Microbiologie 1
Samenvatting; Brock Biology of Microorganisms, Madigan
et al., 14th ed., Prentice Hall (2015) (Hoofdstukken 1, 2, 3,
5 en 18)
Door Vincent Bakker en Dominique ter Maat
1
,Hoofdstuk 1 inleiding microbiologie
Verschillende soorten microbiële cellen:
- Bacteriën/archaea
- Virussen
- Schimmels/gisten
- Parasitische wormen
- Algen
- Protozoa
Eigenschappen van alle microbiële cellen:
Metabolisme; Nutriënten opnemen en omzeten in afvalstofen om 1. DNA te repliceren en 2.
Energy te produceren.
Groei; Nutriënten opnemen en omzeten in nieuw celmateriaal voor nieuwe cellen
Evolutie; Cellen evolueren tot het punt dat de cellen nieuwe eigenschappen laten zien.
Van sommige microbiële cellen:
Diferentiatie; Het vormen van nieuwe celstructuren en cellen zoals sporen
Communicatie; Door middel van chemische interacties/signalen
Genetische uitwisseling; Cellen delen genetisch materiaal doormiddel van verschillende mechanismen
Motoriek; de mogelijkheid om zichzelf voor te berekenen
Pathogeen: een organisme, virus, virion of prion dat een ziekte veroorzaakt
2
, Hoofdstuk 2, les 2-6 structuur en functie van de
cel
Lichtmicroscopen
Werken op zichtbaar licht
Verschillende types:
- bright field
- phase contrast
- diferential interference contrast
- dark field
- fuorescence
Onderdelen van een lichtmicroscoop:
Objectief(10, 40, 100x)e * Oculair(10x)e i vergroting
- Vergroting: Groote beeld t.o.v. ware groote
- Totale vergroting: het resulterende beeld wat je krijgt
- Resolutie: Mogelijkheid om dicht bij elkaar gelegen objecten van elkaar te onderscheiden
Resolutie is afankelijk van de golflengte(λ) van het licht en de numerieke apertuur(NA) van de lens. Kort
golvig licht (blauw)e vergroot de resolutie, veel microscopen hebben een blauwfilter. Immersie olie doet
dit ook.
- Contrast: Hoe goed iets zichtbaar is t.o.v. de achtergrond, verschil in intensiteit tussen object en
achtergrond. Dit kan worden vergroot door bijv. kleuringen of het ‘’labelen’’ van cel onderdelen.
Brightfeld microscopie
Alleen voor het bekijken van microiorganismen met pigment. Anders niet mogelijk, geen contrast.
Kleuringen vergroten het contrast. Meest gebruikt. Een Gramkleuring gebeurd in 4 stappen;
1. Kristal violet kleuring 1min
2. Lugol 1min
3. Ethanol was stap ca. 20sec (grampositief i paars)e
4. Fuchsine kleuring 1-2min (gramnegatief i roze)e
3