Preventieve interventies
Boek: Preventie in het sociale domein
Hoofdstuk 1: Preventie nader bekeken
1.2 Preventie een omschrijving
Preventie: het voorkomen van ernstige gevaren of problemen, bij of tussen mensen, of van
een verergering daarvan, door middel van doelgerichte, georganiseerde activiteiten.
Gerichte preventieve activiteiten dienen beperkt te blijven tot gevaarlijke, ernstige en
bedreigende problemen waarvan personen, hun omgeving of de samenleving als geheel last
en schade ondervinden, die tot ernstige verstoringen van het persoonlijke functioneren en
het sociale weefsel voeren en waarvoor geen gemakkelijke oplossingen op de plank
klaarliggen.
Preventie is tevens van belang voor het vroegtijdig tegengaan van gevaren voor de
volksgezondheid of het zo veel mogelijk voorkomen van rampen of terroristische aanslagen.
1.3 Verdere kenmerken van preventie
Onze gezondheid is al erg goed en is ook een vorm van preventieve activiteiten. Denk aan:
consultatiebureaus, zuigelingenzorg, inentingsprogramma’s, wijkverpleging en
gezondheidsvoorlichting door huisartsen. Tevens de ‘eenvoudige’ voorzieningen bv de
aanleg van waterleidingen en riolering. Al deze maatregelen behoeden ons voor ongeluk en
dragen bij tot ons onbeschadigd lichamelijk en geestelijk welzijn.
1.3.1 Belangen bij preventie
Macroniveau
Veiligheid. Er wordt door de burgers verwacht dat de overheid zich inspant om
natuurrampen, terroristische aanslagen te voorkomen door gericht beleid, wetgeving,
adequate financiering en effectief toezicht. De overheid vraagt van de burgers om zelf
ook alert te zijn.
Adequate (geestelijke) gezondheidszorg.
Schoon milieu. Met het terugdringen van broeikaseffect uitstoot van schadelijke
stoffen, stijging van de zeespiegel etc. Worden de belangen van de bevolking
preventies gediend. Nederlanders kunnen in de toekomst gezond leven, werken en
ontspannen.
Economische groei en de bevordering werkgelegenheid.
Handhaving openbare orde en bevordering rechtszekerheid.
Sociale vrede en stabiliteit. Tolerante bevolking weet sociale spanningen te
voorkomen.
Integratie en bevolkingsontwikkeling. In een transcultureel meelevende bevolking
komt ieder individu beter tot zijn recht.
Mesoniveau
Bedrijven, verenigingen en organisaties hebben belang bij zzp’ers of vrijwilligers die
Betrokken, maatschappelijk actief, flexibel en productief zijn
Gezond, beschikbaar, opleidbaar en flexibel zijn
Voorrang geven aan de continuïteit van de productie en die verstoringen of
persoonlijke gevaren die productiviteit bedreigen ‘zelfstandig’ weten te vermijden
Hetzelfde nastreven als organisatie of bedrijf
, Zich niet enkel goede producenten tonen, maar tegelijkertijd de rol van kooplustige
consumenten weten te spelen.
Microniveau
Het belang van individuele burgers omvat:
Gezond en gelukkig leven
Persoonlijke groei en ontplooiing voor henzelf en voor hun kinderen
Materiele welvaart en financiële zekerheid
Maatschappelijke orde en voorspelbaarheid
Greep op hun dagelijks bestaan en op de wereld om hen heen
Antwoorden op de vraag naar de betekenis van het bestaan en naar de ‘zin van het
leven’
1.3.2 Het bereik van preventie
Het is van belang dat je als sociaal werker door middel va primaire, secundaire of tertiaire
preventie zo veel mogelijk helpt te voorkomen dat burgers in de toekomst (nog langer)
aangewezen zijn op duurdere oplossingen achteraf, of op meer ingrijpende en vaak minder
effectieve interventies van curatieve aard. Het gaat kortgezegd om de tijdige signalering en
aanpak van gevaren, uitvals- en ziekteverschijnselen, antisociale uitingen en disfuncties die
zich in het heden aankondigen, en waarvan verergering voor de toekomst voorkomen moet
worden.
1.3.3 de voordelen van preventie: een pleidooi
In de eerste plaats leven we in een maatschappij waarin allerlei vanzelfsprekende
leefverbanden zoals gezin, buurt, kerk of bedrijf in toenemende mate onder druk staan, uit
elkaar vallen of zelfs al zo goed als verdwenen zijn. Meer dan vroeger zijn we op onszelf
aangewezen. Er zijn veel wisselingen in partner, woonplaats, werk etc. Hierdoor moet je zelf
je netwerken scheppen en onderhouden, maar niet iedereen kan dat. Daarom zijn er
steunstructuren nodig.
