Taak 1
1. Wat is persoonlijkheid?
2. Hoe beschrijf je iemands persoonlijkheid?
3. Hoe meet je persoonlijkheid?
4. Wat zijn de voor- en nadelen van testen?
5. Wat zijn I/S/B/L data?
Literatuur:
- Boek, Ashton Chapter 1.3
- Artikel Goslin,, A roo iith a cue
Ashton chapter 1.3
Methods of measurement:
Self-report S-data
Hierbij worden een aantal vragen (over gedachten, gedragingen en gevoelens) aan de proefpersoon gesteld om zo
een inzicht te krijgen in de persoonlijkheid.
Dit is een van de meeste gebruikte methode om persoonlijkheid te meten. Het gemakkelijk en kost weinig geld. Wel
moet iedere persoon dezelfde vragen worden gesteld en moet hij/zij dezelfde antwoordmogelijkheden hebben,
alleen zo kunnen de antwoorden vergelijkt worden.
Deze methode is niet erg accuraat aangezien:
- Niet iedereen kan goed zijn eigen eigenschappen inschaten of is niet eerlijk om zo geen slechte indruk
achter te laten.
- Personen kunnen bepaalde begrippen anders opvaten, antwoorden zullen in dit geval niet nauwkeurig zijn.
(Impulsief als spontaan/ of als jezelf niet in kunnen houden)
Observer reports (other report/ peer report) I-data
Hier wordt aan andere gevraagd om de persoon de beschrijven, dit is meestal iemand die hecht is met de
proefpersoon.
Een voordeel hiervan is dat bepaalde karaktertrekken meer objectef zijn.
Maar mensen die hecht zijn met een bepaald persoon zullen deze waarschijnlijk meer prijzen, om geen slechte
indruk te geven van hun vriend/vrouw/man/ouder ect. Ook kan het zo zijn dat de waarnemer de proefpersoon
(eigenlijk) niet zo goed kent als men denkt. Dit kan komen omdat ze elkaar alleen kennen van een bepaalde setng
bv. werk.
Direct observaton B-data
Een andere methode van observate is waarbij de onderzoeker zelf de proefpersoon observeert. Als de gedragingen
bij een bepaalde karaktertrek bekend zijn kan de onderzoeker kijken hoe vaak dit gedrag voorkomt en daaruit
conclusies trekken. Dit kan zowel in de natuurlijke omgeving van een persoon als in een onderzoekslab.
Deze methode is zeer efectef en informatef. Een nadeel is dat het veel tjd en moeite kost, hierdoor wordt het ook
een duurdere methode.
Bio data L-data
Dit is een manier van informate verzamelen door te kijken naar verschillende records van een persoon.
Bijvoorbeeld: telefoon gebruik, cijferlijst, boetes, rekeningen ect.
Deze geven vaak een objectef beeld van het gedrag van een persoon en geven belangrijke details.
Maar deze informate is niet altjd objectef, zo kan het gedrag van iemand erg afangen van de situate of andere
dingen.
1
, PAID 2017
Gosling. A Room with a Cue:Personality Judgments Based on Ofces and Bedrooms
Er is onderzoek gedaan over hoe je iemands persoonlijkheid/ karaktertrekken kan afeiden uit de omgeving van de
persoon. Bovenstaand model is een hypothese om te kijken hoe een indruk wordt gecreëerd van de omgeving van n
persoon. Zij hebben 4 parallelle mechanismes om een persoon aan zijn omgeving te linken.
1. Self-directed indentty claims:
Dit zijn dingen die je zelf in je omgeving plaatst die iets direct zeggen over je persoonlijkheid. Dit kunnen posters zijn
maar ook voorwerpen die je door de jaren heen hebt verzameld. Deze objecten hebben meestal een emotonele
lading en kan verwijzen naar onderliggende karaktertrekken van een persoon.
2. Other-directed identty claims:
Hieronder vallen veel dezelfde dingen van uit de vorige categorie, alleen is in deze categorie de focus op hoe deze
kunnen bijdragen aan hoe iemand anders de persoon interpreteert. Zo kan je via deze objecten je normen en
attudes overbrengen. Bv een poster over stemmen kan naar overbrengen dat je het belangrijk vindt dat mensen
stemrecht hebben en dat ze hiervan gebruik moeten maken.
Deze twee categorieën overlappen veel en uit dezelfde objecten kunnen verschillende conclusies worden getrokken.
Ze verschillen in de moteven die je achter de voorwerpen zoekt.
3. Interior behavrioal residue:
Hier gaat het om naar de spullen in de omgeving te kijken. Als mensen iets doen of hebben gedaan laten ze sporen
achter van deze actviteit, bv. iemand net heef schoongemaakt zal z’n Cd-collecte op volgorde hebben staan, terwijl
een artstek persoon overal potloden en verfpotjes heef staan. Door naar deze spullen te kijken kan men een beeld
schetsen van afgelopen actviteit, die op hun beurt weer een indicate geven voor toekomstge actviteiten (een
ongeopende fes wijn en zak chips zullen erop wijzen dat de persoon later nog bezoek verwacht).
4. Exterior behavioral residue:
Bij deze categorie wordt er gekeken naar objecten die buiten de directe omgeving zijn gebruikt. Zoals een
snowboard dat wijst op dat een persoon is gaan skiën, wat er weer op kan wijzen dat deze persoon van avontuur
houdt. Hier word er voornamelijk gefocust op dat objecten in de directe omgeving een breed beeld kunnen schetsen
over wat de persoon buiten deze omgeving doet.
2
, PAID 2017
Om dit model te testen keken ze eerst of de onderzoekers onder elkaar dezelfde conclusies konden trekken uit de
omgeving, hierna werd er gekeken of de gemaakte observate juist zijn met de persoonlijkheid van de persoon.
