Leerjaar 1
KT 5-6:
Deeltoets
Psycholog
ie
Romy Leussink
,Stress: oorzaak en gevolgen
Leerdoel 1: beschrijf wat stress is en wat er gebeurt als iemand stress ervaart.
Wat is stress?
Stress is een waargenomen discrepantie (ongelijkheid) tussen een fysieke of psychologische
uitdagende situatie uit de omgeving, ook wel stressor of stimulans genoemd, op een persoon en de
middelen, de biologische, psychologische of sociale systemen, van een persoon.
Dit proces omvat voortdurende interacties en aanpassingen, transacties genoemd, waarbij de
persoon en de omgeving elk invloed hebben op en worden beïnvloed door de ander.
Bij stress wordt de belasting hoger ervaart dan de belastbaarheid.
De reactie van een persoon op een uitdagende of bedreigende situatie, wordt de strain genoemd. De
reactie kan psychologisch zijn, zoals je gedachten en emoties wanneer je je zenuwachtig voelt, en de
reactie kan fysiologisch zijn, zoals wanneer je hart klopt, je mond droog wordt en je transpireert.
Wat gebeurt er als iemands stress ervaart?
Bij de transacties in een stressvolle situatie gaat het meestal om een beoordelingsproces dat
cognitive appraisal (cognitieve beoordeling) wordt genoemd. Cognitie duidt het vermogen aan om
kennis op te nemen en te verwerken en omvat zaken als waarnemen, denken, het geheugen, aandacht
en concentratie. De cognitieve beoordeling is een mentaal proces waarbij mensen 2 factoren
beoordelen:
1. The primary appraisal: de betekenis van de situatie voor ons fysieke of psychologische
welzijn. De primary appraisal kan de volgende 3 oordelen opleveren:
1. Irrelevant/ontoepasselijk/zonder belang;
2. Goed;
3. Stressvol.
Situaties die we als stressvol beoordelen, krijgen een verder beoordeling:
1. Schade/verlies: de hoeveelheid schade die al is opgetreden, zoals wanneer iemand
arbeidsongeschikt is en pijn heeft na een ernstige verwonding;
2. Bedreiging: omvat de verwacht van toekomstige schade, zoals wanneer
gehospitaliseerde patiënten nadenken over hun medische rekeningen, de moeilijke
revalidatie en het verlies van inkomen;
3. Uitdaging: de mogelijkheid om groei, meesterschap of winst te behalen door meer dan
routinemiddelen te gebruiken om aan eisen te voldoen. Een voorbeeld is dat een
werknemer die een baan op een hoger niveau wordt aangeboden, dit als veeleisend zou
kunnen beschouwen, maar het juist ziet als een kans om zijn/haar vaardigheden uit te
breiden, zijn/haar bekwaamheid te tonen en meer geld te verdienen.
2. The secondary appraisal: of de beschikbare middelen aan de eisen voldoen. We zijn ons
vooral bewust van onze secundaire beoordelingen, wanneer we een situatie als mogelijk
stressvol beoordelen en proberen vast te stellen of onze middelen voldoende zijn om de
schade/verlies, bedreiging of uitdaging aan te gaan waarmee we worden geconfronteerd.
Voorbeelden van secundaire beoordelingen zijn:
Ik kan het niet;
Als deze methode niet werkt, dan kan ik andere methodes proberen;
Ik kan het, als ik hard werk;
Geen probleem, ik kan het.
De toestand van stress die we ervaren, hangt vaak af van de uitkomst van de beoordelingen die we
maken.
1
,Wat is de bio-psycho-sociale impact van stress?
Acute biologische stressreactie:
Als gevolg van acute stress vertonen personen de volgende biologische reacties:
Daarnaast vertonen personen een aanpassend reactie door het autonoom zenuwstelsel en het
endocrien systeem door een alarm, namelijk:
Vechten: om de controle over de bedreigende situatie te houden;
Vluchten: om het verlies van de controle over de bedreigende situatie te verminderen;
Bevriezen: shock.
