De module Klinische Psychologie is opgebouwd uit 6 lessen.
De volgende onderwerpen worden in de lessen behandeld:
22 december: Les 1 Diagnostiek van psychische stoornissen
Les 2 Behandelmethoden en stressklachten
2 februari: Les 3 Stoornissen gerelateerd aan leeftijd
Les 4 Eet- en persoonlijkheidsstoornissen
1 maart: Les 5 Angst- en stemmingsstoornissen
Les 6 Gender dysforie en verslaving
Algemene leerdoelen
1. evidence-based behandel opties en interventies voor psychische stoornissen uitleggen.
2. theorieën en modellen vanuit verschillende perspectieven op het ontstaan en beïnvloeden van
afwijkend gedrag uitleggen.
3. risicogroepen adviseren ten aanzien van leefstijl, zoals stress, gezondheid en ouder worden ter
bevordering van positief gedrag.
4. beoordelingsmethoden en classificatiesystemen beschrijven.
5. de belangrijkste psychische stoornissen uit de DSM beschrijven.
6. principes en richtlijnen uit de beroepsethiek toepassen op een casus waarbij rekening wordt
gehouden met de grenzen in het beroepsmatig handelen van de professional binnen het sociaal
domein.
Studiemateriaal
Tijdens deze module maak je gebruik van het volgende studiemateriaal:
Nevid, J.S., Rathus, S.A., &Greene, B. (2021). Psychiatrie. Een inleiding. Pearson. ISBN:
9789043038126.
Hieruit behoren de paragrafen uit de volgende hoofdstukken tot de verplichte leerstof:
H1: par. 1.1-1.3; H2:(geheel); H3:(geheel); H4: par. 4.1 en 4.2; H5: par 5.1-5.4 en 5.6; H7:(geheel)
H8:(geheel); H9: par. 9.1-9.7; H10: par. 10.1- 10.3; H12: par. 12.1-12.8; H13: par. 13.1, 13,2, 13.6-13.8;
H14: par. 14.1-14.4.
Hoofdstuk 6 en 11 en de overige paragrafen behoren niet tot de verplichte leerstof en zullen om die reden niet op het
examen getoetst worden.
Rothfusz, J. (2019). Ethiek in de psychologie. Pearson. Hoofdstuk 4 (zie downloads).
1
,Les 1 Diagnostiek van psychische stoornissen
Na het bestuderen van de theorie en het afronden van deze les kun je:
1. Uitleggen wanneer sprake is van afwijkend gedrag (2);
2. Uitleggen wat het biologische, psychologische en biopsychosociale perspectief op psychische
klachten inhoudt (2);
3. De kenmerken van DSM-5 beschrijven (4);
4. Uitleggen welke beoordelingsmethoden er zijn om psychische stoornissen vast te stellen (4).
(2) = theorieën en modellen vanuit verschillende perspectieven op het ontstaan en beïnvloeden van afwijkend gedrag uitleggen.
(4) = beoordelingsmethoden en classificatiesystemen beschrijven.
Samenvatting leerstof: paragraaf 1.1, 1.2, paragraaf 2.1 t/m2.5 en hoofdstuk 3
__________________________________________________________________________________
Hoofdstuk 1
Introductie
Psychopathologie
Een deelgebied van de psychiatrie en de (klinische) psychologie dat zich bezighoudt met diverse
vormen van afwijkende emoties, gedachten en gedrag, de oorzaken daarvan en de
behandelmogelijkheden.
Psychiatrie
Medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en behandeling van psychische stoornissen
Klinische psychologie
Tak van de psychologie die zich bezighoudt met de beschrijving, de oorzaken en de behandeling van
psychische stoornissen om het geestelijk welzijn te bevorderen.
GZ-psycholoog
Psycholoog die na zijn studie een aanvullende opleiding heeft gevolgd. Een gz-psycholoog is bevoegd
tot het diagnosticeren en behandelen van psychische stoornissen. GZ is een afkorting van
‘gezondheidszorg’.
Psychotherapeut
Iemand die na de studie psychologie of geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan, waardoor
hij bevoegd is tot het geven van psychotherapeutische behandelingen. Hij moet overigens in het BIG-
register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) staan ingeschreven.
Psychiater
Iemand die na zijn studie geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan waarin hij of zij zich heeft
gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met psychische stoornissen. Een
psychiater mag in tegenstelling tot een psycholoog, medicatie voorschrijven.
2
,Psychische stoornis
Het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat wordt gekenmerkt door onder
andere een storing in het functioneren, en (persoonlijk) lijden.
