nog infor mate ingewonnen
moet worden.

En: oijn er eventuele betrokkenen waarvan de cliënt niet wil dat oij op de hoogte oijn van de
aan melding?

Men kan een aan melding voortoetten als:

- De posites van de betrokkenen niet in strijd oijn met wettelijke bepalingen en
beroepsvoorschrifen.  als dit wel oo is dan wordt het contact beëindigt.
- De betrokkenen bereid en in staat oijn o m afspraken te maken over hun inbreng.  als dit
niet oo is dan wordt het contact beëindigt.
- Diagnostsch onderooek nodig is.  als dit niet nodig is dan wordt het contact beëindigt.
- De diagnostcus de co mpetente beoit o m het onderooek goed uit te voeren.  als dit niet oo
is dan wordt de cliënt doorverweoen naar een andere diagnostcus of instelling.

In elk van de vier gevallen deelt de diagnostcus het besluit en de reden voor het beëindigen van het
contract mee aan de cliënt. Dit gebeurt oowel mondeling als schrifelijk. Ook de doorverwijoing wordt
mondeling en schrifelijk gedeeld.

De aan melding wordt afgerond met het op schrif stellen van de tot dusver ge maakte vaststellingen
en afspraken in verband met het vervolgtraject. Het wordt ook mondeling medegedeeld aan de
betrokkenen.

het verslag van de aanmeldingsfase bevat de volgende infor mate:

- De betrokkenen en hun wettelijke positonering.

, - Infor mate uit het aan meldingstraject (wie wat wanneer)
- Reden van aan melding
- De klachten en wie van de betrokkenen oe ervaart.
- Verwachtngen van de cliënt en van de diagnostcus
- Bereidheid van de ouders/opvoeders de rol van cliënt te accepteren
- Afspraken over het vervolg van het diagnostsch traject
- Ter mijn waarbinnen het traject oal plaatsvinden
- Wie er wordt geïnfor meerd en op welke manier
- Wie bij het overleg met de diagnostcus wordt betrokken en wat hun posite is
- Bij wie oo nodig met toeste m ming van de cliënt/ouders externe infor mate kan worden
opgevraagd.
- De wijoe waarop de diagnostsche gegevens worden overgedragen aan de betrokkenen.
- Financiële aspecten betrefende de vergoeding

Het schrifelijke verslag krijgt bij voorkeur de vor m van een startcontract. Doel van dit contract is het
expliciteren van de verwachtngen over en weer.

4.5. Valkuilen en aandachtspunten

Een valkuil: de diagnostcus of cliënt veronderstelt dat er beslisrui mte is qua procedures en/of
inhoud maar deoe rui mte is er geoien de werkwijoe van de instelling niet.

In de praktjk kunnen er oich proble men voordoen wanneer bijv.:

- Een diagnostcus vraaggestuurd wil werken of wanneer hij volgens de beroepscode van het
NIP/NVO wenst te werken.
- Wanneer een cliënt antwoord wil op vragen die met de gangbare werkwijoe en middelen niet
te beantwoorden oijn.

Aandachtspunten bij het vaststellen van de for mele posites van de betrokkenen:

- Overloop syste matsch de wieevragen  duidelijk aangeven waaro m je bepaalde vragen
stelt.
- Co mbineer eventueel de wieevragen met de mogelijke posites van ouders  besteed met de
ouders aandacht aan deoe verschillende mogelijkheden en attendeer hen op eventuele
dubbelrollen en de concrete gevolgen daarvan voor het verdere traject.
- Wanneer ouders gescheiden oijn moet er een afspraak met beide ouders ge maakt worden
(sa men of apart).
- Na scheiding behouden in principe beide ouders het ouderlijk geoag. Als ouders gescheiden
oijn en beide hebben het ouderlijk geoag dan dienen oe beide toeste m ming voor onderooek
te geven.
- Als een kind onder toeoicht staat door een maatregel van de Raad voor Kinderbescher ming
dan oal de geoinsvoogd van het kind eveneens for meel een direct betrokkene oijn.
- Houd rekening met de leefijd van het kind  dit bepaald i m mers oijn for mele posite.
- Vraag altjd schrifelijke toeste m ming aan de ouders voor het opvragen van infor mate.

Aandachtspunten bij het startcontract:

- Maak het startcontract niet te oakelijk
- Ste m de inhoud van het startcontract af op het referentekader van de cliënt
- Overweeg in so m mige gevallen een voorlopig contract waarbij bijstelling nog mogelijk is.

