samenvatting Een beeld van een kind - Historische pedagogiek - H001583A
161 keer bekeken 6 keer verkocht
Vak
Historische pedagogiek (H001583A)
Instelling
Universiteit Gent (UGent)
Boek
Een beeld van een kind
Uitgebreide samenvatting van het vak Historische pedagogiek.
VANAF p.5 begint de Samenvatting!
Met deze samenvatting geslaagd in eerste zit.
Deze samenvatting bevat zowel informatie van het boek, de PowerPoint van de les, de notities hierbij en voorbeelden. Rood lettertype: Namen, Blauw letter...
Samenvatting pedagogiek en gezinsondersteuning 23-24
pedagogiek en gezinsondersteuning
Samenvatting historische pedagogiek
Alles voor dit studieboek
(9)
Geschreven voor
Universiteit Gent (UGent)
Bachelor in de pedagogische wetenschappen
Historische pedagogiek (H001583A)
Alle documenten voor dit vak (7)
Verkoper
Volgen
katostanson
Voorbeeld van de inhoud
INLEIDING
1. PEDAGOGIEK ALS MAATSCHAPPELIJKE KWESTIE
• Het maatschappelijke en politieke debat bol van de pedagogische vragen
• Grote zorgen, weinig consensus
• Torenhoge verwachtingen t.a.v. de pedagogiek, tegelijkertijd heel wat vraagtekens bij ‘de
pedagoog’ en ‘pedagogische kennis’
• pedagogische kennis wordt heel vaak weggezet als niet duidelijk, niet eenduidig of
simpelweg boerenbedrog
2. DE PEDAGOGIEK ONDER DRUK ?
Opvoeding en onderwijs hebben een inherent onvoorspelbaar en onbeheersbaar karakter
- Veel heeft te maken met het feit dat wetenschap vandaag vooral gezien wordt als een
kwaliteitslabel dat garant staat voor de juiste of beste keuze. Dat is wat we doorgaans als
evidencebased onderzoek benoemen.
- Ons idee van wat wetenschap is, valt zo samen met het idee dat onderzoek moet leiden tot een
meer voorspelbare en beheersbare wereld. (cf. lessen wetenschapstheoretische grondslagen)
o Daarbij worden wetenschappelijke inzichten als voorschrijvend in plaats van
beschrijvend geïnterpreteerd. Dat zou betekenen dat elk wetenschappelijk onderzoek
moet leiden tot eenduidige en algemeen toepasbare of pasklare antwoorden.
➢ Het zijn vandaag dan ook voornamelijk die pedagogische vraagstukken die hun weg vinden
naar het maatschappelijke debat.
➢ Waarbij pedagogische kennis tracht tegemoet te komen aan de begrijpbare vraag naar hoe en
wat we moeten doen
➢ Er is met andere woorden een grote druk om antwoorden te formuleren op de vraag ‘Wat
werkt?’ en daardoor is er minder ruimte om na te denken over wat we nu eigenlijk met
‘werken’ bedoelen.
➢ We doen vandaag bijvoorbeeld veel onderzoek over hoe we een uithuisplaatsing beter kunnen
organiseren, maar houden ons veel minder bezig met de vraag of het überhaupt legitiem is om
als overheid te moeien in het gezin. Zo breken we ons hoofd over wanneer kinderen het best
naar school beginnen te gaan en hoe we ze daar kunnen houden, maar stellen nog maar zelden
de vraag waarom we onderwijs eigenlijk organiseren.
➢ De hedendaagse drang naar eenduidige antwoorden weegt zo zwaar door dat er weinig
ruimte overblijft om andere vragen te stellen. En we vervolgens verstelt staan als niet alle
pedagogen het eens zijn met elkaar
➢ Tot die conclusie kwam ook minister van onderwijs Ben Weyts in het Vlaams Parlement:
“‘Voor elke pedagoog die wit zegt, zal ik u een pedagoog geven die zwart zegt.’ Door elkaar
om de oren te slaan met pedagogische inzichten, gaan we er niet komen.”
➢ Pedagogiek is een sociale en bij uitstek normatieve wetenschap en verschilt daarom van
academische disciplines zoals de wiskunde en de fysica.
