100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting publiek recht , Jan Fiers (19/20) €4,36   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting publiek recht , Jan Fiers (19/20)

1 beoordeling
 51 keer bekeken  4 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak publiek recht gegeven door Jan Fiers aan de Hogent. Deze samenvatting bevat het boek, ppt en notities uit de les (veel voorbeelden). Met deze samenvatting heb ik een 19/20 gehaald.

Voorbeeld 4 van de 83  pagina's

  • Ja
  • 25 februari 2024
  • 83
  • 2023/2024
  • Samenvatting

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: farahringoot • 2 weken geleden

avatar-seller
PUBLIEK RECHT

Deel 1: Inleiding tot het recht

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

1. Definitie

1.1 Wat is recht


“Wat is recht?”  geen algemeen aanvaarde definitie (niet belangrijk, lezen):
- “Recht is een systeem van instellingen en regelingen dat in zijn geheel op een dwingende wijze de uiterlijke
aspecten van het samenleven ordent en bevordert.”
- “Het recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap gelden en op
haar gezag zijn vastgesteld.”  deze gebruikt meneer
- “Het recht is een stelsel van dwingende leefregels uitgevaardigd tot beveiliging van menselijke belangen
welke in het contact der samenleving in het gedrang dreigen te komen.”

Recht – rechtvaardigheid?
- Recht is niet perse rechtvaardig
o Klassenjustitie
o Vrouwen
o Racisme..
o Verjaring
 Gevoel dat na verloop van tijd je niet meer gestraft moet worden
 Bv. God vergeten  95% verjaard
 Wel dingen die nooit verjaren
 Genocide
 Oorlogsmisdaad
- Recht moet rechtvaardig zijn  subjectief (tijd/ ruimte)
- Recht = ‘iets dat op dat moment en op die plaats rechtvaardig is’

Recht = variabel
- Recht als instrument in handen van beleidsmakers die samenleving in bepaalde richting doen uitgaan
- Ideologieën sturen maatschappij in bepaalde richting

Waarom doen we wat het recht ons vraagt?  door gezag, dwang (doet je in een richting lopen, ook tegen je zin)
Bv: meningen verdeelt over cannabis: op dit moment verboden en sanctioneren, maar velen zijn voor de legalisering

2. Kenmerken van het recht

2.1. “het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen”

2.1.1.Het recht wordt gevormd door gedragsregels

Tal van regels die aan individuen een bepaalde gedraging voorschrijven (opleggen, verbieden)  normen met
algemene draawijdte.

2.1.1.1. Gebodsbepalingen

- Regels die zeggen dat je iets moet doen
- Voorbeelden

, o 1/ De opkomstplicht
 Bij verkiezingen: je moet er zijn maar je mag ook gewoon ongeldig stemmen, geen kiesplicht
dus
 Voor sommige verkiezingen wel/ niet
 Gemeente = recht
 Maar 2 landen hebben dit
 België
 Griekenland
 Gevolgen hiervan vertaald zich in andere politieke strekkingen die minder of meer impact
hebben daardoor
 Amerika: geen opkomstplicht
 Kiezen president, wij kiezen ons staatshoofd niet
 Hillary vs. Trump: Trump had niet de popular vote maar ingewikkeld systeem:
kiesmannen die afgevaardigden kiezen , in sommige staten the winner takes all: alle
kiesmannen
= democratisch????
o 2/ Leerplicht
 Je moet niet naar school gaan maar je mag ook thuis leren
 Is dat wel een goed idee voor mensen die schoolmoe zijn?
 We sanctioneren als het niet wordt nagekomen
 Kindergeld afnemen, sociale toelage afnemen
 Tijd geweest dat een leerplicht vooral de bedoeling had om de ouders vrij te stellen,
veredelde kinderopvang
 Bij ons: van 18 naar jongere leeftijd leggen?
 Duaal leren
 Werkplek leren
 …
o 3/ Belastingplicht
 Meer dan 1
 Plicht om te zeggen wat onze inkomsten zijn: aangifte
 Betalingsplicht
 Waarom? Financieren het overheidsapparaat: geld nodig om de dingen kunnen doen die je
als overheid wilt doen  wordt ook politiek gestuurd
 Partijen die willen dat overheid weinig/ veel doet weinig / veel belastingen
o 4/ Plicht aangifte van geboorte
 Waarom? Idee van 200 jaar oud, wetgeving ook van die tijd. Napoleon die dat bedacht 
wou weten hoeveel soldaten hij ging hebben
o 4/ Dienstplicht
 Verplicht om militaire dienst te leveren
 Landen in oorlog vaak dienstplicht (1830)  allemaal invloeden op regelgeving
 Gehad tot eind 1980: was er nog dreiging? Kostte heel veel geld


2.1.1.2. Verbodsbepalingen

- Regels die zeggen dat je iets absoluut niet mag doen
- Voorbeelden
o 1/ Verbod op bigamie
 2 huwelijken
 Trouwen = rechten en plichten tegenover elkaar
2