In de vecht- of vluchtreactie veroorzaakt de waarneming van het gevaar, dat het sympathische
systeem van het autonome zenuwstelsel (= onafhankelijk van de wil) vele organen stimuleert, zoals
het hart, en dat de bijnieren van het endocriene systeem, het verder wekken van het lichaam
stimuleert.
Langdurige fysiologische stressreactie:
De vecht-of vluchtreactie is slechts de eerste in een reeks reacties die het lichaam maakt als de stress
langdurig is. De hele reeks aan fysiologische reacties wordt de General Adaptation Syndrome
(GAS) genoemd en het bestaat uit drie fases:
2
, 1. Alarm reactie: deze reactie is zoals de vecht-of vluchtreactie op een noodgeval. De functie
hiervan is om de middelen van het lichaam te mobiliseren;
2. Fase van verzet: deze reactie ontstaat wanneer een sterkere stressor doorgaat. In deze fase
probeert het lichaam zich aan te passen aan de stressor;
3. Fase van uitputting: langdurige fysiologische opwinding veroorzaakt door ernstige,
langdurige of herhaalde stress is kostbaar. Het kan het immuunsysteem verzwakken en de
energiereserves van het lichaam uitputten tot de weerstand erg beperkt is. Op dit punt begint
het stadium van uitputting. Als de stress aanhoudt, zijn ziekte en schade aan inwendige
organen waarschijnlijk.
Psychosociale impact:
Cognitief: een hoog niveau van stress beïnvloedt het geheugen en de aandacht van mensen. Het
kan bijvoorbeeld zorgen voor een black-out tijdens een examen. Niet alleen kan stress de cognitie
beïnvloeden, maar het omgekeerde is ook waar. Gedachtes beïnvloeden de mate van stress die je
voelt. Zo ontdekte Andrew Baum dat sommige mensen die in de buurt van de kerncentrale Three Mile
Island in Pennsylvania hadden gewoond jaren later nog steeds stress ondervond van het incident, maar
anderen niet. Eén van de belangrijkste factoren die deze mensen onderscheidde, was dat degenen die
deze stress bleven voelen, moeite hadden om hun gedachten over het ongeluk en hun angsten uit hun
gedachten te houden.
Emotioneel: mensen gebruiken vaak hun emotionele toestanden om hun stress te evalueren:
Angst: omvat psychologische ongemak en fysieke opwinding wanneer we ons bedreigd
voelen. Bij angst wordt er onderscheid gemaakt tussen twee categorieën:
1. Fobieën: intense en irrationele angsten die direct verband houden met specifeke
gebeurtenissen en situatie. (vb.: claustrofobie);
2. Angst (anxiety): een vaag gevoel van onbehagen of bezorgdheid dat vaak gepaard
gaat met een relatief onzekere of niet-specifeke dreiging. Dat wil zeggen dat de
persoon zich mogelijk niet bewust is van de situaties die angst lijken te wekken of van
wat de “doem” waarvoor ze bang zijn precies inhoud. (Voorbeeldsituatie: het wachten
voor een operatie).
Depressie: we voelen ons allemaal wel eens verdrietig en als we dat zijn, zeggen we vaak dat
we depressief zijn. Maar er is pas sprake van depressie als de psychische stoornis ernstig is en
langdurig is. Langdurige invaliderende gezondheidsproblemen, zoals een verlamming door een
beroert, leidt bijvoorbeeld vaak tot depressieve stoornissen;
Boosheid: ontstaat vooral wanneer een persoon een situatie als schadelijk of frustrerend
ervaart.
Sociaal: stress verandert het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar. In sommige stressvolle
situaties zoeken mensen ondersteuning of kameraadschap bij anderen, terwijl in andere stressvolle
situaties mensen minder sociaal, intenser en/of vijandiger worden in de behoeften van anderen.
Wanneer stress en woede samenkomen, nemen negatieve sociale gedragingen vaak toe. Woede als
reactie op stress leidt vaak tot agressief gedrag en deze negatieve efecten gaan vaak door nadat de
stressvolle gebeurtenis voorbij is.
3