Hoorcollege 1 t/m 3
De mertoniaanse normen:
- Communisme: je ideeën openbaar maken zodat de kennis van iedereen wordt.
- Universalisme: er mogen geen privileges zijn; het moet niet uitmaken wie de
uitspraak doet.
- Belangeloosheid: onderzoekers moeten geen baat hebben bij bepaalde resultaten.
- Georganiseerde scepsis: er moet een systeem bestaan om kritisch naar resultaten te
kunnen kijken
Popper- Falsificatie:
- het principe dat een hypothese of theorie moet kunnen worden weerlegd of
verworpen, anders is het niet wetenschappelijk
- Volgens Popper was ene theorie sterk, indien:
- 1. De theorie een lage specificiteit heeft: dus is de theorie toepasbaar in veel
contexten en niet slechts gereserveerd voor een specifieke context.
- 2. Het specifiek is en niet vaag geformuleerd.
Kuhn - Wetenschappelijke revoluties
Theorieën over menselijk gedrag en de werkelijkheid
- Metafysisch realisme: er bestaat een externe, van onze geest en waarneming
onafhankelijke wereld
- Epistemologisch realisme: wij kunnen objectieve kennis krijgen van de externe
werkelijkheid
- Dualisme: fysiek gedrag komt voort uit een immateriële geest, fysiek brein is
gescheiden van immateriële geest
- Fysicalisme: gedachten/gedrag komen voort uit materie, alles is fysisch (en dus met
de natuurwetenschap te beschrijven)
- Idealisme: werkelijkheid is afhankelijk van de interpretatie van het bewustzijn
- Evolutieleer: gedrag kan verklaard worden vanuit de overlevingsfunctie
- Functionalisme: het vervolg van evolutieleer en verklaart menselijk gedrag vanuit de
functie en passen het toe in de maatschappij
, - Gestaltisme: Processen in het brein zorgt voor het combineren van informatie tot een
geheel → holistische perceptie
- Positivisme: objectieve meting en alleen uitspraken doen over dingen waar je positief
(zeker) over bent → hoe vaker je iets waarneemt hoe dichter bij de waarheid het is
- Logisch positivisme: positivisme in combinatie met theoretische concepten
- Behaviorisme: er zijn geen mentale processen alleen gedrag
- Neobehaviorisme: er zijn onzichtbare mentale processen die invloed hebben op
gedrag
Hoorcollege 4
Persoonlijke bias
- Halo effect: als je iemand op bepaalde gebieden als positief beoordeeld, ben je
geneigd die persoon op alle gebieden als positief te beschouwen (mensen met een
goed uiterlijk).
- Horn effect: het tegenovergestelde van het halo effect.
- Representativiteitsbias: als iemand op sommige punten voldoet aan een bepaald
stereotype beeld, ben je geneigd te denken dat die persoon er volledig aan voldoet
(‘hij houdt van kunst en klassieke muziek, hij is waarschijnlijk kunstenaar’).
- Attributiebias: als negatieve dingen een ander persoon overkomen, ben je geneigd
dat toe te schrijven aan iemands gebreken (interne attributie). Wanneer jij een fout
maakt, schrijf je dat al snel toe aan de omgeving (externe attributie).
- Availability bias: meer gewicht toekennen aan informatie die het snelst uit het
geheugen beschikbaar is.
- Overconfidence: te veel vertrouwen in je eigen denkbeelden waardoor je niet meer
ontvankelijk bent voor externe meningen/kritiek.
- Confirmation bias: we zijn geneigd ons te focussen op informatie die onze
overtuigingen ondersteunt → confirmatory strategy is het zoeken naar bewijs voor
eigen theorie.
- Hindsight bias: gebeurtenissen uit het verleden als voorspelbaarder beschouwen dan
ze in werkelijkheid waren (het allang-wist fenomeen).
- Bias blind spot: mensen denken zelf niet gevoelig te zijn voor biases.
Bias in onderzoek
Je kan onbewust belang hebben bij:
- Het vinden van goede en spraakmakende onderzoeksresultaten
- Ondersteuning vinden voor een eigen theorie waar je op gesteld bent
- Een rivaliserende theorie onderuit halen met jouw onderzoek
Dit leidt tot:
- Selectiebias met het selecteren van je doelgroep
- Biases bij het operationaliseren waardoor het instrument wat je gebruikt ook biased
kan zijn
Biases in tests
- Vertekening in de validiteit van een test
- Systematische onder/overschatting van bepaalde groep
- Systematische vertekening van de uitslag van de test
Culturele testbias
- Is de persoon bekend met de items en hetgeen dat wordt uitgevraagd of getest?
