Blok 3.1. Goederenrecht PRI3001
Onderwijsbijeenkomst 1
Rechtsgevolgen van goederenrechtelijke rechten
Absoluut Werking jegens eenieder.
Exclusiviteit Rechthebbende is met uitsluiting van derden gerechtigd tot het
goed.
Zaaksgevolg Rechthebbende kan zijn recht uitoefenen ongeacht wie het goed
onder zich heeft.
Prioriteitsregel Eerder gevestigd goederenrechtelijk recht gaat vóór later gevestigd
goederenrechtelijk recht.
Alle schuldeisers zijn gelijk in het geval van verschillende
vorderingsrechten. Maar wanneer één iemand een beperkt recht
heeft op zo’n vorderingsrecht, dan gaat dit vorderingsrecht vóór op
de andere vorderingsrechten. Deze vordering heeft dan prioriteit
boven de rest.
Taak 1: Going concern
Casus
Pieterse BV is een bedrijf dat zich specialiseert in het verkopen en verhuren van
verschillende soorten containers en aanverwante artikelen. Om meer reserveonderdelen in
voorraad te kunnen hebben, moet Pieterse tot de aankoop van een aangrenzend perceel
grond overgaan ten zuiden van het eigen terrein en daar een magazijn op laten bouwen.
Tevens neemt Pieterse een perceel ten noorden van het eigen terrein in erfpacht. Op dit
perceel rust een erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van een naburige onderneming,
Tropical Fruit. De klanten van Pieterse krijgen normaal gesproken een termijn van 60
dagen om hun factuur te betalen. Omdat Pieterse het debiteurenbeheer niet zelf wil doen,
en bovendien onmiddellijk over liquide middelen wil beschikken, verkoopt en cedeert
Pieterse regelmatig een deel van de vordering op klanten aan een factorbedrijf.
Wat is nodig voor een geldige overdracht van containers?
Overdracht kan worden omschreven als een door ten minste twee partijen
bewerkstelligde overgang van een goed van het vermogen van de ene partij naar het
vermogen van de andere partij. Volgens art. 3:83 lid 1 BW zijn eigendom, beperkte
rechten en vorderingsrechten overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht zich
tegen een overdracht verzet. (Let ook altijd op art. 3:83 lid 2 BW, in het geval het om
vorderingsrechten gaat).
1
,Ten tweede is het van belang te weten welke vereisten er nodig zijn om een goed
rechtsgeldig te kunnen overdragen. Deze vereisten zijn te vinden in art. 3:84 lid 1 BW. Er
moet sprake zijn van een levering, die krachtens geldige titel verricht wordt door degene
die bevoegd is over het goed te beschikken. Er moet dus sprake zijn van:
1. Levering1;
2. Geldige titel2 – koopovereenkomst door aanbod en aanvaarding 3;
3. Beschikkingsbevoegd (in casu ex art. 3:90 BW)4.
Art. 3:84 lid 2 BW vereist dat – wil er sprake zijn van een geldige titel – het goed met
voldoende bepaaldheid omschreven moet zijn. Dit wil zeggen dat naar objectieve
maatstaven vast te stellen moet zijn op welk goed de levering ziet.
In casu gaat het hier om de overdracht van containers. Containers zijn roerende zaken,
niet-registergoederen. De containers bevinden zich in casu in de macht van Pieterse BV
– de vervreemder. Hij is eigenaar en bezitter van de containers in casu. Levering dient
hier dan ook te geschieden d.m.v. bezitsverschaffing van de containers door Pieterse BV
aan de verkrijger (de consumenten), ex art. 3:90 lid 1 BW jo. 3:114 BW. Bezit kan op
twee manieren verschaft worden, namelijk ex art. 3:114 jo. 3:115 BW.
Wanneer het bezit verschaft is, is aan de levering voldaan. Tevens is er sprake van een
geldige titel, wanneer er een koopovereenkomst met de consument en Pieterse BV tot
stand is gekomen. Daarnaast is Pieterse BV beschikkingsbevoegd, nu hij rechtmatige
eigenaar (en bezitter!) is van de betreffende containers, en daarom bevoegd is om de
containers te bezwaren of, zoals in casu het geval is, te vervreemden.
