SAMENVATTING
GEDRAGSWETENSCHAPPEN
Hbo-verpleegkunde leerjaar 2 periode 3.1
2018/2019
CHRISTELIJKE HOGESCHOOL WINDESHEIM
Bevat hoor- en werkcolleges en verplichte literatuur. Uitgewerkt aan de hand van leerdoelen.
,Inhoud
Kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP) ....................................................................... 2
Week 1 en 2
Gezond gedrag: Dimensies van gezond gedrag .................................................................................... 11
Week 3
Gezond gedrag: Determinanten ............................................................................................................ 21
Week 4
Gezond gedrag: Community-based interventie en verbinden preventie en zorg ................................ 29
Week 5 en 6
1
,Kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP)
Week 1 en 2
Leerdoelen week 1:
De student
✓ Heeft inzicht in de kwantitatieve gegevens ten aanzien van de omvang van de problematiek
van kinderen die opgroeien bij ouder[s] met psychische problemen.
✓ Kan de risicofactoren benoemen van KOPP-kinderen t.a.v.: factoren bij de ouder[s], de
gezinssituatie, en het kind zelf.
✓ Kan met behulp van casuïstiek uitleggen hoe risicofactoren zich uiten in concreet gedrag
✓ Is in staat te beschrijven hoe inzichten uit ‘de stromingen in de psychologie’ [GDW1] te
herkennen zijn in de problematiek van de KOPP-kinderen
Leerdoelen week 2:
De student kan:
✓ Stressvolle factoren benoemen die KOPP-kinderen ervaren in de gezinssituatie waarin zij
opgroeien.
✓ Chronisch stressvolle factoren benoemen die KOPP-kinderen ervaren in de gezinssituatie
waarin zij opgroeien.
✓ Beschrijven welke beschermende factoren binnen de gezinssituatie KOPP-kinderen kunnen
ervaren
✓ Het belang voor KOPP-kinderen benoemen van steun buiten het gezin
✓ De mogelijk psychische gevolgen benoemen en verklaren van het opgroeien als KOPP-kind
voor de volwassen leeftijd.
✓ Is in staat te beschrijven hoe inzichten uit ‘de stromingen in de psychologie’ [GDW1] te
herkennen zijn in de problematiek van de KOPP-kinderen op volwassen leeftijd
Wat is KOPP/KVO?
• KOPP: kinderen van ouders met psychische problemen of verslavingsproblematiek
{depressie/angst/schizofrenie/persoonlijkheidsstoornissen. Verslaving: alcohol en drugs}
• Kinderen groter risico op: psychische problemen of verslavingsproblemen
{verslaving, depressie, school, criminaliteit, angst, sociale problemen, etc]
Iedere leeftijdscategorie eigen problematiek.
Laten we met goed nieuws beginnen: onderzoek toont aan dat een derde deel van de kinderen met
een psychisch zieke ouder zelf geen problemen krijgt. Daarnaast krijgt een even grote groep kinderen
tijdelijke (aanpassings)problemen, terwijl het overige derde deel zelf ernstige psychische problemen
ontwikkelt, die overigens zeker niet altijd overeenkomen met de ouderlijke problematiek.
Meer dan anderhalf miljoen kinderen onder de 22 jaar groeit op bij een ouder met psychische
problemen.
Het gaat dan om problemen zoals schizofrenie, verslavingsproblemen en stemmingsstoornissen zoals
depressies of angststoornissen. Persoonlijkheidsstoornissen (zoals borderline of obsessief-
compulsief) zijn niet meegerekend, waardoor het totale aantal kinderen met een psychisch zieke
ouder in Nederland nog hoger ligt. Deze cijfers liegen er niet om. De verwachting is dus dat een deel
van een miljoen kinderen vroeg of laat en in meer of mindere mate zelf last krijgt van psychische
problemen. Deze problemen kunnen zich bijvoorbeeld uiten in leerproblemen, sociale problemen,
2
, alcohol- en drugsgebruik, criminaliteit, maar ook in depressieve en angststoornissen of
persoonlijkheidsproblematiek.
