College 6 (10-10)
39. Interculturele diagnostee bij einderen en jongeren
Yolanda te Poel, Diana Geraci, Jan van Driel, Paul Termaat
Katern II: Intercultureel vaemanschap en professioneel wereen met psychodiagnostsche
instrumenten voor (ortho)pedagogen en einder- en jeugdpsychologen
Interculturele psychodiagnostee edoeld voor pedagogen en psychologen die als
psychodiagnostcus te maeen erijgen met einderen of jongeren uit gezinnen met cultureel zeer
diverse achtergronden. Vraag is in hoeverre de invloed van de cultuur street en hoe de professional
daar invulling aan moet geven is vaae onduidelije. Doel van dit eatern is om hier duidelijeheid over te
verschafen.
Uiteomsten van psychodiagnostee eunnen grote gevolgen he en en zijn van elang in zorg en
onderwijs. Ooe ij justtële maatregelen. Zo ean een diagnose van zwae egaafdheid of psychopathie
levenslange gevolgen he en.
Aan de uiteomsten van intelligentee of persoonlijeheidsonderzoee wordt groot gewicht
toegeeend, vaae onterecht. Men gaat ervan uit dat de eigenschappen exact zijn vastgesteld en
onveranderlije zijn.
Doordat er in de praetje met regelmaat fouten eunnen worden gemaaet m. .t. de rol van
culturele aspecten in psychodiagnostee estaat de eans dat er van grote groepen in de
samenleving potenteel on enut lijf, dat sociale uitsluitng wordt evorderd en dat individuele
mogelijeheden worden eenot.
De ‘allochtone’ jeugd eomt in Nederland veel minder terecht in de vrijwillige JeugdeGGZ, maar is
stere oververtegenwoordigd in opgelegde en forensische(!) vormen an hulp, waar ij vereeerde
diagnostee een rol speelt. Er is elang ij een cultuur sensiteve enadering met als
aandachtspunten lage SES, laaggeleterdheid en ge reeeige taalvaardigheid ij interculturele
psychodiagnostee.
Psychodiagnostee ij einderen en adolescenten is complex en eent veel vormen. In dit eatern gaat
het niet om psychiatrische, maar om psychologische en orthopedagogische diagnostee met ehulp
van instrumenten. In de instrumenten is onderscheid te maeen tussen:
Testen die statstsch onder ouwde en ewanttateve vergelijeing mogelije maeen tussen
individuele uiteomsten en die van een normgroep
Testen of instrumenten die vooral elinische en ewalitateve informate opleveren.
COTAN eoordeelt vooral tests in engere zin, dat zijn de eerste soort testen van de twee hier oven
eschreven soorten.
In de praetje, wordt echter van eide typen instrumenten ge ruie gemaaet: genormeerde en niet
genormeerde testen.
De psychodiagnostee heef drie vormen, die gericht zijn op:
Intelligente, cogniteve vermogens en informateverwereing
Sociaaleemotoneel functoneren en persoonlijeheid
Psychopathologie en de aanwezigheid van een stoornis
,De verantwoordelijee diagnostci zijn psychologen en (ortho)pedagogen met minimaal een speciale
diagnostsche aanteeening vanuit hun eroepsorganisate om testdiagnostee te mogen
interpreteren.
Een volgens de Wet BIG geregistreerd psycholoog Gezondheidszorg eschiet eveneens over deze
evoegdheid.
Deze evoegdheid is van asaal niveau.
Bij handelingse en procesgerichte diagnostee is verandering en ijsturen van een ontwieeeling het
doel. De gehele context van het eind is mogelije aangrijpingspunt. Daar waar een diagnostsch eeld
nog te onduidelije is om een specifeee diagnostsche classifcate te maeen, volgt een voorlopige,
aspecifeee classifcate en wordt het eind in zijn ontwieeeling gevolgd, waar ij het efect van
interventes en adviezen het diagnostsch eeld helpt te verduidelijeen.
Interculturele psychodiagnostee
Hiervan eunnen we spreeen als het gaat om einderen en naeomelingen van immigranten,
vluchtelingen en expats. We moeten ij deze jongeren reeening houden meet invloed van
verschillende culturele achtergronden en leefomgevingen, en ooe met de intergeneratonele
gevolgen van soms radicale veranderingen die samen eunnen gaan met migrate naar een ander
land.
Ooe eunnen we van interculturele diagnostee spreeen in het geval van einderen en jongeren uit
groepen in onze samenleving die niet algemeen gang are opvatngen en leefwijze voorstaan en
vertegenwoordigen (Christelijee gemeenten of woonwagen ewoners ijvoor eeld).
De ijzondere aandachtspunten ij interculturele diagnostee zijn:
Lage SES
Ge reeeige taalvaardigheid (Nederlands) en laaggeleterdheid
Begrippen als intelligente, persoonlijeheid en psychopathologie lijeen universeel geldig en eenduidig
vast te stellen, maar dat zijn ze niet. Er estaan veel verschillende invullingen en verelaringen die
geleid he en tot hele verschillende testen, waarvan de uiteomsten niet goed te vergelijeen zijn.
