1
Kernthema’s van de Bestuurskunde
03/09/2018: HC01
Wat is bestuurskunde?
Bestuurskunde
Oorspronkelijk ging de bestuurskunde over de openbare dienst, en hoe je die het beste indeelt.
De bestuurskunde was op dit moment een toegepaste wetenschap, er werd namelijk kennis
gehaald uit allerlei disciplines, en op deze manier werd het openbare bestuur geprobeerd te
verbeteren.
Hierna kwamen er steeds meer studies naar de bestuurskunde, en hierdoor werd het geen
toegepaste wetenschap meer. Het ging zelf theorieën ontwikkelen.
Tegenwoordig gaat het ook om de verklaring: hoe komt het dat de dingen nu zijn zoals ze nu zijn?
Het openbaar bestuur en de overheid staan nog steeds centraal.
Vanaf 2004 verschoof de focus, het ging niet meer zo zeer om de overheid, maar er werd breder
gekeken: de overheid is een van de betrokkenen die de samenleving aanstuurt. Het gaat om de
maatschappij. De private sector heeft tegenwoordig heel veel invloed op het beleid van de
overheid.
• Zij leert hoe men de openbare dienst het beste inricht en leidt. De bestuurskunde als toegepaste
wetenschap (Van Poelje, 1947).
• Een wetenschappelijke discipline die de inrichting en de werking van het openbaar besluit
bestudeert (Bemelmans, van Braam, 1986).
• Het gaat om de studie van de besturing van de samenleving. (Mark Rutgers/Leiden, 2004).
Voorbeelden van cruciale vragen zijn dan:
• Wat is dat: de goede samenleving.
• Wat is de aard van de samenleving?
• Hoe groot moet/mag de overheid zijn binnen die samenleving?
• Wie heeft uiteindelijk de beslissingsmacht?
• Moet bestuur gecentraliseerd of gedecentraliseerd plaatsvinden?
• Hoe kunnen begrippen als algemeen belang, verantwoordelijkheid en verantwoording worden
vormgegeven?
Bij bestuurskunde gaat het niet om het wat, maar om het hoe: hoe organiseer je iets, hoe werkt
het beleid?
Overheid
In het welvarende deel van de wereld is de
overheid veel groter dan in het niet-welvarende
deel van de wereld. De vraag hier is echter, wat
is de oorzaak, en wat is het effect?
Als je de inkomsten van de overheid vergelijkt
met de uitgaven, zie je dat dit veel lager is. Wat
betekent dit? De overheid geeft niet alleen het
meeste uit, maar is ook de grootste schuldenaar.
Het is de organisatie met de grootste tekorten;
vaak rond de 3-4% tekort per jaar. De overheid
is dus echt een hele belangrijke organisatie in
alle landen, het is namelijk ook de grootste
werkgever.
, 2
Samenleving
Hoe ziet de samenleving eruit, en hoe zit dat in Nederland? In Nederland is het optimisme over
‘zal het economisch en sociaal beter gaan’ heel groot, dus als je het zo bekijkt gaat het goed.
Pessimisme in Nederland
Ondanks dat het optimisme is gegroeid, is ook het pessimisme gegroeid.
Natuurlijk neemt het af als het bijvoorbeeld economisch beter gaat, maar toch blijft er een trend in
het pessimisme. De kloof tussen pessimisme en optimisme groeit! Je hebt tegenwoordig twee
verschillende Nederlanders: de pessimisten vs. de optimisten!
2018. Veranderingen gaan snel
Een groot deel van de Nederlanders vindt tegenwoordig dat Nederland de goede kant op gaat: de
crisis is voorbij, men heeft werk, de huizenprijzen gaan weer omhoog. Het gaat goed.
54% van de bevolking geeft de Tweede Kamer en de regering een voldoende.
Mensen noemen de economische waarderingen een belangrijk punt om optimistisch te zijn. Ook
de verkiezingen worden genoemd als een positief punt.
Wat zijn dan zorgen? De manier van samenleven en immigratie/integratie. Het gaat hier niet om
het wegnemen van immigratie, maar om het wegnemen van de zorgen over de immigratie.
Vertrouwen in instituties in Nederland
Het vertrouwen in de overheid neemt tegenwoordig toe, dit was twee jaar geleden veel minder.
Naarmate de werkeloosheid afneemt, neemt het vertrouwen in de overheid toe.
Het vertrouwen in de rechtspraak en het nieuws wat op televisie/in kranten komt blijft bestaan. Dit
neemt echter wel wat af in de laatste jaren.
Wat is vertrouwen in instituties? In Nederland is het je ervaring, hoe iemand/iets presteert. Als
iemand goed presteert, en je wordt er als persoon beter van zorgt dit voor een hoger vertrouwen.
Als iets de belangen van een persoon voor ogen heeft, zorgt dit ervoor dat deze persoon hogere
vertrouwen heeft in deze institutie. Het gaat in Nederland dus vooral om het behartigen van je
persoonlijke belangen.
In andere landen (denk aan landen in Afrika) is het vertrouwen heel anders, hier is het veel meer
gericht op hoop.
Criteria die centraal staan in de bestuurskundige beoordeling
• Effectiviteit & Efficiëntie.