, - Hoe praat de persoon over symptomen of de uitgevraagde kenmerken?
- Spelen er vertalings- en formuleringskwesties?
- Wat is cultureel gebonden gedrag?
Niveaus van fairness
1. Test zonder bias in de inhoud
2. Gelijke testomstandigheden voor alle groepen
3. Gelijke mogelijkheid tot leren voor alle groepen
4. Gelijke test uitkomsten voor alle groepen
Bias in analyse, interpretatie en publicatie
- P-hacking: Je p-waarde is net niet klein genoeg daarom ga je een beetje rommelen
met de data → als je genoeg analyses uitvoert kun je altijd wel ergens een significant
resultaat vinden. Hindsight bias en confirmation bias spelen hierbij een rol
- Publication bias, niet significante resultaten worden niet gepubliceerd → Moedigt
wetenschappers aan om significante resultaten te vinden ook als deze er niet zijn →
studies met kleine effectgrootte door te kleine sample size alsnog publiceren
- Reviewer bias: editors en reviewers bevoordelen papers met positieve resultaten.
- File-drawering: onderzoekers proberen negatieve resultaten niet te publiceren
(komen in de bureaula terecht).
Voorbereidende opdracht 2
Bacon: Verificatie
- Het gebruik van empirische methoden om wetenschappelijke hypothesen en
theorieën te verifiëren. Wetenschappelijke kennis moet gebaseerd zijn op
observaties en experimenten die door anderen herhaald konden worden om de
resultaten te bevestigen of te weerleggen
,Popper: Falsificatie
- Bij falsificatie wordt een hypothese aan strenge tests onderworpen en wordt
geprobeerd haar met empirisch bewijsmateriaal te weerleggen. Als een hypothese
zulke pogingen tot falsificatie doorstaat, wordt zij beschouwd als voorlopig aanvaard
als wetenschappelijke kennis, maar zij kan in de toekomst nog steeds potentieel
worden gefalsificeerd door nieuw bewijsmateriaal.
Kuhn: Paradigmaverschuiving
- Suggereert dat wetenschappelijke kennis niet geleidelijk wordt vergaard, maar eerder
via een reeks revolutionaire veranderingen in de onderliggende veronderstellingen
en concepten die wetenschappelijk onderzoek sturen. Wetenschappelijk onderzoek
wordt uitgevoerd binnen een bepaald paradigma, een geheel van geaccepteerde
theorieën, methoden en veronderstellingen over de natuurlijke wereld. Wanneer er
echter inconsistenties opduiken die niet binnen het bestaande paradigma kunnen
worden verklaard, ontstaat er een crisis en kan er een nieuw paradigma ontstaan dat
de verschijnselen vollediger verklaart.
Hansson 7 kenmerken van pseudowetenschap:
- Geloof in autoriteit
- Onherhaalbare experimenten
- ‘Handpicked examples’ → gekozen voorbeelden (niet representatief)
- Theorie niet getest
- Negeren van weerlegging
- Theorie kan alleen bewezen worden, niet weerlegd
- Verklaringen verwijderen uit de theorie zonder ze te vervangen met nieuwe
verklaringen
Hoorcollege 5
Centrale richtingen van psychologie
- Psychologische functieleer (sociale en cognitieve functies, invloed op gedrag)
- Sociale en organisatiepsychologie
- Ontwikkelingspsychologie
- Klinische psychologie
De 3 niveaus van testgebruik:
1. Beslissingen op groepsniveau
2. Minder belangrijke beslissingen op individueel niveau
3. Belangrijke beslissingen op individueel niveau
Ethisch testgebruik
- Gebruik geen test die een slechte kwaliteit data opleveren
- Gebruik geen test die je niet kunt scoren, afnemen of interpreteren
- Baseer geen belangrijke beslissingen op de resultaten van één test
- Laat je persoonlijke voorkeuren en biases thuis
- Breek geen vertrouwelijkheid afspraken mbt het verstrekken van testgegevens aan
derden
- Gebruik geen technisch jargon bij het uitleggen van de test
, - Negeer de speciale behoeften van de geteste niet
- Maak geen wijzigingen aan het testmateriaal, zonder weer te geven hoe deze
wijzigingen de prestatie kunnen beïnvloeden
- Neem nooit zomaar aan dat als een expert een test heeft gemaakt, dit ook een
goede test is
De 7 COTAN criteria:
1. Uitgangspunten testconstructie
2. Kwaliteit testmateriaal
3. Kwaliteit handleiding
4. Normen
5. Betrouwbaarheid
6. Begripsvaliditeit
7. Criteriumvaliditeit
Hoorcollege 6
Negatief imago van psychologie in de maatschappij
- Het wordt minder erkend door de STEM discipline, dit zorgt voor minder onderzoeks
funding
- De noodzaak van psychologische kennis bij maatschappelijk vraagstukken wordt te
weinig erkend
- Kan in de weg staan van het krijgen van en goede behandeling of interventie
Het is moeilijk op altijd de best bewezen behandelingen gebruiken in therapie:
- Wetenschappelijke evidentie is niet altijd beschikbaar
- Effectiviteit wordt niet altijd bevestigd
- Behandelingen werken niet voor iedereen
- Behandelingen met sterke wetenschappelijke onderbouwingen (evidence based
theory EBT), is wel het beste wat wij kunnen bieden.