,Aandachtspunten bij het bepalen of een vervolgtraject mogelijk is:

- Aan meldingstraject kan niet worden voortgeoet als posites van de direct betrokkenen niet
confor m de wettelijke en beroepsvoorschrifen oijn de vereiste ine en toeste m ming van de
direct betrokkenen uit het cliëntsystee m ontbreken de belangen van de direct betrokkenen
tegenstrijdig oijn de direct betrokkenen de rol van opdrachtgever en/of cliënt niet goed
kunnen of willen vervullen de mogelijkheid en bereidheid van de opdrachtgever en/of de
cliënt o m goed te rapporteren ontbreken het onwaarschijnlijk is dat de sa menwerking
diagnostcusecliënt constructef oal verlopen de diagnostcus inschat dat het onderooek niet
met succes kan worden uitgevoerd de diagnostcus van mening is dat het onderooek niet
nodig is de co mpetente van de diagnostcus onvoldoende is geoien de aard van de
proble matek.

Hoofdstuk 5

5.1. Verantwoording

klachten weerspiegelen de belevingswereld van de cliënt en oijn dus subjectef.

Hoe de cliënt de proble matek ervaart is on misbaar in het onderooek:

- Persoonlijke benadering: de cliënt is een persoon geen onderooeksobject.
- Luisteren naar en begrijpen van de cliënt bevordert de sa menwerkingsrelate.
- Klachten leiden naar hulpvragen

5.2. Begrippen

Klacht = het tot uitdrukking brengen dat ie mand iets als negatef beleef. We vatten klachten dus op
als uitspraken van de cliënt waar mee we ook diens o mgeving kunnen bedoelen die aangeven dat
het gedrag/de situate van de cliënt of de gevolgen daarvan als negatef worden beleefd.

Klachtenanalyse = proces van het verhelderen van klachten met het oog op het for muleren van
expliciete hulpvragen die het aanknopingspunt vor men voor verder onderooek.

Hulpvraag = de vraag naar het soort hulp waar de cliënt of diens o mgeving in de context van de
klachtervaring behoefe aan heef.

- Hulpvraag als funderend beginsel  de veronderstelde relate tussen de ervaring van een
discrepante eneroijds en de behoefe van de persoon of diens o mgeving o m hierin een
positeve verandering te brengen anderoijds.
- I mpliciete hulpvraag  de onuitgesproken maar latent aanweoig veronderstelde hulpvraag.
- Expliciete hulpvraag  duidelijk gefor muleerde vraag o m bepaalde hulp die op grond van de
klachtanalyse totstandko mt.

Interpretatie = het toekennen van een inhoudelijke en e motonele betekenis aan de klacht van de
cliënt of diens o mgeving en aan de daarbij aansluitende hulpvraag.

Verhelderende diagnose = een voor de cliënt overoichtelijke ordening on diens klachten en
hulpvragen die dor de cliënt als dekkend wordt ervaren voor de beleefde oorgen en on macht.

,5.3. Voorwaarden

In een sa menwerkingsrelate met de cliënt onderooekt men geoa menlijk de o mvang en intensiteit van
de klachten. De professionele voorwaarden die hierbij cruciaal oijn betrefen in het bijoonder de
attude van de diagnostcus:

- Een onbevangen luisterende houding hebben in een open dialoog
- Een inlevend ver mogen hebben en kunnen meevoelen met de cliënt

De methodologische voorwaarden hebben betrekking op een verhelderende gespreks methodiek op
kennis van vertekeningen in de besluitvor ming van deoe fase en op de manier waarop deoe
voorko men kunnen worden:

- Kunnen hanteren van een verhelderende refecteve gespreks methodiek ( met o.a. een
controle van betekenis volledigheid en interne consistente).
- Kennis hebben van vertekeningen en van de manier waarop deoe voorko men kunnen
worden.

Menselijke co m municate blijkt evenwel oo ingewikkeld te oijn dat ook een refecteve
gespreks methodiek niet altjd vertekeningen kan voorko men.

5.4. Werkwijze

Er is een globale fasering bestaande uit de start het gesprek en de afronding.

De start:

- Diagnostcus introduceert kort de bedoeling van het gesprek.
- Nee mt de afspraken uit de aan meldingsfase door en legt de bedoeling het belang en de
methodiek van de klachtanalyse uit.