,  Polygamie = heel gebruikelijk in verschillende landen (Arabische landen, Afrika, VS, …)
o 2/ oneerlijke handelspraktijken
o 3/ Strafrecht
 Verzameling van alle gedragingen die wij als samenleving niet wenselijk vinden
 Bv. Wegcode
 Daden die in het handelsverkeer zorgen voor negatieve gevolgen
 Leurhandel

2.1.1.3. Verlofbepalingen

- Regels die niet moeten nageleefd worden, maar waar de mogelijkheid bestaat om al dan niet gebruik hiervan
te maken  keuzerecht: ‘is dat op mij van toepassing of niet’
- Voorbeelden
o 1/ Indexering van woninghuur
 Indexering dat wet toelaat (afgebakend percentage dat maar 1 keer per jaar mag), spelregels
 Niet indexeren: contract
 Niet in contract: er vanuit gaan dat indexering er wel is
o 2/ Bij trouwen
 dingen die je niet vanonder raakt maar als je in statuut stapt komen er dus automatisch
plichten
 je hebt ook een stukje keuzerecht: hoe gaan we onze goederen verdelen etc. ons inkomen

2.1.1.4. Louter technische regels

- Regels die geen gebod/ verbod inhouden, beïnvloeden ons gedrag dus niet  dienen op het rechtsapparaat
te laten draaien
- Voorbeelden
o 1/ De inhoud van een dagvaarding
 Hoe moet een dagvaarding eruit zien = dag uitgevaardigd dat je naar de rechtbank moet 
gestandaardiseerd (40 bladzijden)
o 2/ De regels over de verplichte vermeldingen op een rijbewijs, identiteitskaart, ..
o 3/ De akten van de Burgerlijke Stand
 Napoleon wou hele levensloop van zijn onderdanen in kaart brengen
 Alles van juridisch belang in kaart brengen
 Geboorteakte
 Adoptieakte
 Huwelijksakte
 Scheidingsakte
 Overlijdensakte
 Via kantmeldingen: stamboomonderzoek
 Regels hoe dat er moest uitzien: alles moest met de hand geschreven worden (digitalisering)


2.2.1 Het recht omvat het geheel van regelingen en instellingen

Recht zijn niet alleen regels, bestaat niet alleen uit abstracte normen die een algemene draawijdte hebben en op
iedereen van toepassing zijn.

- Bestaat ook uit regelingen die geen regels of normen zijn (geen algemene draawijdte):
o Voorbeelden
3

,  1/ Beschikkingen die een individuele draagwijdte hebben
 Beslissingen met kleine groep in vizier
 Benoemingen
 2/ Rechtspraak
- Recht bevat ook aantal regels die betrekking hebben op de instellingen van het land
o Parlementen, regeringen, …
o Voorbeelden
 1/ De staatsstructuur
 Samenstelling, werking en bevoegdheid van de wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht
 2/ De gerechtelijke organisatie:
 De samenstelling, werking en de bevoegdheden van de rechtbanken


2.2 Het doel van het recht is het ordenen van de samenleving

2.2.1 Het recht is een instrument om het samenleven in groep mogelijk te maken

Organisatie als onderzoeksobject  recht als instrument in handen van beleid

Al in zeer primitieve maatschappij bestond een vorm van recht. Vanaf men in groepen leeft moeten er afspraken
gemaakt worden (bv. Over jacht, verdeling buit, voortplanting, …).

Recht is geen doel op zich maar een middel om bepaalde beleidsopties te realiseren. Dit is een politiek gebeuren en
geen kenmerk van het recht. Recht is om die reden dus ook steeds een afspiegeling van de overheersende
maatschappelijke tendensen in de maatschappij, een afspiegeling van waarden die historisch zijn gegroeid  recht is
dus tijdsgebonden.

Recht in grote mate gebruikt om samenleving te sturen in een bepaalde richting en gebeurd via ideologische
richtingen. Ons recht is het resultaat van verschillende ideologische stromingen die onze maatschappij diepgaand
hebben beïnvloed:
- Duurt even vooraleer een ideologie een politieke partij worden en politieke invloed krijgen
o Bv globalisten hebben nog geen politieke partijen maar toch al invloed
- Focus:
o Welke?
o Vanwaar komen ze?
o België
- 20 jaar terug  1789: Franse Revolutie
o Kenmerken: egalité, fraternité, liberté
- Verschillende ideologieën
o 1/ Liberalisme
 Partijen
 Open VLD
 MR
 Lijst Dedecker
 Traditionele mensenrechten = “vrijheid van …”
 Verantwoordelijk voor rechten en vrijheden in de grondwet
o 2/ Christendemocratie
 Broederschap = naastenliefde
 Politieke ideologie gebaseerd op religie
4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fle838. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,36. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,36  4x  verkocht
  • (1)
  Kopen