Samenvatting Burgerlijk Procesrecht:
Verbintenissenrecht:
Rechtsrelatie tussen personen onderling staat centraal.
Goederenrecht:
De rechtsrelatie tussen persoon en goed.
Vermogensrecht:
Regelt de verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn tussen burgers
onderling.
Verbintenissenrecht en goederenrecht bij elkaar genomen.
Privaatrecht:
Houdt zich bezig met alle juridische betrekkingen tussen burgers
onderling.
Wordt ook wel Burgerlijk Recht en civiel recht genoemd.
Natuurlijk persoon: Een mens van vlees en bloed.
Rechtspersoon:
Bedrijven, stichtingen, verenigingen, Nederlandse staat of gemeente.
Volgens de wet gelijk aan natuurlijk persoon.
Rechtsverhouding = Rechtsrelatie
Verbintenis:
Een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is
om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.
Prestatie: Iets doen of iets geven.
Schuldenaar: Degene die moet presteren.
Schuldeiser: Degene die recht heeft op een prestatie.
Rechtsfeit:
Feit dat een rechtsgevolg heeft.
Blote rechtsfeiten
Rechtens relevante handelingen
Gewone feit:
Feit dat geen rechtsgevolg heeft.
Blote rechtsfeiten:
Zijn geen handelingen, maar hebben toch een rechtsgevolg.
Dit soort rechtsfeiten vinden hoe dan ook plaats zonder dat er een
feitelijke handeling plaatsvindt.
Bijvoorbeeld: Geboorte, overlijden of meerderjarig worden.
,Rechtens relevante feiten:
Een handeling die relevantie heeft voor het recht en dus ook een
rechtsgevolg heeft.
Bestaan uit rechtshandelingen en feitelijke handelingen.
Voorbeeld: Arbeidsovereenkomst sluiten of een schenkingsovereenkomst.
Feitelijke handeling:
Handelingen die wel een rechtsgevolg hebben, maar daar niet op gericht
zijn.
De handelende persoon had dus niet de bedoeling het rechtsgevolg tot
stand te brengen.
Voorbeeld: Per ongeluk een zijspiegel stuk rijden.
Rechtshandelingen:
Handeling die gericht is op een rechtsgevolg.
De handelende persoon wil dus wel een rechtsgevolg tot stand brengen.
Voor dit soort zaken is een wilsuiting noodzakelijk.
Wilsuiting: De handelende persoon laat duidelijk blijken dat hij de
bedoeling heeft om het rechtsgevolg tot stand te brengen.
Voorbeeld: Huurovereenkomst sluiten.
Oogmerk:
De bedoeling van de handelende persoon.
Art. 3:33 BW.
Twee vereisten rechtshandeling:
Een op een rechtsgevolg gerichte wil;
Die wil heeft zich door een verklaring geopenbaard.
Eenzijdige rechtshandelingen:
Het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door één persoon, zonder dat
de medewerking van een andere persoon nodig is.
Er is sprake van een wilsuiting van een persoon, gericht op een bepaald
rechtsgevolg.
Persoonsgerichte- en niet-persoonsgerichte rechtshandelingen.
Voorbeeld: Opstellen van een testament.
Meerzijdige rechtshandelingen:
Het is noodzakelijk dat twee personen een bepaald rechtsgevolg tot stand
willen brengen.
Hiervoor zijn wilsuitingen van beiden partijen vereist. Deze wilsuitingen
moeten gericht zijn op hetzelfde rechtsgevolg.
Overeenkomsten en andere meerzijdige rechtshandelingen.
Voorbeeld: Huurovereenkomst of schenkingsovereenkomst.
, Persoonsgerichte rechtshandelingen:
Worden verricht door een van beide partijen en zijn gericht tot de andere
partij.
Huurder wil huurovereenkomst opzeggen
Niet-persoonsgerichte rechtshandelingen:
Ongerichte rechtshandeling.
Handeling die door één van de partijen wordt verricht, maar niet tot een
specifeke persoon is gericht. Het is niet van belang tot wie de handeling is
gericht.
Geboorteaangifte.
Overeenkomst:
Art. 6:213 lid 1 BW
Voorwaarden: een meerzijdige rechtshandeling zijn en een of meer
partijen gaan jegens een of meer partijen een verbintenis aan.
Verbintenis scheppende overeenkomsten en andere overeenkomsten.
Andere meerzijdige rechtshandelingen:
Vaststellen van notulen tijdens een vergadering.
Andere overeenkomst:
Huwelijk
Verbintenis scheppende overeenkomsten:
Er ontstaan een of meerdere verbintenissen tussen partijen.
Obligatoire overeenkomsten
Arbeidsovereenkomsten
Eenzijdige overeenkomst:
Schept slechts voor een van de partijen een verplichting.
Schenkingsovereenkomst.
Meerzijdige overeenkomst:
Beiden partijen hebben een verplichtingen jegens elkaar.
Wederkerig overeenkomst: De ene partij komt een verplichting na ‘in ruil
voor’ de verplichting van de andere partij. Art. 6:261 lid 1 BW.
Handelingsbekwaamheid:
Art. 3:32 lid 1 BW: Ieder natuurlijk persoon bekwaam is tot het verrichten
van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaald.
Handelingsonbekwaam:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nh28. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.