Verder wordt er gekeken naar de link tussen waarnemers indruk en de persoonlijke omgeving waaruit de indruk is
gevormd en tussen de omgeving en hoe de persoon werkelijk is. Als laatste werd er gekeken naar wat de rol van
stereotypes was in interobserver overeenstemming en de juistheid van de indrukken.
Dit werd getest in 2 omgevingen waar personen veel tjd besteden, kantoor en de slaapkamer. Bovenstaande punten
werden geformuleerd in 4 vragen:
1. Consensus: zijn onderzoekers het eens over de persoonlijkheden op basis van de persoonlijke omgeving?
2. Accuracy: zijn de indrukken van de waarnemers correct?
3. Cue utiliiation & Cue validity: welke cues gebruiken onderzoekers om hun indruk te vormen en welke cues
zijn gegrond?
4. Stereotype use: hoe beinvloeden stereotypes de consensus en accuraatheid van de indrukken?
Uit het onderzoek is gebleken dat over het algemeen een juiste indruk wordt gevormd door observate van iemands
omgeving. Sommige karaktertrekken waren wel duidelijker af te leiden dan andere, bv openness was bijna altjd juist
in vergelijking met a,reeableness die het slechts werd ingeschat.
Over het algemeen waren onderzoekers het onder elkaar eens over de indrukken die ze hadden bevonden.
Stereotypes werden wel gebruikt om een beter beeld te vormen van de persoonlijkheid, maar onderzoekers stelde
nog steeds de cues uit de omgeving voorop.
MCDONALD: Measuring personality construct: the advantages and disadvantages of self reports, informant
reports and behavioral assessments
Cronbach en Meehl: psychologische en persoonlijkheidsconstructs zijn: ‘aangenomen’ of afgeleide
kenmerken/eigenschapen van een persoon
Validiteit = in hoeverre een meet methode daadwerkelijk meet wat het moet meten
Construct validiteit = de nauwkeurigheid van een metng van een theoretsch concept
‘Big fve’ traits: extraversie, aangenaamheid, bewustzijn, neurotcisme (een tendens tot emotonele stabiliteit en
instabiliteit) en openheid
Self-reports
Voordelen:
o Niemand heef toegang tot meer informate dan jijzelf
o Praktsch en efciënt
o Makkelijk uit te voeren (ook bij veel partcipanten tegelijk)
o Niet duur en relatef snel
o Direct inzicht in unieke persoonlijke informate
o Individuele motvate om te antwoorden (meer motvate om over jezelf te vertellen dan over een
ander)
o Kan de meeste response biases beheersen
o Veel gemakkelijk verkrijgbare psychometrisch-geteste inventarissen
o Meest gebruikte methode
Nadelen:
o Potentele problemen met geloofwaardigheid van antwoorden door response bias
Biases kunnen verminderd worden door het verbeteren van de constructe van vragenlijst en
de instructes die aan de partcipanten wordt gegeven
3
, PAID 2017
Response biases kunnen worden gemeten en beheerst worden met bepaalde speciaal
gemaakte schalen
Sociaal wenselijke antwoorden (niet alleen omdat we ons op een bepaalde manier willen
presenteren maar omdat we een verstoord beeld hebben van hoe we zijn)
Toegevende antwoorden toestemmen met het antwoord zonder overweging over wat de
vraag nou inhield
Extreme antwoorden
o Veronderstelt dat respondenten zelfennis hebben en geen verstoorde zelf-percepte hebben
o Problemen met non-context-specifek taalgebruik van vragen variate in interpretate van vragen
o De structuur van de vragen beïnvloedt of de gerapporteerde informate nauwkeurig de construct
meet
o Kost veel tjd om constructvalidity aan te tonen kan worden vermeden door een vastgestelde
inventaris te gebruiken
o Culturele limitates
Informant reports (bijv. observer/other/peer report)
Voordelen:
o Kan objecteve informate over een target verschafen
o Potenteel om praktsche, goedkoop en makkelijk te zijn
o Veel raters en veel data kan leiden tot betrouwbaarheid van resultaten (principle of aggregaton)
Bij overeenstemming tussen observatoren: ‘peer-peer agreement’ of ‘interjudge agreement’
Overeenstemming vergroot onder bepaalde condites (bijv. overeenstemming is groter
wanneer de informanten het individu goed kennen en de eigenschappen die beoordeeld
worden meer open zijn, zoals extraversie)
Overeenstemming betekent niet meteen nauwkeurigheid
o Anderen kunnen inzichten verschafen op gedrag, voornamelijk in verschillende situates
o Geen sociaalwenselijke response bias!!
Nadelen:
o Minder efciënt en meer moeite nodig om 3 e partj data te verkrijgen dan bij het vragen van het
individu zelf (ook duurder)
o Gelijke response biases als bij self-reports (toegeefijke en extreme antwoorden),
o Problemen bij het kiezen van informanten mogelijkheid voor biases gebaseerd op relate en
onderzoeksdoelen; bij informanten die het individu goed kennen een enhancement bias wanneer er
een belangrijke reden is voor het onderzoek (bijv. selecteren van werknemers): willen het individu
goed afekenen
o Anderen hebben tot bepaalde informate van het individu geen toegang
o Moeilijk om situate-specifek gedrag vast te stellen dan is behavioural observaton misschien
handiger
Het kan handig zijn om de beoordeling van de informant te vergelijken met de self-reports van het individu
om te bepalen of er enige congruente is tussen de twee
o Bij enige correlates ‘self-peer of self-other agreement’
o Het vergelijken van de ratngs van verschillende observatoren is waardevoller
Behavioural measures
Voordelen:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper taragroenewege. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.