In de tweede plaats mogen hulpverleners zich vaker afvragen of ze wel tijdig en adequaat
hebben ingegrepen. Het komt nog vaak voor dat mensen van het kastje naar de muur
worden gestuurd en pas geholpen worden als hun problematiek al erg uit de hand is
gelopen.
In de derde plaats zijn gerichte maatregelen altijd te verkiezen boven de gebruikelijke
reflexen die politici en beleidsmakers vertonen als zich ergens een lastig vraagstuk voordoet,
vooral wanneer pers en tv zich opzichtig in de buurt ophouden.
In de vierde plaats is het ethisch gezien niet laakbaar als we zaken verkeerd zien lopen en
toch niet ingrijpen. Tijdig signaleren en preventief optreden is het belang van de cliënt, zijn
omgeving en de samenleving als geheel.
1.4 Vormen, varianten en perspectieven
Verkokering kan tot verwaarlozing leiden, is inefficiënt, duur en dient daarom bestreden te
worden. Dat is een belangrijke reden voor een integrale aanpak. En dat is dan precies wat
de overheid nastreeft met de omslag naar een nieuw, samenhangend en meer op het
functioneren van de burger afgestemd geheel van zorg en welzijnsinspanningen.
, 1.4.1 Vormen
Collectieve preventie individuele preventie
Generale preventie (wijk, buurt, groep mensen) specifieke preventie
Situationele preventie (bv betere verlichting, antiklim pasta om criminaliteit tegen te gaan
persoonsgerichte preventie (gaat wel uit van het individu)
Indirecte preventie (voorlichtingscampagnes, tussenpersoon) directe
preventie
1.4.2 Varianten
Primaire preventie: staat voor pogingen om te voorkomen dat redelijkerwijs te verwachten
gevaren, aandoeningen, problemen of stoornissen daadwerkelijk zullen optreden. De
interventies richten zich dan vooral op groepen of individuen met een hoog risico, nog
voordat zij daadwerkelijk problemen krijgen of veroorzaken. Bemoeizorg kan hier een rol in
spelen.
Secundaire preventie: die hebben tot doel om de impact en de duur van lopende
problemen te verzachten en te verminderen. Idealiter gaan deze zo vroeg mogelijk van start.
Tertiaire preventie: zo veel mogelijk ondervangen van de gevolgen die uit manifeste
problemen, gevaren of stoornissen voortvloeien, en om verergering daarvan te voorkomen.
1.4.3 Perspectieven
Perspectiefactiviteiten berusten altijd op overtuigingen of perspectieven (vaak onbewust).
Een dominant perspectief is de instrumenteel-rationele opvatting van preventie. Deze
benadering is in de regel gebaseerd op een eenvoudig causaal gedragsmodel aan de hand
waarvan een overzichtelijke keten van oorzaken en gevolgen worden geconstrueerd. Met
instrumenteel-rationele modellen probeert men vaak complexe problematieken overzichtelijk
te structureren. Zo wordt inzichtelijk waar preventieve acties zich op moeten richten. Ook
kunnen met dit type modellen verschillen interventievormen met elkaar worden verbonden.
Het instrumenteel-rationele perspectief sluit mooi aan bij de manier van werken van veel
sociaalwetenschappelijke onderzoekers. Aan dit perspectief ontbreekt de aandacht voor
omgevingsfactoren of motivationele achtergronden. Met dit model loop je wel het risico om
complexe problemen te versimpelen.
Er zijn twee andere denkmodellen. Het perspectief van de moralisering: morele
overtuigingen die een rol spelen in de samenleving. Bv homoseksualiteit etc. Tweede
perspectief is het activeren van betrokkenen. Er is meer nodig dan enkel ingrijpen van
buitenaf. Voor duurzame oplossingen is activering van de betrokkenen onontbeerlijk. Alleen
zo kunnen blijvende veranderingen in hun eigen sociale milieu worden gerealiseerd.
1.5 Beleidsontwikkelingen
Het overheidsbeleid wil via programma’s als welzijn nieuwe stijl aansturen op het versterken
van de zelfredzaamheid, weerbaarheid en zelfverantwoordelijkheid van burgers, en op het
mobiliseren en waar nodig versterken van hun ‘eigen kracht’. Het gaat dus niet alleen om
kostenbeheersing. Er speelt net zo sterk een politiek-ideologisch motief mee: het
functioneren van de burger staat centraal en de overheid treedt terug. Deze ingrijpende
verbouwing van het sociale domein staat bekend als de ‘transformatie van de
verzorgingsstaat’.