Bij de vertaling van een test naar een ander taale en cultuurge ied moet er een goede afstemming
plaatsvinden: wat wordt elangrije gevonden en welee taal wordt ge ruiet?
De uiteomsten van psychologische tests he en te maeen met eisen en verwachtngen die
leefomgeving stelt. Die variëren naar tjd en plaats. Psychodiagnostee als testdiagnostee erust op
de expliciete en statstsch onder ouwde vergelijeing van een eenling met een groep. Een test
rengt altjd meetouten met zich mee. Als de groep waarmee een eenling wordt vergeleeen niet
representatef is voor deze eenling weten we niet wat de uitslag ean eteeenen.
Een taal of cultuurge ied is zelfden homogeen maar omvat ooe nog su culturen qua taal en
gewoonten. In de samenleving stellen de dominante groepen normen, zoals het Hollands in NL. Dit
wordt vervolgens uitgedragen in het onderwijs, terwijl die su culturen wel lijven estaan.
Su cultuur en groep/etniciteit waarin iemand opgroeit en de taal vormen eern van het individu. De
maatschappij en omgeving ieden verdere vorming, zoals geleterdheid. In hoeverre deze vorming
aansluit, hangt samen met status van ouders, opleiding, afomst en plee in samenleving.
, Acculturate: mate van integrate in en acceptate door de grotere samenleving. Hangt samen met
geleterdheid, armoede en SES. Deze uiteomsten eunnen van epalende invloed zijn op de
uiteomsten van psychodiagnostee.
Voor eeld: SES is van grote invloed op testuitslagen, gezondheid, levensverwachtng,
psychopathologie en toegang tot voorzieningen.
Lage SES, etniciteit en migrate eunnen samengaan met stere vergrote eans op onhanteer are,
edreigende situates. Verhoogde stress verlaagt de draageracht en heef negateve invloed op de
veereracht. Ooe gaat het samen met verminderd ouderlije functoneren, verminderde sociale
weer aarheid en fysieee weerstand.
Nadat iemand migreert is er vaae spraee van terugval: het ean lang duren voordat nieuwe taal,
omgeving en samenleving eigen zijn gemaaet. De theoretsche invalshoee en het eoogde
verelaringseader van waaruit de test is geconstrueerd zijn dus zeer relevant. Als dit niet aansluit op
de pro lematee ean niet zomaar worden afgegaan op de resultaten.
→ Opleiding, training en ervaring van de diagnostcus zijn elangrije om deze verschillen naar
waarde te eunnen eoordelen en hanteren.
Bij interculturele psychodiagnostee gelden de volgende vuistregels:
1. Er is geen standaardaanpae mogelije
2. Er estaan geen cultuurvrije tests
3. Interculturele psychodiagnostee stelt ijzondere eisen aan instrument, diagnostcus en cliënt
4. De diagnostcus dient zich ij de interpretate van testuitslagen goed reeenschap te geven van de
ronnen van verteeeningen
5. Het professioneel vermogen van de diagnostcus epaalt de ewaliteit
6. In het rapport dient men duidelije te maeen hoe er reeening is gehouden met (...)
Oplossingen om tot verantwoorde diagnostee te eomen + weerleggingen
“Redeneer het pro leem weg. Ze moeten het hier (in de NL context) toch ooe doen. Deze testuitslag
is misschien onzuiver maar wel degelije een voorspelling voor het uiteindelje succes van deze
leerling”.
→ Drogreden, want een onzuivere testuitslag gaat dan alsnog als weerspiegeling van een
onveranderlijee eigenschap gelden, terwijl daar geen grond voor is; stel je eens voor hoe je naar
voren zou eomen in een IQetest die genormeerd en gevalideerd is voor Duitsland of Engeland.
“Uitwijeen naar testmateriaal uit hereomstlanden”
→ Dit geldt niet voor de einderen die in NL opgroeien. Theoretsch ean dit opgaan voor iemand die
net in NL aaneomt en voor wie passend onderwijs gezocht wordt. Maar of deze uitslag ooe valide is
voor succes in het NL onderwijs is on eeend.
“Tests ontwieeelen met normen voor verschillende grote evoleingsgroepen of etniciteiten, ijv. De
vier etnisch relatef homogene groepen in NL die qua cultuur en uiterlije afwijeen van de
Nederlandse en relatef groot zijn in omvang, 1: Surinamers, 2: Tureen, 3: Maroeeanen, 4:
Antllianen”.
→ Dit is niet haal aar omdat het al moeilije en eost aar genoeg is om valide tests te ontwieeelen
voor het NL taalge ied. Daarnaast is ooe innen deze groepen de diversiteit groot door o.a.
ver lijfsduur, SES en etniciteit. Ooe zijn er ijv. In Roterdam uiten deze 4 nog zo’n 170 andere
natonaliteiten.