Samenvatting van project 1 van het blok 4.2 Developmental Challenges and Deviations voor de master Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Alle boekhoofdstukken (of delen ervan) en artikelen komen erin terug, met bijbehorende plaatjes waar nodig.
Babytijd
Tussen de 6 en 12 maanden wordt het sociale gedrag van baby’s georganiseerd rondom de
voornaamste verzorgers. Wanneer kinderen verdrietg zijnn zoeken ze naar een verzorger.
Emotionele ontwikkeling
Vergeleken met de eerste zes maanden van het levenn ontstaan er duidelijk te onderscheiden
emotes bij baby’s. jmotonele reactes zijn ook directer i.p.v. opbouwend en gezichtsuitdrukkingen
komen regelmatger voor. an het einde van het eerste levensjaar kunnen kinderen eerdere
ervaringen herinnerenn op uitkomsten antciperen en intentoneel gedragen. Ze kunnen blijn boosn
angstg en verbaasd zijn.
Emotionele reacties op het onbekende
Wanneer een baby van 5 maanden alleen gelaten wordt met een vreemden begint het kind na een
halve minuut al snel te huilen. Wanneer de baby 7 tot 10 maanden isn reageren ze gelijk negatef.
Deze stranger distress houdt aan voor twee of drie maanden. Het is echter niet zo dat alle nieuwe
dingen een negateve reacte oproepenn ze kunnen leuk of beangstgend zijn. Dit hangt af van hoe
veilig het kind zich voelt in die situate. Ook de context maakt uit: is het in een lab of thuisn wil een
vreemde snel het kind oppakken en is moeder aanwezig?
Emotieregulatie en coping
Copingstechnieken worden subtel en exibel. In de stranger-approach procedure tonen 10-maand-
oude baby’s een patroon van blikken die gerelateerd zijn emotonele arousal. Wanneer de vreemde
naar de baby toelooptn kijkt het kind ernaar en het hartritme stjgt. ls het kind wegkijktn vermindert
het hartritme. Het kind is dan genoeg gekalmeerd om nog een keer te kijken.
jen andere copingstrategie is dat het kind naar de moeder gaat of signaleert wanneer het zich
bedreigt voelt. Dit noem je dyadische regulate (kind en verzorger samen). Betere copingstrategieën
komen door paden tussen de cerebrale cortex en het limbische systeem.
Hechting
Hechtng is een voortdurende emotonele band tussen kind en verzorger. Rond de 12 maanden wil
een baby alleen door de verzorger opgepakt wordenn zoekt het de verzorger wanneer het verdrietg
is en zijn blijer om een omgeving te ontdekken wanneer de verzorger er is. Het begint met seperate
distressn waarbij kinderen huilen wanneer de verzorger tjdelijk weg gaat (9-13 mnd). Rond dezelfde
tjd ontstaan begroetngsreactes: blijen directe reactes wanneer een verzorger in zicht is. Ten slote
ontstaat er secure-base gedrag: éénjarigen verkennen de omgeving rondom de verzorger. Wanneer
ze zich bedreigd voelenn gaan ze terug naar hun veilige basis: de verzorger.
Ontwikkeling hechting
Hechtng is verschillend van bondingn want dit kan alleen in de uren na de bevalling ontstaann en later
niet meer. Hechtng is een wederzijdse relate tussen ouder en kind die over een langere periode
ontwikkelt. Zelfs wanneer een baby van de moeder wordt gescheiden bij de geboorten kan het kind
zich nog veilig hechten. Bonding is dus een goede startn maar niet cruciaal voor de hechtng. Hechtng
ontstaat door herhaaldelijke interacte tussen ouder en kind. Het kind kan zich dus ook aan andere
mensen hechten dan de biologische ouder(s). Kinderen hechten vaak aan vader en moedern maar
1
,Project 1
zoeken de moeder vaker op wanneer ze zich bedreigd voelen. Kinderen zoeken nabijheid van de
ouder in situates waarin ze niet zelf hun negateve emotes kunnen bedwingen.
Vanuit de evolutetheorie is het logisch: een kind moet kunnen vluchten en dan snel een verzorger
opzoeken. Wanneer de hoofdverzorger er niet isn moet het kind aan iemand anders gehecht zijn.
De psychoanalytsche theorie en traditonele leertheorie stellen dat kinderen gehecht raken aan de
moeder omdat zij geassocieerd is met voeding. Bowlby stelde echter dat het natuurlijke selecte is:
een volwassene moet aanwezig zijn om met het kind om te gaann voedsel is niet nodig. Dit blijkt ook
waar te zijn (vb. experiment met aapjes en moederaap met voeding of zachte moederaap ).
Individuele verschillen in sociale en emotionele ontwikkeling
jén perspectef (jrikson en Bowlby) stellen dat het komt door de kwaliteit van de zorg die de baby
krijgt en de mate van veilige hechtng. jen ander perspectef benadrukt het temperament van de
baby wat komt door genen en biologische invloeden.
Attachment framework
Bowlby defnieerde hechtng als “een sterke disposite om nabijheid te zoeken en contact te maken
met een specifek persoon en voornamelijk wanneer iemand bangn moe of ziek is”. Bowlby stelt dat
wanneer baby’s sensiteve zorg ervarenn ze er zeker van zijn dat de verzorger responsief is. Het kind
kan de omgeving hierdoor veilig ontdekken en het kind kan op de verzorger terugvallen bij dreiging.
Dit omvat het fguur hieronder: wanneer het kind zich veilig voeltn kan het veilig de omgeving
ontdekken en terugvallen op de ouder. Wanneer het kind klaar is met ontdekkenn zoekt het nabijheid
van de verzorger. Het kind verwacht na een aantal keer dat deze zorg regelmatg beschikbaar is.
jrikson noemt dit ‘vertrouwen’ en Bowlby ‘veilige hechtng’. jen veilige hechtng kan niet worden
ontwikkeld als de verzorger geen aandacht en zorg heef voor het kind.
Typen hechting
Mary insworth kwam met een aantal hechtngsstjlen. 60-70% van de baby’s is veilig gehecht. jr is
een goede balans tussen spel en ontdekking aan de ene kant en behoefe aan nabijheid van de
verzorger aan de andere. Ze verschillen wel in reacte wanneer de moeder weg gaatn maar ze kunnen
blij zijn als de moeder terug komt of snel naar hun moeder gaan als ze verdrietg waren. Het troosten
gaat snel. Kinderen met een angstge hechtng gebruiken de verzorger niet als veilige basis voor
ontdekking. jén vorm die hieronder valt is de angstg-resistant hechtng. Baby’s zoeken contact met
de verzorger. Ze willen niet gescheiden worden van de moeder. Ze zijn vanaf het begin bang voor
vreemden. Ze zijn moeilijk te troosten. Ze kunnen soms opgetld wordenn maar soms willen ze dit
juist niet. Angstg-vermijdende hechtng is een andere vormn waarbij ze vreemden niet eng vinden
en het niet erg vinden als de verzorger weg gaat. Wanneer de verzorger terug komtn negeren of
vermijden ze die. Hoe meer stress ze ervarenn des te meer ze de verzorger vermijden.
2
, Project 1
De angstg-resistente kinderen proberen hun hechtngsuitdrukking te maximaliseren om maar
aandacht te krijgen in een chaotsche omgeving. De angstg-vermijdende kinderen minimaliseren hun
hechtngsuitdrukking.
Kinderen met een gedesorganiseerde of gedesoriënteerde hechtng vertonen tegenstrijdige
kenmerken. Ze kunnen de verzorger wel benaderenn maar niet aan willen kijken. Dit kan soms komen
doordat de verzorger geen veilige basis isn bijvoorbeeld wanneer er sprake is van mishandeling. In de
kleutertjd kan dit zich omzeten in controlerendn strafend of juist bezorgd en zorgzaam gedrag naar
de ouder. In gezinnen met lage risico’s komt het bij 15% van de kinderen voor. Ze kunnen later
externaliserend gedragn PTSD-symptomen en dissociate vertonen.
Kwaliteit van zorg en veiligheid van hechting
De mate van sensitviteit bij ouders voorspelt de hechtngn maar het vroege gedrag van de baby niet.
ngstg-vermijdende hechtng gaat vaak gepaard met een onverschillige verzorger die emotoneel
niet beschikbaar is of die de baby afwijst als het om fysieke nabijheid vraagt. ngstg-resistente
hechtng gaat gepaard met inconsistente zorg en gedesorganiseerde hechtng met beangstgend of
verwarrend gedrag van de verzorger.
Mishandeling gaat gepaard met gedesorganiseerde hechtngn extreme armoede en fysieke
verwaarlozing met angstg-resistente hechtng en fysieke mishandeling met angstg-resistente
hechtng.
Hechtng kan wel veranderen (bijvoorbeeld van angstg naar veilig).
Context van zorg
Het is makkelijker om te gaan met problemen als anderen er zijn om te helpen en steun te bieden.
De verzorgers met kinderen die dit niet ervarenn ervaren vaak meer fnanciële druk en andere
stressoren. De kindertjd van de ouders en de kwaliteit van de relate met hun ouders kan ook van
invloed zijn op het ouderschap.
Ook de internal working models bij kinderen kan van invloed zijn op de hechtng. Dit zijn de
verwachtngen over de beschikbaarheid van de verzorgern de zelfwaarde en sociale relates. Wanneer
een kind een beschikbare verzorger heefn zichzelf waardig acht om zorg te ontvangen en te vragen
en sociale relates ziet als fjnn heef het meer kans op een veilige hechtng.
Peutertijd
Ouder-peuterrelaties
Ouders moeten hun gedrag aanpassen om aan de behoefen en capaciteiten van het kind te voldoen.
Omdat kinderen zich zo snel ontwikkelenn is dit best een uitdaging voor ouders. Tussen de 1 en 2½
jaar ervaren ouders meer boosheidn met name wanneer ze ook stress ervaren in hun leven.
Ouders moeten ook hun kind steunen in zijn of haar ontdekking van de wereldn maar ze moeten ook
goede grenzen stellen. Het ontdekken kan gestmuleerd worden door blijdschap te delen wanneer
kinderen iets hebben ontdekt of ze helpen wanneer ze iets nog niet kunnen. Kinderen hebben ook
grenzen nodign zodat ze veilig kunnen ontdekken. Tussen de 12 en 18 maanden verhoogt het aantal
instructes van de ouders naar het kind. Zelf wanneer een ouder vraagt: “Hoort tandpasta op de
spiegel?”n leert het kind wat het wel en niet mag doen en wat verkeerd is om te doen.
Scaffolding is wanneer ouders het kind ondersteunen in nieuwe taken door geschikte hulpn hints en
adviezen te verschafen. Ook komt guided zelfregulate om de hoek kijken: kinderen zijn steeds meer
in staat om zichzelf te reguleren met geschikte hulp van de verzorgers. Het gaat hierbij niet zo zeer
om de leefijd waarop een kind iets leertn maar om de consistente van de hulp van de verzorger.
Ook komt de rol van de vader meer naar voren tjdens de peutertjd. Vaders zijn minder betrokken bij
de zorg en meer bij spel.
Peuters zien zichzelf als een aparte persoon die gelinkt is aan de ouders door een emotonele band.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SophiePsychologie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.