Symptoom
Specifieke kenmerken of eigenschappen die passen bij een bepaalde psychische stoornis.
Belangrijk aspect van het beschrijven van afwijkende emoties, gedachten en gedragingen: Wat
‘normaal’ en ‘abnormaal’, ‘afwijkend’ of ‘gestoord’ mag heten, hangt voor een groot deel af van de
tijd, de plaats en de persoon, ofwel van de sociaal-culturele omgeving.
Criteria voor afwijkend gedrag:
1) Uitzonderlijk (dit is één van de 6 maatstaven: op zich zelf is uitzonderlijk gedrag niet
afwijkend of abnormaal, denk aan record op de Olympische Spelen als uitzonderlijk gedrag /
prestatie)
2) Sociaal afwijkend (normen ontwikkelen zich uit de gewoonten en opvattingen van een
bepaalde groep mensen. Het zijn dus relatieve maatsteven en geen universele waarheden)
3) Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
4) Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon (heftige emoties zijn op zich niet afwijkend,
tenzij ze lange tijd na de aanleiding van de emoties nog in alle hevigheid aanwezig zijn)
5) Ongepast of contraproductief gedrag
6) Gevaar
Bij het bestuderen van mogelijk afwijkend gedrag zijn de volgende vragen belangrijk:
• Wat is het afwijkende gedrag en welke karakteristieken heeft dit gedrag?
• Welke oorzaken voor het afwijkende gedrag onderscheiden we?
• Hoe gaan we om met een persoon die afwijkend gedrag vertoond en hoe behandelen we
hem of haar?
• Draagt de cultuur waarin de persoon leeft bij aan het afwijkende gedrag? En zo ja, hoe?
In de psychiatrie is er vooralsnog sprake van klinische diagnostiek. Dat wil zeggen dat het classificeren
van psychische stoornissen een klinisch oordeel vereist en dus niet berust op de uitkomst van een
test of andere onomstotelijke feiten. Aanvullen uit PowerPoint voordelen classificeren. Bovendien
kunnen deze oordelen in de loop der tijd en van cultuur tot cultuur variëren.
Evidence-based medicine
Het streven om gebruik te maken van het beste beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor
de behandeling van een patiënt.
Evidence-based practice (EPP)
Het proces waarin een professional besluiten neemt op grond van de beste onderzoeksresultaten,
ervaring, de voorkeur van de patiënt en de beschikbare hulpmiddelen.
3
, Hoofdstuk 2
Visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden
Er zijn een aantal perspectieven (visies) die een verklaring geven voor het ontstaan van (afwijkende)
emoties, gedachten en gedrag: het biologisch perspectief, het psychologisch perspectief, het sociaal-
culturele perspectief en het biopsychosociale perspectief. Geen van deze perspectieven kan op
zichzelf een totale verklaring geven voor het ontstaan van psychische stoornissen.
Als eerste nu het biologische perspectief, omdat adequate lichamelijke processen een voorwaarde
zijn voor ons functioneren. Complex hierin: biologische processen worden beïnvloed door
psychologische en sociale processen en (omgekeerd:) psychologische en sociale processen worden
beïnvloed door biologische processen
Genetica
Wetenschap die onderzoek doet naar erfelijkheid
Genen
De basale bouwstenen van erfelijkheid die de ontwikkeling van onze trekken reguleren.
Chromosomen
Staafachtige structuren waarop onze genen (verspreid) bevestigd zijn – bevinden zich in de kern van onze lichaamscellen. Een
normale menselijke cel bevat 46 chromosomen, gegroepeerd in 23 paren. Chromosomen bestaan uit grote, complexe
moleculen: DNA
Genotype
Verzameling trekken die in onze genetische code is vastgelegd.
Fenotype
Het geheel van onze werkelijke, zichtbare trekken. Het fenotype is een weerslag van de interactie tussen genetische factoren en
omgevingsinvloeden.
Proband
Het eerste geval, de eerste persoon, van een bepaalde stoornis dat als zodanig is gediagnostiseerd.
Het functioneren van het zenuwstelsel blijkt een rol te spelen in de ontwikkeling van afwijkend
gedrag. Het zenuwstelsel is opgebouwd uit neuronen (zenuwcellen), die met elkaar communiceren
door chemische boodschappers, neurotransmitters. Neurotransmitters transporteren de
zenuwimpuls van het ene naar het andere neuron door de synaps, de smalle spleet tussen twee
neuronen.
4