Het gesprek: de diagnostcus werkt naar het for muleren van hulpvragen toe. O mdat de methodiek
gericht is op het o moetten van een klachtbeleving in expliciete hulpvragen heef elk van de taken
betrekking op oowel klachten als hulpvragen. De gesprekstaken oijn:

- For muleren van klachten en hulpvragen.
- Controleren van de betekenis van de gefor muleerde klachten en hulpvragen.
- Controleren van de volledigheid van gefor muleerde klachten en hulpvragen.
- Controleren van de interne consistente van de gefor muleerde klachten en hulpvragen. 
uitspraken van de cliënt mogen elkaar bijv. niet tegenspreken.

In de loop van het gesprek oullen de verschillende taken elkaar afwisselen naargelang de stand van
oaken van het gesprek.

Klachten moeten oo expliciet mogelijk op tafel ko men ( explicitering). Bij elke klacht of door de cliënt
gefor muleerde hulpvraag dient de diagnostcus oich af te vragen in hoeverre duidelijk is of de inhoud
betrekking heef op alge mene dan wel specifeke oaken (specificiteit) en of deoe oich feitelijk
voordoen dan wel door de cliënt ingebeeld of verwacht worden (feitelijkheid).

De klachten worden oo letterlijk mogelijk overgeno men oonder theoretsche interpretate door de
diagnostcus. Pas in de fase van de problee manalyse legt de diagnostcus een relate tussen het
klachtgedrag en oijn professionele kennis. Ook de hulpvragen worden alleen geregistreerd en nog
niet gerubriceerd in typen hulpvragen.

, Op 2 manieren oijn positieve belevingen waardevol:

- Als positeve belevingen binnen het do mein waarop de klacht betrekking heef.
- Als positeve belevingen uit andere do meinen

De afronding: het gesprek wordt afgerond met een ordening van de klachten en het vastleggen van
de geordende klachten en naar belangrijkheid gerelateerde hulpvragen: de verhelderende diagnose.

De hulpvragen vor men het eindpunt van de klachtenanalyse. Ze vor men tevens het startpunt van de
volgende fase: het uitwerken van het diagnostsch scenario. Het type hulpvraag bepaalt het type
vraagstelling en dit bepaalt weer welke stappen geoet oullen worden o m de hulpvraag van de cliënt
te beantwoorden.

5.5. Aandachtspunten

- Infor meer de cliënt oeer duidelijk over de te ne men stappen
- Maak in steekwoorden aantekeningen van uitspraken door de cliënt
- Wees voortdurend bedacht op het onderscheid tussen gedrag en beleving
- Controleer na ‘vertaling’ de inste m ming van de cliënt in een open dialoog
- Controleer de klachten en hulpvragen (oie uw aantekeningen) op volledigheid
- Controleer de lijst met klachten en hulpvragen meer maals op interne consistente
- Pas op voor voortjdige theoretsche interpretates
- Rubriceer de hulpvragen van de cliënt nog niet in typen vraagstellingen
- Kies geen partj
- Let op het cyclische karakter van het proces
- Laat uw aantekeningen uit deoe stap niet liggen tot aan de uiteindelijke verslaglegging
- Weer bedacht op oordeelsfouten en evertekeningen die in de fase van de klachtanalyse
kunnen optreden

Hoorcollege 2

Hoofdstuk 3

3.1. Van hulpvraag tot cyclus

Het diagnostsch proces start nadat de cliënt oich rechtstreeks of via een verwijoer heef aange meld
met een of meer hulpvragen.

Prototype hulpvraag Type vraagstelling Type onderozek Code
hoe moet ik verwoorden wat ik t.o.v. mij/dit verheldering verhelderend VHD
kind ervaar?
Wat is er met mij/dit kind aan de hand? Onderkenning Onderkennend ODK
Waaro m is dit met mij/dit kind aan de hand? Verklaring Verklarend VKR
Hoe kan ik/dit kind het best geholpen Indicate Indicerend IDC
worden?


Een diagnostische hulpvraag van de cliënt wordt uiteindelijk geoa menlijk geherfor muleerd tot een
vraagstelling.

Hulpvraag (inbreng cliënt (C))  type diagnostsche hulpvraag (inbreng diagnostcus (D))  type
vraagstelling (C en D)  type onderooek (D)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauraverrijt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd