Hoorcollege 1: Gezondheid in kader van beweegzorg
Een beweegzorgprofessional is een BIG-geregistreerde fysiotherapeut, oefentherapeut,
sportarts of revalidateartss
Een beweegprofessional is een professionele trainer, coach, ftnessinstructeur of
sportgeleider die buiten de regulier gezondheidszorg om mensen begeleidt bij verantwoord
bewegen of verbetering van de lichaamscondites
De defnite van gezondheid:
1948: “Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebrekens”
Deze defnite is verworpen, omdat een mens in geen enkele situate dan helemaal gezond
zou kunnen zijns Een persoon zou dan bij wijze van al ongezond zijn, als deze een
verkoudheid of blauwe plek zou hebbens Echter wordt deze defnite nog wel wereldwijd
gehanteerd: in het buitenland is dit waar de mensen vanuit gaans
2012: “Gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in
het licht van de fysieke, emotonele en sociale uitdagingen in het levens”
Deze defnite wilt dus eigenlijk zeggen dat een persoon een ziekte zou kunnen hebben,
maar nog steeds een prima leven kunnen hebbens Dit heef te maken met het vermogen van
een persoons Daarom kunnen twee mensen met dezelfde aandoening in dezelfde situate,
heel anders in het leven staans
Biopyschosociaal model
Het meest gehanteerde model in de gezondheidszorg is het biopsychosociaal models Dit
model laat zien dat pijn op drie manieren te verklaren is, en dat dat niet altjd een
lichamelijke verklaring hoef te zijn:
Biologisch: Je hebt een wond en die doet pijn, door
het fysiologische proces die zich op dat moment
voordoet in de wond en die leidt tot de pijns
Psychologisch: De hoeveelheid schade hoef niet
gelijk te zijn aan de hoeveelheid pijn die wordt
ervarens Dit verschilt per persoon, omdat iedereen
pijn op een andere manier interpreteerts
Sociaal: Als er veel dingen niet goed gaan in je
leven en/of je hebt stress, kan dit ook
pijnversterkend werkens Ook door angst (voor
bijvoorbeeld een aandoening) kun je pijn creëren,
zonder überhaupt last te hebben van de
aandoenings
,Model van de positeve gezondheid
Dit model is iets uitgebreider dan het biopsychosociaal model, maar ze lijken erg veel op
elkaars
Alle bolletjes in het model bepalen of je een bepaalde klacht hebt, en hoe je die klacht
ervaarts Niet alleen de lichamelijke factoren, maar bijvoorbeeld ook of je begrijpt wat je voor
aandoening hebt bepaalt hoe je de klacht ervaarts
ICF model
ICF staat voor Internatonal
Classifcaton of Functoning,
Disability and Healths Dit model
gaat uit van de aandoenings De
aandoening heef bepaalde
lichaamsfunctess Die
lichaamsfunctes beïnvloeden de
actviteiten die iemand kan
beoefenen, maar ook hoe goed
iemand kan partciperen in de maatschappijs Die dingen
worden ook weer mede bepaald door de omgevingsfactoren
en de externe factorens Omgevingsfactoren kunnen
bijvoorbeeld een baas zijn die je eist om te werken, ondanks
dat je rust moet nemen isvsms je herstellende knies Dit kan
weer leiden tot meer last aan de knies Persoonlijke factoren
kunnen zijn dat je angstg bent, wat leidt tot een verstjfde
knie, wat leidt tot een belemmerd herstels
Evidence based practce
Dit model is gebaseerd op drie componenten:
Clinical expertse: de therapeut beoefent het vak al jaren, en heef door de jaren heen
een ervaring opgebouwd met bepaalde behandelmethoden, welke hij/zij zelf wel of niet
effectef bevonds
Research evidence: er wordt constant wetenschappelijk onderzoek gedaan naar
behandelmethodens Een hoop worden er ontkracht, maar er worden ook vaak
behandelmethoden effectef bevondens
Patent values and circumstances: dit zijn de persoonlijke factoren van de cliënts Hij/zij
zal zijn voorkeuren laten weten in die bepaalde situates
Deze drie componenten maken dat er een besluit wordt genomen tot een bepaalde
behandelmethodes Deze zal gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek waarin het
effectef bleek, op de ervaring van de therapeut en op de voorkeuren van de cliënts
Therapeut centered cliënt centered
Een therapeut en een cliënt hebben beiden hun eigen standpuntens
Een eenzijdige visie is als een therapeut beslissingen neemt op basis van zijn eigen kennis,
omtrent biologische oorzaken, zonder daar de stem van de cliënt in mee te nemens
,Tegenwoordig verandert dit, en heef de cliënt een veel grotere rol in het besluit tot een
behandelmethodes De cliënt is tenslote de eigenaar van eigen klacht’s Deze samenwerking
is een systeemvisie.
Holistsche benadering
Deze benadering is een manier van kijken naar ietss Bij een holistsche benadering kijk je
naar alles om iets heen, in plaats van maar naar één onderdeels Onderdeel hiervan is het
biopsychosociaal models Het ICF model is ook een manier om holistsch te benaderens
, Hoorcollege 2: Spierbouw en spieractviieii
Soorten spierweefsel
Er zijn drie soorten spierweefsel: glad spierweefsel, hart spierweefsel en skelet spierweefsel
(dwarsgestreept spierweefsel)s Zij functoneren allemaal op een andere maniers
Glad spierweefsel Hart spierweefsel Skelet spierweefsel
In bloedvaten en organen Om het hart Overige spieren/=
dwarsgestreept
spierweefsel
Autonoom (automatsch) Autonoom (automatsch) Willekeurige aanspanning
Onvermoeibaar Onvermoeibaar Vermoeibaar
Langzame aanspanning Sneller aanspanbaar Snel aanspanbaar
Geen vorming van zuur Geen vorming van zuur Vorming van zuur milieu
milieu milieu
Opbouw van een spier
Van groot naar klein:
Spier (bestaat uit meerdere spierbundels)
o Worden bij elkaar gehouden door epimysium = vlies om de spiers
Spierbundel, ook wel fasciculus (bestaat uit meerdere spiervezels)
o Worden bij elkaar gehouden door perimysium = vlies om de spierbundels
Spiervezel (bestaat uit meerdere myofbrillen)
o Worden bij elkaar gehouden door endomysium = vlies om de myofbrillens
Myofbril (bestaat uit meerdere myoflamenten)
Myloflament (bestaat uit actne en myosine)
Vezelverloop/spierarchitectuur (interne vorm spier)
Parallel: Spiervezels lopen parallel aan elkaars
o Voorbeeld: ms sartorius
Fusiform: Spier is bij origo en inserte het dunst en in het midden het dikst, spiervezels
lopen parallel aan elkaars
o Voorbeeld: ms biceps
Unipennaat: Waaiervormige spier (enkelvoudig)
o Voorbeeld: ms quadriceps
Bipennaat: Waaiervormige spier
(tweevoudig)
o Voorbeeld: ms rectus femoris
Multpennaat: Dubbel waaiervormige spiers
o Voorbeeld: ms deltoideuss