Pieterse BV kan er voor zijn eigen veiligheid ook voor kiezen om een koopovereenkomst
onder opschortende voorwaarde ex art. 3:92 lid 1 BW tot stand te brengen. Zolang de
consumenten dan bijv. niet hebben betaald voor de geleverde containers, kan Pieterse BV
deze containers aan derden overdragen. Dit kan hij enkel onder de last van de voorwaarde,
omdat hij over het goed al eerder heeft beschikt waardoor hij het goed nog slechts onder
“ontbindende” voorwaarde in zijn vermogen heeft.
1
Ten eerste moet er sprake zijn van een goederenrechtelijke overeenkomst (beide partijen moeten akkoord gaan met de
overeenkomst d.m.v. wil en verklaring vooral van belang bij onroerende zaken ex art. 3:89 BW! De levering bestaat niet
alleen uit het verschafen van de macht over het goed. Bij levering doet de vervreemder ten behoeve van de verkrijger afstand
van zijn pretenties als rechthebbende, waarbij hij de verkrijger in staat stelt zich tegenover derden als de (nieuwe)
rechthebbende op het goed te legitimeren.
2
Causaal stelsel: ongeldigheid van de titel op grond waarvan levering plaatsvindt, verhindert totstandkoming van de
overdracht; GÉÉN RECHTSOVERGANG terugwerkende kracht ex art. 3:53 BW. Daarnaast is betaling géén vereiste voor een
rechtsgeldige titel.
3
Zal vaak voortvloeien uit een obligatoire (=verbintenisscheppende) overeenkomst. Andere geldige titels voor overdracht zijn
de verbintenissen ontstaan door ruil, schenking, verbruikleen, maatschapcontract, legaat, ontbinding, schadevergoeding etc…
4
Beschikken is het vervreemden (overdragen aan andere persoon die rechthebbende wordt) of bezwaren (het vestigen van een
beperkt recht) van een goed. Beschikkingsonbevoegdheid: art. 1:183 BW, onder curatele gestelde op grond van geestelijke
stoornis (overeenkomst vernietigbaar) en art. 23 Faillissementswet (curator wordt BB ex art. 68 Faillissementswet).
Beschikkingsbevoegdheid en rechthebbende lopen niet altijd parallel langs elkaar!!
2
,Hoe moet het recht van erfpacht worden gevestigd?
Erfpacht is een zakelijk recht – en daarmee een beperkt recht ex art. 3:8 BW – dat de
erfpachter de bevoegdheid geeft een aan een ander toebehorende onroerende zaak te
houden en te gebruiken, ex art. 5:85 lid 1 BW. Erfpacht ontstaat door vestiging of
verjaring overeenkomstig de regels die in zijn algemeenheid gelden voor deze
ontstaansvormen bij beperkte rechten op registergoederen, tenzij de wet anders
bepaalt. Dit volgt uit art. 3:98 BW. Art. 3:84 lid 1 BW speelt bij het vestigen van beperkte
rechten dus tevens een rol:
Geldige titel
Levering (= “vestigingshandeling”)
o zelfstandig recht;
o overdraagbaar ex art. 3:83 BW;
o binnen de grenzen van dat recht (BB + nemo plus-beginsel5)
volgt uit art. 3:81 BW
Beschikkingsbevoegdheid
In casu wordt het beperkte recht gevestigd op een onroerende zaak, en is er dus een
notariële akte van vestiging en inschrijving daarvan in de openbare registers vereist, ex
art. 3:89 BW.
Het recht van erfpacht wordt dus als volgt gevestigd:
art. 5:85 BW jo. 3:81 BW jo. 3:98 BW jo. 3:83 BW jo. 3:84 BW jo. 3:89 BW.
Is de erfpachter Pieterse gebonden aan de erfdienstbaarheid van Tropical Fruit?
De prioriteitsregel speelt hier een rol: een eerder gevestigd goederenrechtelijk recht
gaat vóór een later gevestigd goederenrechtelijk recht. Nu de erfdienstbaarheid van weg
er al was voordat Pieterse BV het land in erfpacht nam, zal Pieterse BV dan ook
gebonden zijn aan de erfdienstbaarheid van weg t.b.v. Tropical Fruit. Tevens stond deze
erfdienstbaarheid reeds ingeschreven in de openbare registers, dus kon Pieterse BV hier
gewoon vanaf weten.
Wat is nodig voor een geldige cessie van vorderingen?
