Toets: Theorie Verbintenissenrecht
Opleiding: HBO-Rechten voltijd en deeltijd
Studiejaar: 2011-2012
Leerjaar: 1
Toetsdatum: Dinsdag 20 maart 2012
Tijd: 14.00 – 16.00 uur
Toetsvorm: Gesloten boek
Toegestaan: Uitsluitend wettenbundeledities SDU Verzamelde
Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel.
Deze toets bestaat uit: 1) onderdeel kennisvragen, met 7 open vragen (35 punten)
2) onderdeel casuspositie, met 4 vragen (65 punten)
Totaal te behalen punten: 100 punten
Compensatieregeling: Ja; kennisvragen 1 en 2
Studiepunten: 5 ECTS
,Begin van de toets
Kennisvragen dienen duidelijk, maar kort en bondig te worden beantwoord. Het noemen van wetsartikelen in
je antwoord is niet noodzakelijk, tenzij daarnaar expliciet wordt gevraagd. Hou je strikt aan de instructies
bij de vraag (geef geen antwoorden waarnaar niet wordt gevraagd, noem niet meer alternatieven dan
gevraagd en noem wetsartikelen wanneer daarnaar gevraagd wordt).
KENNISVRAGEN: (totaal 35 punten, per vraag 5 punten)
1. Wat is het verschil tussen een wederkerige en niet-wederkerige overeenkomst?
(compensatieregeling)
2. Hoe kan een beroep op art. 3:34 BW worden gepareerd? (compensatieregeling)
3. Geef gemotiveerd aan of een aanvaarding die van het aanbod afwijkt, altijd als een
nieuw aanbod moet worden beschouwd.
4. Uit artikel 6:75 BW volgt dat rechtshandelingen van invloed kunnen zijn op de
toerekening van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Partijen bij een
overeenkomst, kunnen zo zelf de toerekening uitbreiden of beperken, bijvoorbeeld door
een rechtshandeling. De onderstaande zinnen moeten met één woord (een voorbeeld
van een rechtshandeling) worden aangevuld:
De toerekening kan worden uitgebreid door een (a)…
De toerekening kan worden beperkt door een (b)…
Noteer op je antwoordblad welk woord op de plaats van (a) moet staan en welk woord
op de plaats van (b).
5. In welk arrest bepaalde de Hoge Raad dat ‘of en in hoeverre er sprake is van
aansprakelijkheid, afhankelijk is van de aard van de overeenkomst, de
verkeersopvattingen en de redelijkheid’?
6. Iemand is niet aansprakelijk uit onrechtmatige daad wanneer hij een beroep doet op een
rechtvaardigingsgrond. Noem de drie rechtvaardigheidsgronden.
7. Geef een voorbeeld van een onredelijke grond bij zaakwaarneming.
,CASUSVRAGEN:
Casusvragen dienen gemotiveerd en onder verwijzing naar relevante wetsartikelen en/of jurisprudentie te
worden beantwoord.
Casus 1
Dennis is eigenaar van een houten loods die nodig eens moet worden gerenoveerd. Dennis
gaat op 1 december 2010 een gesprek aan met Stefan over een mogelijke opdracht. Nadat
Stefan de loods heeft bekeken, zegt hij dat het ongeveer € 25.000,- zal kosten maar dat hij
“nog even een slag om de arm houdt”. Hij belooft een definitieve offerte te sturen. Stefan
komt eenmaal terug op kantoor inderdaad uit op een bedrag van € 25.000,-. Dan begaat
Stefan echter een vergissing. Hij stuurt op 2 december 2010 per gewone post een offerte
aan Dennis waarin hij aanbiedt de schilderklus uit te voeren voor een totaalprijs van
€5000,-, in plaats van € 25.000,-. De volgende dag ontvangt Dennis de schriftelijk
verzonden offerte. Hij stuurt meteen een fax terug naar Stefan waarin hij deze offerte van
€ 5000,- aanvaardt. Stefan ziet het bedrag van zijn eigen offerte en schrikt: dat was een
grote typefout!
Vraag 8 (20 punten)
Is Stefan aan de aanvaarding door Dennis van de offerte op 3 december gebonden, waardoor er een overeenkomst
ontstaat, of ziet u nog mogelijkheden voor Stefan om daar iets tegen te doen?
