Hoorcollege 1 introdutie PR
Artikel Grunig 2009 à vroeger hielt pr-propaganda in
Veranderingen in de maatschappij de 19e eeuw leidde tot ontwikkelingen:
- Industrialisatie tot stakingen
- De onderzoeksjournalistiek kwam op
- Ontdekking van public opinion
à Tegenwoordig gaat PR om het opbouwen en managen van wederzijds begrip en het onderhouden
van goede betrekkingen.
Defenitities PR:
- Cutlip: PR is management of mutual understanding between organisations and public
- Gordon: PR is developing relationships to help communication about an organization, issue,
person or product and anticipated outcomes in order to know how to communicate.
Grunig & Hunt 1984:
Asymmetrical à gericht op overtuigen, belangen van publiek niet belangrijk.
Symmetrical is de meest moderne vorm à balans en feedback
Grunig 2009 à traditionele benadering PR
- Gericht op publiciteit
- Publiek kan worden overtuigd door asymmetrische communicatie
- De illusie van controle van communicatie
- Dreiging digitale media
à Kritiek op traditionele benadering: publiek heeft altijd zelfcontrole gehad, er is sprake van een
passief publiek, digitale media juist geen bedreiging, symmetrische communicatie beter middel.
Paradigma’s Grunig 2009:
1. Symbolische paradigma = traditionele benadering
- Publiek overtuigen en targetten
- PR helpt om een buffer te vormen
2. Strategisch management paradigma = excellence paradigma
- PR onderdeel van strategische besluitvorming
- PR heeft bridging functie à luisteren en leren
- Nadruk op dialoog
1
, Non-public =
Niet blootgesteld
Passive public =
Horen en zien weinig
Active public =
Horen en onthouden
à Grunig 2009, PR moet onderdeel uitmaken van management decisions (beslissingen van de
organisatie bepalen wie de stakeholders zijn en stakeholder bepalen beslissingen)
Conclusie:
- PR = opbouwen wederzijds begrip (in de praktijk van nog informatievoorziening)
- Publiek creëert zichzelf en controleert zelf boodschappen
- Nieuwe media dwingen organisaties tot tweezijdige symmetrische communicatie
Hoorcollege 2 Nieuwseffecten
Belangrijke factoren nieuwseffecten en PR:
à
Nieuws- of mediaeffecten zijn processen in massamedia die invloed hebben op perceptie, attitudes en
gedrag. Achterliggende gedachte is dat menselijke aandacht beperkt is en daardoor gestuurd kan
worden.
Aandacht en nieuws à wat saillant is, is context en persoonsafhankelijk. Saillante issues:
- Persoonlijke issues (broer gaat trouwen)
- Hoeveel je om iets geeft (bijv. klimaatverandering)
2
,- Kan bepaald worden door omgeving of collectieve aandacht
à Belangrijkheid kan per moment verschuiven
Nieuwseffecten:
Agenda setting = accessibility/memory based model
Aandacht voor bepaalde onderwerpen. Van nieuwsagenda naar publieke agenda. Media salience of
issues increases the salience of those issues in public opinion
Agenda priming = accessibility/memory based model
Uitbreiding agendasetting. Onderwerp in combinatie met andere onderwerpen à het een doet je
denken aan het ander.
Nieuws framing = applicability
Onderwerp in denkraam plaatsen, het publiek gaat op een bepaalde manier over het onderwerp
denken.
Agenda building à agenda actor A zet de agenda van actor B à iedereen wil bepalen wat in het
nieuws komt, staat los van alleen nieuws en media à bijvoorbeeld invloed van politieke partijen. Veel
breder dan agendasetting. “involving reciprocal influence among multiple groups in addition to media
and public opinion, such as policymakers, interest groups and corporations”
Agendasetting twee levels:
First level: hoe meer aandacht voor het onderwerp, hoe meer aandacht ervoor in de media en
publiek.
