Dit document is een samenvatting van het boek buiteNLand. Het bevat paragraaf 2.1 t/m 2.9 van hoofdstuk 2: klimaat. Ik heb voor deze toets met behulp van mijn samenvatting een 8,6 gehaald!
Inkomende zonnestraling bestaat uit kortgolvige straling: energie wordt compact vervoerd. Atmosfeer
te dun om deze straling goed te absorberen. Aardoppervlak wordt wel goed opgewarmd en straalt
daardoor ook straling uit: langgolvige straling: straling wordt minder compact vervoerd. Twee vormen
van energie: latente energie, water verdampt en voelbare warmte, direct voelbaar als warmte dus
geen stralingsvorm meer. Stralingsbalans is het dynamisch evenwicht in inkomende en uitgaande
straling op aarde.
Het broeikaseffect
= het absorberen van langgolvige straling door de atmosfeer cruciaal voor klimaat op aarde. 1%
cruciale gassen voor broeikaseffect: waterdamp, methaan en koolstofdioxide. Verder bestaat
atmosfeer voor 78% uit stikstof en 21% uit zuurstof. Door de mens extra broeikasgassen, vooral
koolstofdioxide versterkt broeikaseffect.
Ruimtelijke verschillen in instraling
Zonnestralen vallen loodrecht en hoeven maar klein oppervlak te verwarmen: warm, in de tropen. Op
onze breedte staat zon lager aan de hemel en valt schuin in, groter oppervlak verwarmen: kouder.
Hoe hoger, hoe dunner de lucht: snel benauwd en verbrandt snel, lucht beschermt minder tegen
invallende zonnestralen.
2.2: wereldwijde luchtstromen
De atmosferische circulatie
Stel je zet op je slaapkamer de verwarming aan, wordt de lucht boven de verwarming snelst
opgewarmd. Die lucht stijgt daardoor op tot het plafond lucht stroomt langs plafond door je kamer
en geeft warmte af aan omgeving. Aan andere kant van kamer is lucht afgekoeld en daalt weer
stroomt over vloer naar de verwarming en wordt opgewarmd: lucht wordt rondgepompt door
verwarming.
Ook op aarde: zon in de tropen hoog aan hemel warm lucht zet uit, per volume-eenheid minder
luchtdeeltjes lucht is minder zwaar en drukt minder hard op aardoppervlak: lagedrukgebied
lucht kan gemakkelijk opstijgen. Geen plafond, maar luchtdruk neemt af met hoogte. Opstijgende
lucht zet op grotere hoogte nog verder uit lucht koelt af, koudere lucht houdt minder vocht vast
regen.
, Lucht stroomt zijdelings af. Rond 30° noorderbreedte en zuiderbreedte is lucht afgekoeld en daalt,
lucht is zwaar en drukt hard tegen aardoppervlak: hogedrukgebied lucht daalt, warmt op en is
droog: woestijn. Al deze luchtstromen bij elkaar: atmosferische circulatie.
Het corioliseffect
Lucht stroomt van hoge naar lage druk, maar krijgt afwijking doordat aarde draait. Op ZH naar links
en op NH naar rechts: de wet van Buys Ballot of het corioliseffect. Afwijking wordt veroorzaakt
doordat luchtdeeltje op evenaar in een dag grotere cirkel draait dan hogere breedte, wind raakt voor.
Passaten en moessons
Op NH waait wind meestal uit noordoosten en op ZH uit zuidoosten: passaten. Deze waait niet altijd
want in onze zomer staat de zon verder naar noorden en in winter naar zuiden. Het lagedrukgebied
rond evenaar, intertropische convergentiezone (ITCZ) schuift mee, sterkst boven landmassa’s, die
warmen sterker op. Op ZH buigt noordoostelijke passaat in onze winter af tot noordwestelijke
moesson veel regen.
2.3: oceaan- en zeestromen
Zeestromen
Wind die over de zee waait, neemt de zee mee zeestromen met hetzelfde patroon. Warme
zeestroom wanneer uit warm gebied afkomstig. Koude zeestroom wanneer uit koud gebied
afkomstig. In subtropen zijn aan kusten veel woestijnen, omdat het koude zeewater de lucht erboven
afkoelt kan weinig vocht vasthouden, als deze licht naar land stroomt opwarming, nu kan het
meer vocht vasthouden maar het is land dus kan niet droge wind en geen neerslag.
Thermohaliene circulatie
Ook stromend zeewater op grote diepte = thermohaliene circulatie. Wordt veroorzaakt door
dichtheidsverschillen: temperatuurverschillen (thermo) en verschillen in zoutgehalte (halien). In de
Atlantische Oceaan stroomt warm water uit de tropen naar het noordoosten water verdampt
onderweg zouter water water koelt af in noordelijke Atlantische Oceaan en meegenomen door
wind naar Europa deel water bevriest, maar zout niet nog zouter water erg zwaar dus zinkt =
diepwaterpomp. Zinkende water stroomt naar het zuiden en komt boven in de Indische en Grote
Oceaan.
Herverdeling van warmte
Oceanische circulatie belangrijk voor herverdeling van warmte. Behalve op Antarctica, daar stroomt
een koude zeestroom, de westenwinddrift, rondom. Het ontstaan van deze zeestroom was belangrijk
voor de opvouw van ijskap.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper katoweenink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,57. Je zit daarna nergens aan vast.