Hoe kan ik mijn doelen bereiken door er zo min mogelijk energie/geld/tijd/etc. in te steken? We
willen graag een effectief en efficient bestuur.
• Rationaliteit & Legitimiteit.
Rationeel houdt in dat het goed doordacht is, legitiem houdt in dat het volgens de huidige wet
en regelgeving is, dat het aanvaardbaar is.
Legitimiteit is meer dan alleen het juridische. Het is ook de maatschappelijke
aanvaardbaarheid. Het is de mate waarin het beleid door de betrokkenen als juist,
gerechtvaardigd of acceptabel wordt beschouwd en ook wordt gesteund.
Rationaliteit betekent houdbaar beargumenteerd. Als iemand iets beweerd, is dit pas rationeel als
het standpunt in stand kan worden gehouden tijdens de discussie.
Binnen effectiviteit wil je doelen bereiken en problemen oplossen, en binnen efficiëntie gaat het
om de verhouding tussen de effecten en de kosten.
Vooral continu aanwezig in de bestuurskunde is de discussie tussen:
• Rationaliteit vs. Legitimiteit
• Management en/of politiek
• Inhoud of strategie
• Argumentatie of macht
, 3
04/09/2018: HC02
Het ontstaan van de overheid
Waarom is er eigenlijk een openbaar bestuur?
De bestuurskunde is de studie van het openbare bestuur en de studie van de samenleving.
Waarom zouden we niet zonder overheid kunnen?
Terminologie
Staat. Het begrip staat kan worden beschreven door middel van drie verschillende criteria.
• Territorium. Een staat heeft een bepaald grondgebied, maar wordt dit erkend als het
grondgebied van deze staat?
• Populatie. Een staat bestaat uit een bevolking, maar wie hoort er bij die bevolking? Een
criterium kan zijn dat iedereen met een Nederlands paspoort bij de Nederlandse bevolking
hoort. Een ander criterium zou kunnen zijn ‘iedereen die binnen de Nederlandse grenzen is’, hier
zouden dan alleen wel alle toeristen ook bij horen. Het wordt van een descriptieve,
beschrijvende vraag een politieke vraag.
Horen mensen met twee paspoorten bij de Nederlandse bevolking?
• Overheid/publieke organisatie. Heb je het recht om mee te beslissen wie de regels vaststelt? Na
wanneer mag je dat als je ergens woonachtig bent? Wat zijn de regels, en wie gaat daarover?
Het is ook een juridische vraag: wat zegt de wet uiteindelijk?
Deze criteria klinken heel vanzelfsprekend, maar als je erover gaat nadenken kom je doormiddel
van economische, juridische en politieke opzichten op hele verschillende meningen. Als je iets
beargumenteert, moet je je eigen argument houdbaar en rationeel maken.
Elk van deze begrippen kunnen vanuit een veelheid van perspectieven worden benaderd.
Een discutabele vraag hierover is: ‘Wie zou er tot de staat moeten behoren?’ ‘Behoort deze
persoon op basis van bovenstaande criteria tot de staat?’
Openbaar bestuur
In Nederland werken een
heleboel mensen in het
openbaar bestuur.
, 4
Ontwikkeling banen bij de overheid
De hoeveelheid banen gaan steeds omlaag.
Als je bij de overheid werkt, is dit meestal in vaste dienst: het is een goede werkgever.
Het lijkt alsof de
werkgelegenheid naar beneden
gaat, en alsof de overheid
steeds kleiner wordt. Echter,
als je kijkt naar de vacature zie
je dat deze steeds meer
beschikbaar worden. Dit heeft
onder andere te maken met de
hogere gemiddelde leeftijd bij
de overheid: er moet
verjonging plaatsvinden.
Algemene rekenkamer 2017, overheid kampt met immense personeelsproblemen
Volgens de rekenkamer krijgt de overheid niet snel genoeg mensen om hun vacatures te vullen.
Ook heeft de rekenkamer zo zijn twijfels over het feit of de ministeries wel voldoende
gekwalificeerd personeel voor de overheid van vandaag en morgen heeft.
Het blijkt een retorische vraag te zijn, want een verouderd personeelsbestand - door vergrijzing en
door de verhoging van de pensioenleeftijd - in combinatie met een te lage instroom van jongere
ambtenaren met specifieke, met name technische kennis leidt ertoe dat de rijksoverheid
allesbehalve toekomstbestendig is. Bezettingsproblemen doen zich met name voor bij de politie,
defensie, het gevangeniswezen en op het gebied van inkoop, financiële kennis en automatisering.
Het personeelsbeleid is het grootste overkoepelende probleem van de overheid. Dit is zelfs al in
het onderwijs zichtbaar: denk aan het feit dat er in het onderwijs een flink tekort aan docenten is.
Er is steeds meer vraag naar
overheidsambtenaren en
bestuurders.
Er is een stilstand in het benoemen van vrouwen in bestuurlijke functies. Maar 16% van alle
hoogleraren in Nederland is vrouw.
Dit komt omdat vroeger vrouwen als ze gingen trouwen ontslag moesten nemen. Deze regels zijn
wel veranderd, maar de cultuur is nog steeds het zelfde. De Nederlandse cultuur blijft een cultuur
van mannen.