De ervaringen van de kopper blijken van invloed te zijn op het zelfbeeld, zelfvertrouwen, het
hanteren van stresssituaties en vertrouwen in andere mensen en een goede afloop, empathie en
de mate van zelfstandig functioneren. Soms in positieve, soms in negatieve zin.
Omvang:
Boek: 1,5 miljoen kinderen [<22] groeit op bij..
Trimbos 580.00 [<18] 420.000 [<12]
Niet meegeteld zijn: ouders met persoonlijkheidsstoornis/eetstoornis/psychose/ alcoholen
drugsmisbruik
1/3 krijgt zelf géén problemen, 1/3 tijdelijk, 1/3 ernstig
KOPP-kinderen en omgeving
Het kind
Voor de lezer is het belangrijk te begrijpen dat het brein van een kind gedurende verschillende
ontwikkelingsstadia actief bezig is de omgeving om hem heen te begrijpen. Hoe jong het kind ook is,
net als een volwassene leert het van ervaringen. Theoretici zoals Erik Erikson en Piaget die veel
hebben betekend op het gebied van ontwikkelingspsychologie, verschillen in veel denkbeelden maar
bij beiden valt het woord ‘adaptief’ als zij kinderen omschrijven. Kinderen passen zich aan om
controle te krijgen over hun omgeving en te overleven. Je zou kunnen zeggen: kinderen zijn vooral
ogen en oren. Zij vertonen, afhankelijk van hun ontwikkelingsstadium, bepaalde gedragingen als
reactie op hun omgeving. Dat wil echter niet zeggen dat zij zelf geen invloed uitoefenen. De
beïnvloeding is wederkerig. De omgeving beïnvloedt het kind en het kind beïnvloedt zijn omgeving.
De invloed van de ziekte van de ouder op het kind
Niet de aard van de stoornis, maar de ernst en de chroniciteit ervan bepalen in welke mate het leven
van de ouders en de kinderen ontwricht raakt. De ernst laat zich zien in symptomen en een negatieve
spiraal van opeenstapelende gevolgen. Tegelijkertijd gaat het om de chroniciteit van het ontwrichtte
dagelijkse leven: dag in, dag uit, jaar in, jaar uit. Hoewel wij geneigd zijn te denken in diagnosen en
stoornissen, is het belangrijk te beseffen dat een gezin met een psychisch zieke volwassene vooral te
lijden heeft onder de dagelijkse confrontatie met bepaalde symptomen. Denk maar aan angsten,
somberheid, achterdocht, apathie, dingen zien en horen die er niet zijn, verwaarlozing, drugs of
alcoholgebruik, moeheid, huilbuien, zich in huis opsluiten, woede, vreemd doen, ’s nachts wakker
zijn. Het zijn de uitingsvormen van de ernstige chronische stoornis die zo bizar, beangstigend en
onbegrijpelijk zijn, dat ze het dagelijks gezinsleven ernstig verstoren. En het zijn de symptomen die
het leven en de persoonlijkheid van de zieke ouder zodanig ontwrichten dat het de ouderlijke
kwaliteiten negatief beïnvloedt.
Een stoornis kan invloed hebben op de dagelijkse verzorging van het kind en huishouden, sociaal
functioneren, stemming, emotionele beschikbaarheid, aanbod van contact- en stimulatie,
energieniveau en het cognitief functioneren
Vroegtijdig ingrijpen voordat de stoornis een negatieve spiraal van gevolgen in gang zet, is voor
zowel de ouder als het kind ontzettend belangrijk. Helaas kunnen ernstige stoornissen en het
vermijden van hulp lange tijd hand in hand gaan.
Risicofactoren en beschermende factoren
De risicofactoren kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden, maar ook samengaan met zogenaamde
beschermende factoren die op hun beurt negatieve effecten kunnen afzwakken, en elkaar ook weer
kunnen versterken.
3