➢ Wat we waardevol en gepast vinden in opvoeding is wel degelijk a sign of the time.
➢ Betekent dit dan dat pedagogisch onderzoek niet meer belangrijk is en dat het enkel om
meningen, opvattingen en waarden gaat? Natuurlijk niet.
1
, ➢ Maar het probleem is niet, zo hebben we geleerd van de Braziliaanse pedagoog Paulo Freire
dat de pedagogische wetenschappen besmet zouden zijn met ideologie. Het probleem is het
gebrek aan ideologie of beter nog aan ideologieën, in het meervoud.
➢ Hoe we kijken naar kinderen en hoe de kindertijd er hoort uit te zien wordt sterk bepaalt
door onze opvattingen over bijvoorbeeld burgerschap
3. PEDAGOGIEK KAN DE WERELD REDDEN
- De vraag hoe we kinderen willen opvoeden of onderwijzen hangt immers af van de vraag wat
we als een betere wereld beschouwen.
o Pedagogiek draait dus niet enkel om kinderen en hun (al dan niet problematische)
ontwikkeling of om het oplijsten van do’s en don’ts voor leerkrachten.
- Het gaat om kinderen en jongeren, maar ook om volwassenen en opvoeders die op zoek zijn
naar hun plek in deze wereld. En het gaat om ouders, vrijwilligers, leerkrachten, sociaal
werkers, persoonlijke begeleiders die willen helpen in het zoeken naar die plek.
- In pedagogiek gaat het om de wereld leren kennen en doorgeven.
In een prachtig essay schreef de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer daarover het volgende:
“Door onze kinderen in te wijden in onze cultuur maken wij hen deel van de mensheid en haar
geschiedenis en geven wij hun alle verhalen die ooit bedacht zijn om betekenis te scheppen in de chaos,
alsmede alle mechanismen die ooit zijn toegepast om als mens in de wereld te overleven. Wij geven dit
alles voor beter. We gieten ons geheugen over in die kleine hoofdjes met de bedoeling dat ze daar de
rest van hun leven kritisch tegenover staan en het hunne aan toevoegen, alvorens zij hun geheugen
overdragen op hun kinderen.”
- Pedagogiek gaat zo om twee dingen: de voortzetting en de vernieuwing van de wereld.
- Het gaat om zorg dragen voor de volgende generaties zodat zij de wereld wel kunnen redden.
2
, H1: HET VOORSPELBARE KIND
1. VER KINDEREN , DE KINDERTIJD EN KINDBEELDEN
- Vertellen veel over hoe we als samenleving naar kinderen en jongeren kijken
- Welke kindertijd we wel en niet wenselijk vinden
- Over welke rol we ouders toebedelen en wat de functie van leerkrachten en opvoeders is of
hoort te zijn
- Kortom, van welke wereld we dromen
De ontdekking van het kind
- studie van Ariés
- aparte sociale categorie
De vondst van de kindertijd
- goeie kindertijd?
- opvattingen over de tijd heen
Het denken in kindbeelden
- Sociaal geconstrueerde kenmerken
2. DE ‘ONTDEKKING ’ VAN HET KIND
- De fameuze studie van Ariès waarin een pleidooi gehouden wordt voor de ontdekking van het
kind
- Vanaf de 17de eeuw wordt kindzijn sociaal zichtbaar
- Onderscheid tussen kinderen en volwassenen wordt sterk beklemtoond
- Zware kritieken
3. DE BEST-SELLER VAN EEN ZONDAGSHISTORICUS
- L’enfant verschijnt in 1960
- Aanvankelijk nauwelijks interesse in wetenschappelijke kringen
- Eerste interesse in Angelsaksische landen (o.m voor de sociale aspecten van het gezin)
- Later ook in Frankrijk (Badinter!) en onze contreien (het jaar van het kind)
4. DE STELLINGEN VAN ARIÈS
• Traditionele samenleving heeft weinig oog voor kinderen
• Kind als arbeidskracht
• Het kind als een aapje zonder schaamte
• Het gezin kent geen affectieve functie
• Vanaf de 17de eeuw: ontdekking van het kind
• Spelen met en knuffelen van kinderen
• Erkennen van de eigenheid van kinderen
• De schoolse opvoeding en het geprivatiseerde gezinsleven resulteerden in een
infantilisering van het kind
3
, • Ariès: the two concepts of childhood:
• Het vertroetelen van kinderen: kinderen worden als een plezier binnen de huiselijke
kring ervaren
• Het morele perspectief op kindzijn: Kinderen zijn breekbaar en dienen beschermd en
gekneed te worden
HET KIND KOMT DE GESCHIEDENIS BINNEN
• Beide constructies erkennen de speciale aard van kindzijn
• Ariès vindt steun bij auteurs als Stone, Shorter & deMause, maar...