Casus II
Wouter heeft een woonhuis met loods gekocht van Lola. Tijdens het onderhandelen heeft
Wouter gevraagd hoe het zat met het gebruik van de loods, aangezien hij daar graag zijn
bedrijf in wilde vestigen. Lola gaf toen aan dat volgens haar bedrijfsmatig gebruik van de
loods was toegestaan. Inmiddels is het een paar weken na de koop en blijkt bij de gemeente
dat de publiekrechtelijke bestemming van zowel het woonhuis als de loods uitsluitend
wonen toelaat. Wouter is zeer ontstemd. Hij wil immers alleen een woonhuis waarin hij
ook zijn bedrijf kan voortzetten. Op deze manier heeft het huis weinig waarde voor hem en
hij wil er dan ook vanaf.
Vraag 9 (15 punten)
Ziet u mogelijkheden voor Wouter om de overeenkomst met Lola te vernietigen?
Casus III
Manar en haar vriend Jack gaan van 10 oktober tot 30 oktober 2011 een safari-reis maken
door de natuurgebieden van Zuid-Afrika. Hiervoor willen ze een spiegelreflexcamera met
grote lens om de dieren goed op de foto te krijgen. Twee weken voor hun vertrek naar
Zuid-Afrika vinden Manar en Jack bij Camerabeurs een Dikon N8100 met een grote lens,
voor een stuntaanbieding van € 2.400,-. Deze is helaas niet op voorraad en zal dus moeten
worden besteld. Met de winkel wordt afgesproken dat de camera uiterlijk 8 oktober
opgehaald kan worden wegens hun vakantie twee dagen erna. Ze hoeven nu nog niet te
betalen, dat hoeft pas 6 oktober. Op 6 oktober krijgt Manar echter een telefoontje van
, Camerabeurs dat de spiegelreflexcamera pas 15 oktober geleverd kan worden, omdat de
winkelier vergeten is de bijbehorende lens te bestellen bij de fabrikant. Manar en Jack
hebben nog niet betaald, maar balen als een stekker en eisen hiervoor te worden
gecompenseerd. Camerabeurs biedt hen een vergelijkbare leencamera met grote lens aan,
maar Manar en Jack wilden juist zo graag een eigen, gloednieuwe, camera mee op
vakantie, dus ze balen nog steeds.
Vraag 10 (20 punten)
Ziet u mogelijkheden voor Manar en Jack om schadevergoeding te vorderen voor de te late levering?
Vervolg casus III
Stel, de camera was wel op tijd voor de reis. Een van de ressorts waar ze slapen is midden
in de jungle en Manar en Jack kijken hun ogen uit. Een van de medereizigers, Alexander,
heeft zijn 13-jarig kind Raf meegenomen op reis en zij slapen samen in de aangrenzende
hut van Manar en Jack. Op een avond ontdekken Manar en Jack dat de camera automatisch
foto’s kan maken bij beweging en besluiten dit uit te proberen in de hoop dieren nog
dichterbij te kunnen fotograferen. Ze zetten de camera op de rand van veranda en gaan naar
binnen. Even later klopt Alexander aan. Hij vertelt dat Raf een aantal zebra’s richting de
hutten had zien komen en ook de camera had zien staan. In plaats van de camera weg te
halen, was hij een boek gaan lezen. Hij had toen gezien hoe één van de zebra’s de camera
had besnuffeld waardoor deze naar beneden was gevallen en nu doet de camera het niet
meer. Manar en Jack zijn woedend. Ze snappen niet dat Raf de camera niet heeft
weggehaald of hen niet heeft geroepen. Maar omdat Raf zo jong is, willen ze niet hem,
maar zijn vader Alexander aansprakelijk stellen voor de schade.
Vraag 11 (10 punten)
Ga ervan uit dat hetgeen is gebeurd, aan Raf als een onrechtmatige daad zou worden
toegerekend, als hij ouder was geweest. Kan Alexander, de vader van Raf, dan
aansprakelijk worden gesteld voor de schade die Manar en Jack hebben geleden?
Einde van de toets