Moderne Geschiedenis (1789-1914)
Artikelen 2018-2019
Inhoudsopgave
T.C.W. Blanning, Introduction: the end of the old regime.....................................................................2
Frank O’Gorman, The Long Eighteenth Century...................................................................................4
Peter N. Stearns, Long 19th Century? Long 20th? Retooling that Last Chunk of World History
Periodization.........................................................................................................................................5
Martyn Lyons, The Napoleonic Revolution in Europe...........................................................................6
William Doyle, Origins of the French Revolution.................................................................................7
Joel Mokyr, Intellectual Property Rights...............................................................................................8
David Blackbourn, History of Germany 1780-1918..............................................................................9
Anthony D. Smith, The Nation in History...........................................................................................10
Adrian Hastings, The Construction of Nationhood..............................................................................11
Eric Hobsbawm, Introduction: Inventing Traditions...........................................................................12
G.N. Sanderson, The European Partition of Africa: Origins and Dynamics........................................13
David van Reybrouck, Congo..............................................................................................................14
Clive Ponting, Thirteen Days. The Road to the First World War.........................................................15
Christopher Clark, The Sleepwalkers. How Europe Went to War in 1914...........................................17
,T.C.W. Blanning, Introduction: the end of the old regime
Blanning stelt dat Europa sneller en meer radicaler veranderde in de 19 e eeuw dan in alle
voorgaande perioden, hij noemt een aantal voorbeelden:
1. De populatie verdubbelde in grootte
2. De economie groeide nog sneller (120%)
3. Transport en vervoer veranderde
4. Communicatie en distributie van kennis veranderde
5. Grote delen van de wereld worden gekoloniseerd door de imperiale machten
De 19e eeuw was er eentje van relatieve vrede en rust, het enige grote conflict zijn de
oorlogen voor Italiaanse en Duitse eenwording; en zelfs in deze conflicten sterven er veel
minder mannen in oorlog dan in voorgaande eeuwen. De politiek van de 18 e eeuw –
gebaseerd op competitie en conflict (machtsbalans) – wordt vervangen door een meer
beschaafd/diplomatiek systeem (wat overigens niet gold voor de koloniale gebieden). ‘De
vrede in eigen land zorgde ervoor dat de Europeanen hun energie en middelen overhevelen
naar overzeese expansie’ – dit was niet gelimiteerd tot territoriale aanwinsten (informele
rijken), de machtsbalans tussen Europa en de rest van de wereld veranderde; Japan verslaat
Rusland in 1904-5, volgens Blanning de eerste steen die valt op weg naar oorlog in 1914.
Blanning stelt dat de lange 19e eeuw eindigde in de Eerste Wereldoorlog en de
Russische Revolutie, maar dat de eeuw in zijn geheel gekenmerkt wordt door internationale
vrede en dominantie van de landadel. Deze vrede is te vergelijken met de continuïteit van
religieuze vitaliteit; de kerken die ontstonden na de Franse Revolutie en Napoleon waren
kleiner, vitaler, gericht op missionarissen, minder autocratisch, meer populistisch en
ultramontaan waardoor ze beter bestand waren tegen de veranderingen van de 19 e eeuw toch
was religie niet langer een feit van het culturele leven – het was een probleem; er ontstond
een antiklerikalisme en de kerk werd bedreigd door denkers als Comte, Marx, Darwin en
Nietzsche.
De 19e eeuw was zich bewust van de verbeteringen, maar er bestond nog altijd
armoede en deze ongelijkheid was de motor voor radicale sociale veranderingen.
Aangemoedigd door de publieke opinie en geïntimideerd door sociale onrust voelden
overheden zich verplicht sociale wetgeving in te voeren, deze fundamentele veranderingen
zorgden ervoor dat een socialistische revolutie in de meeste landen uitbleef. Deze
voorzorgsmaatregelen veranderen ook het politieke klimaat in Europa, na de Napoleontische
oorlogen werd alles wat te maken had met de Franse Revolutie gemeden. De lessen van de
revolutie waren geleerd, geen enkel regime kon legitiem worden zonder de steun en deelname
van het volk.
Europa bewoog zich volgens Blanning richting dezelfde bestemming; liberaal
constitutionisme, wat werd versneld door de nood voor sociale en economische
veranderingen. De kollossale verbetering in productiviteit leidde tot een expansie van het
staatsbestel, toch was de meest populaire economische theorie die van de laissez-faire
(weergave van de samenstelling van het electoraat).
Er ontstond een race voor een ‘plekje onder de zon’, halverwege de 19 e eeuw was dit
geen probleem omdat er nog voldoende wereld te verdelen viel – imperialisme was een
uitlaatklep voor Europa. Maar omdat overheden in hun race voor een stukje vaker
confrontatie kozen dan compromis ontstond er een nieuw denken binnen internationale
politiek – Weltpolitik – waardoor allianties verhardden en kleine incidenten gevaarlijker
werden.
, In de 19e eeuw was de vrede bewaard door een gedeelde politieke cultuur met
gezamenlijke verzekeringen en beperkingen, wanneer dit wegvalt in de wereldpolitiek komt
de dreiging van oorlog terug. Hoewel we de 19e eeuw vaak zien als een eeuw van materiële
en culturele vooruitgang signaleren Blanning en zijn collega’s ook duistere kanten in deze
eeuw.