• Scherpe kritiek van Pollock:
• Onderzoek op basis van dagboeken van 1500 tot 1800
• Kinderen waren gewild, wetgeving rond kinderen, eerste medicatie voor kinderen,
weinig brutaliteiten tegen kinderen
“Zo werd de kindertijd een ‘aanwezige’ levensfase vanaf de 18de eeuw, en ontstonden in de woorden
van Van Den Berg ‘twee afzonderlijke staten van het menselijk leven’: de onvolwassenheid en de
volwassenheid.” (p. 36)
4
, H5: HET KIND ALS RISICO
1. GEVAARLIJK JONG ZIJN
Kind ALS gevaar vs. Kind IN gevaar
- Samenleving beschermen tegen gevaarlijke kinderen/jongeren
- Kinderen beschermen tegen de maatschappij, potentieel gevaar
→ Deze twee vormen het kindbeeld: ‘Kind als risico
Risico = Iets dat zou kunnen gebeuren op een bepaald moment in een bepaalde situatie
- Discussie in het pedagogische discours:
o Hoe veilig is veilig
o Welk materiaal voor een veilige speelplaats
- Risico wordt gezien als; wat wellicht zal gebeuren
= kinderen beschermen tegen de mogelijke pijn die spelen met zich kan meebrengen
o We beschermen kinderen graag en vaak
o Kritiek Universiteit Utrecht: ‘speeltuinen zijn niet gevaarlijk genoeg.”
o Houden een pleidooi om kinderen net meer risico’s te laten nemen zodat ze zelf hun grenzen
leren kennen en aftasten
- Negatieve gevolgen van dit denken:
o Kinderen groeien op tot onzekere en bange volwassenen
- Groot verschil tussen wat kan gebeuren vs. Wat wellicht zal gebeuren
- Welk standpunt je inneemt bepaald de opvoeding van een kind
→ overal zien we risico’s en gevaren waartegen we kinderen en jongeren kunnen en moeten
beschermen
Voorbeelden van gevaar detecteren om te voorkomen
- valcursus om veilig op de grond te vallen
- tracking apps: kind volgen
- veiligheidsrichtlijnen voor autostoelen, bedjes, eetstoelen en kinderfietsen worden strenger
- afdwaalalarmen: antiverdrinkingsalarm
- mosquito devices
= systemen om jongeren en kinderen weg te jagen
o Doel: plekken hangjongeren-vrij maken
o Geluid uitsturen dat enkel kinderen/jongeren horen en volwassenen niet
o In England wordt op plekken waar jongeren verzamelen roze gekleurd licht geplaatst zodat
jeugdpuistjes extra opvallen
Oproeien is m.a.w. altijd in verband gebracht met specifieke gevaren en bedreigingen waaraan
kinderen en jongeren kunnen worden blootgesteld of die ze zelf kunnen vormen.
5
,1.1 KIND ALS GEVAAR: HET RISICOKIND
“Wy bevinden dat de kynderen van onsen jegenwoordeghen tyde snoodere ende veel erghere zijn dan
de kynderen van voorleden tyden waeren.” - Godt betert
- Eerste helft van de 20e eeuw: Specifieke term ‘risicokinderen’
- Oorsprong van het kindbeeld is nog ouder !!