Second level: hoe meer aandacht er is voor kenmerken/attributen die gekoppeld zijn aan een
onderwerp, hoe saillant deze kenmerken voor het publiek worden à meer te maken met framing.
--------
Artikel Kiousis, Popescu en Mitrook, 2007
à In hoeverre hebben PR berichten, mediaberichtgeving en financiële prestaties invloed op de
bedrijfsreputatie van een organisatie?
Definities corporate reputatie:
Wartick 1992 à single stakeholders perception of how well organization responses are meeting
expectations of many stakeholders.
Gotsi and Wilson 2001 à evaluatie van meerdere stakeholders over langere tijd gebaseerd op directe
ervaringen (daarom agenda building een belangrijke rol)
Second level agenda building en setting:
à Niet alleen saillantie van issues, maar ook de kenmerken (attributes) rondom de issues:
- Substantive attributen = kenmerken die helpen onderwerpen te structureren en onderscheiden
(feitelijk en cognitief).
- Affective attributen = kenmerken die verwijzen naar verbindingsmogelijkheden van saillante
attributen (bijv. tone of voice en meer gevoel)
Methode à PR materiaal vergeleken financiële en nieuwsberichten (3 maanden) en gecodeerd o.b.v.
substansive attributen en addective attributen.
Resultaat:
- De aandacht die er is in PR correleert met de aandacht in kranten, maar correleert niet met
reputatie. Agendasetting m.b.t. financiële prestaties is aangetoond voor Wall Street Journal, maar
niet voor New York Times (Verklaring = WSJ visie zich op corporate kenmerken dit correleert met
bedrijfswinsten).
3
, - Toon van PR boodschap gerelateerd aan toon van mediaberichten, maar niet met corporate
reputatie of financiële prestaties.
à Verschillende attributen in verschillende media moeten worden benadrukt om eindresultaat te
garanderen.
Kritiek: random sample (lezers van WSJ of NYT?), cross-sectioneel
------
Artikel Russel Neuman et al 2014 à wie bepaalt de agenda: traditionele media of sociale media?
Onderzoek naar mediaeffecten:
- Causaliteit is een probleem à wat gaat vooraf aan wat?
- Kans dat publiek bepaalt i.p.v. traditionele media door de komst van digitale media
Verandering door komst sociale media:
- Informatie wordt meerdere richtingen in gedeeld
- Gemixt publiek
- Kortdurende virale informatie
Methode à 6 politieke onderwerpen, 29 issues (data sociale media en traditionele media, verhouding
gecorrigeerd)
Resultaat:
- In 2012 vonden de auteurs geen gebeurtenis met potentie om de publieke opinie en de VS voor
langere tijd te veranderen.
- Omgekeerd patroon à causale relatie van social naar traditioneel is substantieel met name voor
onderwerpen met betrekking tot sociale en openbare orde (werkloosheid).
- Uiteenlopende berichten controversiële (veel weerstand) issues, traditioneel meer officieel en
social media satire.
à Geen eenduidige conclusie, onderwerpen hebben verschillend effect.
Frames à zelfde ratio voor traditioneel en sociaal, geen eenzijdige causale richting. Daarnaast is big
data complex, soms tegenstrijdige betekenis.
Belangrijke conclusies:
- Type media staan niet los van elkaar, maar worden niet volledig beïnvloed.
- Net zo waarschijnlijk dat de aandacht pieken van sociale media voorafgaan aan traditionele media
of andersom.
Hoorcollege 3 - issue mangement
Issue = een bron van zorgen, kan effect hebben op een
organisatie.
- Verschil tussen verwachting va stakeholders en organisatie
- Iets wat vraagt om een oplossing.
Organisaties hebben te maken met: organisatorische issues
(winst, kwaliteit) en maatschappelijke issues (milieu, inflatie).
Rol van nieuwsmedia:
- Second level agendasetting = hoe meer saillant de associatie tussen issue en organisatie in de
media, hoe meer saillant deze associatie voor het publiek wordt.
4