Populaire psychologie wordt steeds populairder → zelfhulpboeken, mythes zonder
wetenschappelijke onderbouwing
Wetenschapscommunicatie in de media
- Niet wetenschappers of pseudowetenschappers krijgen veel meer aandacht
- Experts komen minder in beeld → de nuance verdwijnt
Regels voor effectieve communicatie
1. Inform not persuade
2. Provide balance, not false balance
3. Disclose uncertainties
4. State evidence quality
5. Inoculate against misinformation
,Hoorcollege 7
Questionable Research Practices
- P-hacking: = het exploiteren van flexibiliteit in data-analyse om statistisch significante
resultaten te verkrijgen → kan bewust of onbewust (hindsight bias). Je gebruikt
verschillende analysemethoden en kiest degene uit die een significant resultaat
oplevert terwijl een andere methode laat zien dat er geen steun is. P-hacking
betekent het vormen van de data naar een theorie of hypothese.
- HARKing (Hypothesizing After Results are Known): hypothesen bepalen op basis
van onderzoeksuitkomsten. Dus het presenteren van theoretisch onverwachte data
alsof deze wel door theorie voorspeld waren → theorie of hypothese ‘vormen naar’
de data (zonder transparant te zijn).
Preregistratie
- Het documenteren van je onderzoek voordat je het onderzoek/analyse (als je
bijvoorbeeld longitudinale data gaat gebruiken) uit gaat voeren.
- Onderzoeksplan: hypotheses, condities, meetinstrumenten, etc.
- Beslissingen of beslisbomen over outliers, composities, beoogde aantal
participanten.
- Gedetailleerde plannen verminderen de flexibiliteit in data-analyse meer.
- Verheldering van confirmatief vs. exploratief onderzoek. Je mag afwijken van je
preregistratie bij onvoorspelbaarheden, als je er achteraf maar transparant over bent.
Registered reports:
- Je dient een onderzoeksplan in bij een journal; bepaalde mensen gaan dit plan dan
beoordelen zodat je je plan nog aan kan passen voordat je het onderzoek begint.
- Een journal kan een IPA (in principle acceptance) geven; zij zullen je onderzoek
publiceren ongeacht de resultaten (negatief of positief), indien je het ingediende
onderzoeksplan ook echt volgt.
- Journal dus de focus op de kwaliteit van het onderzoek ipv de resultaten
Multiverse analyse
- Onderscheid maken tussen arbitraire en niet-arbitraire beslissingen
- niet-arbitrair: een optie is duidelijk het beste
- arbitrair: meerdere redelijke opties (bv. outliers)
- Verkennen en rapporteren alle arbitraire paden
- Kan in combinatie met preregistratie
Metascience: de studie van wetenschappelijke normen, praktijk en cultuur met het doel om
de wetenschap te verbeteren. Hoe werkt wetenschap nu? Hoe kan dit verbeterd worden?
Perverse incentive: onbedoeld een slechte incentive veroorzaken→ publication bias,
incentive is sensatie onderzoek publiceren voor status/carrière ipv rigoureus onderzoek
uitvoeren. → kan leiden tot salami-slicing: delen van 1 groot onderzoek apart publiceren
voor extra rewards, fake publishing sites die alles publiceren, peer-review fraud, self-citation,
coercive citation.
, Outcome switching: na het uitvoeren van de studie een andere maatstaf kiezen
Spin: positieve draai aan het onderzoek geven door het anders te verwoorden
P-waarde brengt veel problemen met zich mee, alternatieven:
- Bayesian significance, evidence voor de hypotheses vergelijken
- P-waarde verlagen naar kleiner nummer, bijvoorbeeld 0.005
- Statistiek laten uitvoeren door professionele statistiek mensen ipv de onderzoekers
van de paper zelf