Het verzet tegen de jeugd is van alle tijden …
- Reeds in de Oudheid
o De confessions (belijdenissen) van Augustinus
- 1750-1800: Veel klachten over Jongerenverenigingen
o Rebelleren, diefstallen plegen, brand stichten, vandalenstreken,…
o MAAR toch definieerden de toenmalige autoriteiten de vormen van afwijkend en crimineel
gedrag van jongeren niet als een afzonderlijk probleem dat een aparte aanpak vereist
o Idee speelde dat het hoorde bij de ontwikkeling van het kind (pubergedrag)
- 19e eeuw: ‘ontdekking’ jeugdcriminaliteit en ontwikkeling kindbeeld ‘risicokind’
Context: ingrijpende maatschappelijke veranderingen – ‘sociale kwestie’
o Slechte omstandigheden van arbeidersklasse als oorzaak van immoraliteit en criminaliteit
o Toenemende interesse in de marginale positie van het kind uit lagere maatschappelijke
klassen
o Die kinderen = moreel bedreigd
o Oorzaken van jeugdcriminaliteit
▪ Kind zelf
▪ Slechte opvoeding
▪ Criminogene leefomgeving
- 20e eeuw: introductie term ‘risicokinderen’
o Basis van de jeugdbescherming met zijn afzonderlijk jeugdstrafrecht
o In het jeugdsysteem worden minderjarige niet gestraft maar gezin kreeg
heropvoedingsmaatregelen tot aan het kind zijn meerderjarigheid
De ontwikkeling van het kindbeeld ‘risicokind’ begin 19e eeuw
- Een gerechterlijke evolutie: de ontdekking van de jeugdcriminaliteit
o Basis voor stelsel van de jeugdbescherming in de 20ste eeuw met zijn afzonderlijk
jeugdstrafrecht
▪ Uithuisplaatsingen: minderjarigen niet gestraft maar aan hun gezin onttrokken, onder
toezicht van de jeugdrechter en met heropvoedingsmaatregel tot aan de
meerderjarigheid
- Ging gepaard met ingrijpende maatschappelijke veranderingen: de sociale kwestie
o Een beschuldigende benadering van de arbeidersklasse en een vermeende nood om hun
kinderen te beschermen
▪ Snelgroeiende arbeidersklasse
▪ Armoedige levensomstandigheden worden gelinkt aan immoraliteit en criminaliteit
6
,Uitstap: omslag industriële revolutie
- 19de eeuw
o Opkomst stedelijke industrie
o Toeloop van arbeiders uit het platteland
- Ingrijpende transformatie van de samenleving door industrialisering, proletarisering en
verstedelijking – Industriesteden
- Erbarmelijke leef-, woon-, en werkomstandigheden van fabrieksarbeiders:
o Lange werkdagen, lage lonen, slechte huisvesting, onhygiënische en onveilige
werkomstandigheden, alcoholisme, criminaliteit, kinder- en vrouwenarbeid, ziektes,
kindersterfte
➔ Leidt grote maatschappelijke spanningen
- Economisch: technologische innovaties, doorbraak kapitalisme
o Mechanisering van de arbeid/productie
o Van standenmaatschappij (o.b.v. geboorte) naar klassenmaatschappij (o.b.v. inkomen)
- Cultureel: Verlichting
o Nadruk op rationeel denken, wetenschap
o Sterk geloof in maakbare en ideale samenleving
o samenleving is veranderbaar
o via heropvoeding tot betere samenleving komen (cf. verlangen naar opvoeden)
▪ Vrijheid en gelijkheid (zij het relatief)
Naar het einde van de 19de eeuw… groeiende maatschappelijke onrust
- Groeiende ongerustheid over situatie arbeidersbevolking
o Initieel door artsen, priesters, schrijvers, … sociale ondernemers
o Bedreiging voor sociale orde en vooruitgang samenleving
o Angst voor opstanden/stakingen
- Groeiend besef dat maatregelen nodig zijn
o Als antwoord op precaire levensomstandigheden arbeidersgezinnen
o Om sociale orde te beschermen
- Specifieke aandacht voor situatie arbeidersjeugd
o Hoge kindersterfte
o Sociale enquêtes
o Link armoede en (jeugd)criminaliteit
“Indien onze bevolking zo verontrustend blijft verzwakken, zullen wij op een dag overspoeld worden:
vredelievend, door immigratie die van jaar tot jaar toeneemt en de inlandse bevolking door
buitenlanders vervangt; of militair, door de legers van buurlanden die numeriek sterker zullen worden
dan het onze”.