Levering van een vorderingsrecht op naam noemt men cessie. Het wetboek beschouwt
vorderingen als voor overdracht vatbare goederen ex art. 3:1 jo. 3:83 lid 1 BW. De bij
cessie betrokken partijen worden als volgt aangeduid:
- vervreemder = cedent
- verkrijger = cessionaris
- schuldenaar = (debitor) cessus
De levering van een vordering op naam is geregeld in art. 3:94 BW. Het is belangrijk om
te weten dat cedent en (debitor) cessus op grond van art. 3:83 lid 2 BW bij beding een
vordering onoverdraagbaar kunnen maken. De vereisten van art. 3:84 lid 1 BW zijn hier
tevens van belang: geldige titel (= koopovereenkomst), beschikkingsbevoegdheid en
levering (= cessie ex art. 3:94 BW).
5
Niemand kan aan een ander meer rechten verschafen dan hij zelf heeft.
3
, Cessie kan op twee manieren plaatsvinden ex art. 3:94 lid 1 en lid 3 BW: openbaar en
stil. Ten eerste kan cessie plaatsvinden d.m.v. het opmaken van een akte van cessie én
met mededeling daarvan aan de cessus. Cessie kan zowel bij onderhandse als bij
authentieke akte. De levering is dan pas voltooid als zowel de akte van cessie is
opgemaakt als mededeling daarvan heeft plaatsgevonden (door de cedent of de
cessionaris) aan de cessus.
Ten tweede kan cessie plaatsvinden d.m.v. een daartoe bestemde authentieke of
geregistreerde onderhandse akte zonder mededeling daarvan aan de cessus. De levering
kan niet aan de cessus worden tegengeworpen zolang hem daarvan geen mededeling is
gedaan. Bovendien moet in deze variant sprake zijn van een vordering die reeds bestaat
of rechtstreeks wordt verkregen uit een reeds bestaande rechtsverhouding, ex art. 3:94
lid 3 BW.
Het is bij beide vormen van cessie van belang dat de akte de daarbij te leveren vordering
voldoende bepaalt. De vordering moet dus ten tijde van de levering in voldoende mate
door de cessieakte bepaald worden, waarbij ter aanvulling van de akte gebruik kan
worden gemaakt van buiten de akte liggende (objectieve) gegevens, zoals de
administratie van de cedent. De manier waarop de cessieakte uiteindelijk uitgelegd moet
worden, wordt bepaald aan de hand van de “Haviltex-formule”: het komt aan op de zin
die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars
verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op wat zij te dien aanzien
redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
D.m.v. generieke omschrijvingen is het mogelijk d.m.v. één en dezelfde akte meerdere
vorderingen tegelijk te leveren. Hiervan kan Pieterse BV dan ook gebruikmaken, wat
betreft de vorderingen omtrent de betalingen van de geleverde containers.
Taak 2: Dubbelop
Casus A
Het overslagbedrijf Nedpak, heeft op korte termijn een grote hoeveelheid containers nodig:
in totaal 300 stuks. Het bedrijf besluit om 100 containers te kopen en, omdat een deel van
de extra containers slechts tijdelijk nodig is, de andere 200 te huren. Binnen een paar
weken worden de containers door Pieterse BV bij Nedpak afgeleverd.
Pieterse BV produceert, verkoopt en verhuurt o.a. containers. Alle containers worden door
Pieterse BV van een uniek registratienummer voorzien, zodat ze gemakkelijker van elkaar
en van andermans containers zijn te onderscheiden. Pieterse BV houdt van de containers
die verhuurd worden een lijst bij om te voorkomen dat na afloop van de verhuurperiode
niet meer duidelijk is welke containers eigendom van Pieterse BV zijn. Toch gaat er wel
eens iets mis. Zo heeft Nedpak een twintigtal containers, waarvan het dacht eigenaar te
zijn, aan De Boer & Co doorverkocht omdat Nedpak een beperkte overcapaciteit in de
nabije toekomst voorziet. Deze containers zijn echter in werkelijkheid eigendom van
Pieterse BV gebleven. Omdat Nedpak de containers echter voorlopig nog zelf nodig heeft, is
besloten tot een levering d.m.v. constitutum possessorium. Aan het einde van de
huurtermijn komt de vergissing aan het licht; zowel Pieterse BV als De Boer menen
eigenaar te zijn van deze containers.
4