Kernthema’s bestuurs- en organisatiewetenschappen
2018-2019
College 1, deel 1 10 tegeltjeswijsheden
10 tegeltjeswijsheden
1. Organisaties zijn knooppunten in de samenleving en in ons leven
à Ordenen onze contacten, reguleren en regeren
- Geen ontsnappen mogelijk
- Zijn overal, hele dag, hele leven
- Macro: grote organisaties (bovenaf)
- Micro: merken (onderop)
2. De rol als spil in de samenleving is in de afgelopen eeuw almaar toegenomen: wij leven in een
‘organisatiesamenleving’
- Privépersonen nemen af, organisaties nemen het over
3. Wij weten over het algemeen geen moer van organisaties en hun werking
- Georganiseerd leven vaak volkomen vanzelfsprekend (vanzelfzwijgendheden)
4. Verborgen achter een gouden muur (zijn overal, maar wij zien ze niet of krijgen ze niet te zien)
- Koek en ei, spik en span
5. Werk kan saai zijn, maar werkende mensen bestuderen is juist niet saai
- Organisaties zijn belangrijk
- We weten niet veel van hun werking
- Zijn ze wel interessant om te bestuderen?
6. Nederlanders denken dat het om je privéleven draait, maar in de praktijk draait het minstens
evenzeer om je werk
7. Elke ordening (historisch, theoretisch, thematisch) van het gebied B&O is per definitie onvolmaakt
en onvolledig en dus een tikje willekeurig
- Organisatie: (elementen van organisatie)
o Sociale structuur
o Doelen
o Deelnemers
o Technologie
o Omgeving
à Definitie wordt niet serieus genomen, is niet algemeen trekkend
1
, - Morgan
o Machine
o Organisme
o Cultuur
o Psychische gevangenis
o Instrument van overheersing
o Politiek spel
o Hersenen
o Voortdurende vooruitgang
8. Bestuur en organisatie is en orde en wanorde en proces en product
- Product : organisatie/bestuur
- Proces : organiseren/besturen
9. Theorie is de landkaart, niet het landschap
- Matter of words, not worlds, of maps, not territories, and of representations, not realities
10. Wees verschillig!
- Bedrijf wetenschap met enthousiasme, ergernis, vuur, verontwaardiging, frustratie
verontwaardiging, verwondering en een beetje humor
à Organisaties zijn gulzige instituties
Collegethema’s KBO + literatuur
Rationele vs humanistische sturing 1900-1940, jaren 60
Formele vs informele organisaties jaren 50-60
Organisatie en omgeving jaren 60-70
Structuur vs cultuur jaren 80-90
Bureaucratie vs postbureaucratie jaren 90-nu
Chris Grey: bestuur/management
Mary Jo: organisatie constructivist, soms positivist
Positivisme vs contructivisme
Positivist – gaat uit van een objectief bestaande, en objectief te observeren werkelijkheid (een
wetenschapper ‘meet’ de ‘objectieve’ kenmerken)
Constructivist – gaat uit van een werkelijkheid die door mensen wordt geconstructueerd (een
wetenschapper bestudeert hoe mensen hun wereld interpreteren en construeren)
Manageralistisch vs critici
Managerialisten – richten zich op de vraag hoe organisaties effectiever zijn te besturen (zij hebben
dezelfde belangen en belangstelling als managers)
Critici – blijven op kritische afstand en schrijven over, in plaats van voor management en organisaties. Vaak
zijn zij ook partijdig door sympathie voor wie wordt ‘gemanaged’, waarbij sommigen een organisatie
neerzetten als instrument van onderdrukking/overheersing
2
, College 1, deel 2 Opkomst van de organisatiesamenleving en ‘de bureaucratie’ 1900-1940, jaren 60
Bureaucratie belangrijk gemaakt door Fredrick Taylor (1856-1915)
Historische achtergrond; opkomst van ‘organisatiesamenleving’ en big business
Niet meer persoonlijk verantwoordelijk voor schulden bedrijf à zorgde voor opkomst (grote)
ondernemingen
Industriële revolutie
Overgang van traditionele standensamenleving naar moderne, ‘verorganiseerde’ samenleving
- Afnemend betekenis van standen, familie, dorpsgemeenschap, kerk, religie, landbouw/veeteelt
- Opkomst van grootschalige industrie, loonarbeid, grote steden, nationale staten,
markteconomie, wetenschap
Processen: verstedelijking, versnelling, opkomst kapitalistisch systeem, opkomst arbeider
- Landbouw à industrie à verstedelijking à opkomst kapitalistisch systeem; leiders
19e eeuwse sociologen: Durkheim, Marx, Weber
Sociologen kwamen op door het nadelen van bovenstaande processen van revolutie
Karl Marx (1818 – 1883)
Emile Durkheim (1858 – 1917)
Max Weber (1864 – 1920) eerste organisatiewetenschapper
3