Sociale kwestie en het kindbeeld ‘risicokind’
- Vrees dat de arbeidskinderen opgroeien tot medestanders van de arbeidersbeweging.
o Een beweging die opkwam voor betere werkomstandigheden, sociale bescherming en
stemrecht
- Kinderen uit lagere maatschappelijke klassen werden beschouwd als moreel bedreigd
- Uitgangspunt: de gehanteerde opvoeding bij de arbeidersklasse is negatief voor het kind
7
, o Wordt gezien als een ideale voedingsbodem voor sociaal afwijkend gedrag en
jeugddelinquentie
=> kinderen moeten beschermd worden
GEWELDDADIGE JONGENS
- In de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne steden waren jongeren in het straatbeeld aanwezig
o 40% van de bevolking was jonger dan 20 jaar
- Grote aanwezigheid van jongeren in publieke ruimte (lagere klassen)
- Onderzoek:
o Deze aanwezigheid gaat gepaard met geweldpleging, vandalisme, verkrachting, moord
o Bij steden met een hoog % leerjongens, ongehuwde mannen of loonarbeiders meer risico op
deviant gedrag !!
Voorbeelden
- Dijon
o Meerderheid van verkrachters: 18-25 jaar
o Handelen collectief, samen met andere leden van een fraternité (jongerenvereniging)
o ‘proef/doop’ met dood als gevolg
- Brugge
o 4 op d 10 jonge geweldplegers zijn schuldig aan zwaardere delicten zoals messentrekkerij,
verwonding, doodslag en moord
Georganiseerde criminaliteit in de vorm van jeugdbendes of gangs
- einde van Ancien régime: Vlaanderen overspoeld door jeugdbendes
o Misdaden: winkeldiefstallen, inbraken, brandstichting
o Leeftijd van de bendeleden schommelde tussen de 15 en 19 jaar oud
Criminaliteit vanuit een materiële behoefte die deel uitmaakte van complexe overlevingsstrategieën
- Kinderen en jongeren uit arme gezinnen die uit noodzaak stelden
- Overlevingscriminaliteit: ook aanwezig in de 19e en 20ste eeuw
Criminaliteit ter financiering van:
- luxegoederen (materiële behoefte of georganiseerde criminaliteit)
- Vrijetijdsbesteding
o Late 19e eeuw: De commerciële vermaaksindustrie groeit spectaculair
o Theater, cafés, bioscopen en dancings
o Diefstal om hieraan te kunnen deelnemen
o Discussie binnen het gezin over zakgeld
o Stelen van kostbare goederen om een sociaal aanzien te verwerven en een identiteit toe te
eigenen
o Kostbare goederen die aan aangeschreven stonden in de jongerenconsumptiecultuur
o Statussymbolen voor jeugdigen
8
,LOSBANDIGE MEISJES
“Definities van meisjescriminaliteit hebben doorheen de geschiedenis altijd een apart karakter gekend
omwille van de focus op ‘ongepast of problematisch seksueel gedrag’ en ‘te veel autonomie’.”
- Misdaden en overtredingen van meisjes worden systematisch geseksualiseerd
- Er waren dominante genderrollen en een heersend ideaalbeeld van de vrouw:
o Kuishuid, vrouwelijke passiviteit, gezagsgetrouwheid, gehoorzaamheid
o Gedrag dat deze ondermijnen worden gecriminaliseerd
o Bv. ongehoorzaamheid, weglopen en ongeoorloofd seksuele activiteiten
- ‘onzedelijk’ gedrag van vrouwen beschouwd als wortel van ernstige misdaden
- Tal van problemen waartegen zowel zijzelf als de samenleving beschermd moet worden
o Buitenechtelijke zwangerschappen, geslachtziekten, prostitutie, abortus, kindermoord,
kinderverlating, enz.
- alleenstaande vrouwen werden in de gaten gehouden, of ze geen tekenen van ‘losbandigheid
vertoonden, vooral als ze jong en werkloos waren
Jonge vrouwelijke delinquenten bestraft voor:
o Seksueel afwijkend gedrag en situaties die als sociaal en moreel gevaarlijk werden
beschouwd VEEL MINDER voor overtredingen van de strafwet
Voorbeelden
- Duitsland, 15e eeuw, beschuldiging van ‘seksuele immoraliteit’ bij voorhuwelijkse seks of ongehuwd
samenwonen
- Rotterdam en Delft, periode 1550-1700, 67% van rechtszaken tegen vrouwen gaan over
voorhuwelijkse seksuele overtredingen, meesten van hen jonge en ongehuwde immigranten
Begin 20ste eeuw: opkomst jeugdrechtsysteem
- verderzetting: van de vervolging van seksueel ongeoorloofd gedrag jonge vrouwen
- verandering: jeugdrechters konden ingrijpen tegen niet-delinquent gedrag, door aan de klassieke
misdrijven ook de nieuwe overtredingen ‘landloperij’, ‘ongehoorzaamheid’ en ‘losbandigheid’ toe te
voegen.
→ Alleen meisjes moesten zich verantwoorden voor feiten van losbandigheid, vervolgd door conflict
met ouders of landloperij
→ jongens: verschenen wegens diefstal voor de jeugdrechter
Het niet-delinquent maar losbandige ‘probleemmeisje’ vertoont afwijkend gedrag dat zowel een
gevolg als een bron van moreel en zedelijk gevaar was
=> opgenomen in de beschermingsfilosofie van het jeugdrecht
Heden
- Helft van de jeugdzaken betreffende ‘problematische opvoedingssituatie’
- probleemsituaties zoals: spijbelen, weglopen, druggebruik, tienerzwangerschappen en conflicten
met ouders
9
, 1.2. KIND IN GEVAAR: HET ONSCHULDIGE KIND
Eind 19e eeuw: idee van het ‘onschuldige criminele kind’ centraal
- oorzaak voor de erbarmelijke situatie van de kinderen gezocht in de (levenssituatie) van de ouders:
“The cardinal difference between ‘the guilty child’ and the ‘victim child’ was the slippage from the
individual to the familial stratum: namely, from the child’s misconduct to the family’s deviance.”
- guilty child → victim child
- Kind als slachtoffer moet beschermd worden
Schuldig kind crimineel onschuldig kind
SCHULD Bij de (levenssituatie) van de ouders
BEVOLKINGSGROEP - Onderste laag van de bevolking komt in het vizier
o Vaak in armoedige situaties
- problematiseren van kinderarbeid, alcoholmisbruik en prostitutie
BELEID - Veel aandacht voor armoede en verwaarlozing,
- Tegen einde 19e eeuw stond de zorg voor verwaarloosde en ontspoorde
kinderen en jongeren hoog op de agenda
DISCOURS - Gebruikte termen voor deze risicokinderen:
o Wezen, vondelingen, verwaarloosde en verlaten kinderen
- Vraag rond definiëring, voorbeeld: congres Sint-Petersburg 1890 l’enfant
malheureux
Definitie voor het ‘kind in gevaar’: "kinderen in gevaar zijn kinderen die als gevolg van zwakheden,
verwaarlozing, zware fouten van de ouders of van anderen, aan zichzelf zijn overgeleverd en
verstoken blijven van opvoeding”
DE ‘MODERNE’ PROBLEEMJONGEREN
- Na WO I: Grote veranderingen in de sociale posities van arbeidersjongeren
=> gevolg: intensivering van de zorg
o Meer vrijheid, mogelijkheden op de arbeidersmarkt en meer financiële autonomie dan de
vorige generatie
o Wegtrekken uit het geboortedorp, naar de stad
o Zichtbaarheid op straat / landloperij
o Veranderende familiale machtsrelaties, ouders slepen kinderen voor de rechter bij moeilijk
gedrag
- Na WO II: delict van ‘ongehoorzaamheid’ als passe-partout
→ (waarbij ouders klachten indienden tegen hun minderjarige zoon/dochter, vaak op advies van
politie en rechter)
o allerhande soorten ‘ongeregeld’ gedragingen en problemen naar de jeugdrechter
doorgestuurd
o Landloperij krijgt andere invulling: het ouderlijk huis verlaten en op avontuur
o Kritiek van de magistratuur over de omgang met seksualiteit, focus op seksuele delicten
(eendagsverhoudingen, homoseksualiteit, groeiende vroegrijpheid…)
10
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper katostanson. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,19. Je zit daarna nergens aan vast.