Ontstaan van het hof
Hof: Ridders (leenmannen), de vorst, personeel, wetenschappers, kunstenaars e.d.
Nationale staten: wilden macht uitbreiden door overzees land te bezetten en rijkdom te
verzamelen.
Brunelleschi: Dom van Florence, romeinse stijl, niet Gotisch
Florence: Rijk stadstaatje, doen niet aan gotische stijl want anti Noorden en anti Milaan.
Antieke erfgoed. Toppunt onder bewind Cosimo de’Medici, machtigste bankiersstad van
Europa, 1496 Humanisme eindigt door Lorenzo de’Medici, krijgt de macht.
Humanisten wijzen op absolute schoonheid en hoge moraal van de klassieke oudheid. (geen
standen namelijk) Middeleeuwen barbaars, de mens staat centraal, individuele prestaties en
intellectuele vaardigheden. Onderzoek natuur universele kennis. Macht van kerk terug naar
puur religieuze zaken, staatkundig gezag terug naar traditie antieke Rome.
Kunst vaak nog religieus, maar God en heiligen als mensen uitgebeeld.
Renaissance begint in Italië (Florence), 15e eeuw. Andere vorstendommen nemen klassieke
idealen ook over. Vooral hofcultuur.
Godsdienstruzies: 80jarige oorlog, Luther, kettervervolgingen, kerk wordt bekritiseerd.
Barok: Concilie van Trente (1650): hervormingsbesluiten, verdeelheid christendom
geaccepteerd, kerkelijke kunst moet imponeren, macht rooms-katholieke kerk uitstralen.
Periode van eensgezindheid en kerkelijke hoogconjunctuur.
Barok-kunst (1600-1750) : in teken van zegevieren rooms-Katholieke kerk, druk overdadig,
praalzuchtig. Ook in paleizen, balletten, weidse tuinen, opera’s, deftige kostbare kleding e.d.
Hofcultuur Italië: Spullen en versiering accentueren waardigheid. Mecenaat: wetenschappers
en kunstenaars werken langdurig voor het hof. Feesten, optochten om te imponeren,
schilderijen behalve Bijbelse taferelen ook portretkunst. Nieuwe etiquette, mes en vork
Kunstenaars: Zelfstandige ondernemers, niet meer gebonden aan gildes, in dienst bij vorsten,
zelfbewuster.
Lorenzo de’Medici: ‘Il Magnifico’, vanwege aandacht voor kunsten. ‘prins van de
Renaissance’. Enorm mecenaat.
Hof van Urbino: hertog Federigo da Montefeltro, mooiste paleis, onderzoek kunstenaars naar
perspectief.
Il libro del Cortegiano (het boek van de hoveling): nieuwe hoofse etiquette, door Baldassare
Castiglione 1528.
, Natuur en wetenschap
Onderzoek naar natuur: nadruk kunst en wetenschap op mens en natuur, humanisme. Ook
antieke beelden bestudeerd. Brunelleschi systeem van centraalperspectief. Kerk nog veel
invloed.
Wetenschap: Galilei, Newton, Kepler, Descartes, botsingen kerk, natuurkunde centraal.
Antieke kunst: verzameld in studiolo, naturalia ook. Bijgeloof naast wetenschap nog rol.
Verzamelingen vanaf 16e eeuw monumentaal karakter, zalen en galerijen, pauselijk hof
verzamelt ook. Machtsvertoon.
Positie kunstenaar: uomo univeralis, artes liberales, brede kennis is geëist. Zelfbewustzijn,
trekken van hof naar hof, concurrentie, kerk belangrijke opdrachtgever
Giorgio Vasari; theoreticus, 1563 eerste kunstacademie.
Accademia di San Luca; 1593 Rome, kunstacademie, bedenken wordt belangrijker dan
uitvoeren, veel kennis is een eis.
Dans: Cesare Negri danstheoreticus (De gratiën van Amor, Nieuwe uitvindingen van dansen).
Balthasar de Beaujoyeulx verandert zijn balleten in gezelschapsdansen. Le Ballet Comique de
la Reine.gebaseerd op de Odyssee. Eenheid tijd plaats handeling
Interactie kunst en wetenschap: evenwicht, harmonieuze verhoudingen,
verhoudingen/getallen, Da Vinci man, Vitruvius, ontdekking maatsystemen, Gulden Snede.
Nieuwe bouwstijl: Michelozzo ontwerpt nieuwe palazzo De’Medici, trendbreuk.
Buitenhuizen, Villa’s ontstaan, op heuvels. Geordende tuin in tegenstelling wilde natuur.
D’Medici villa’s, nog gebaseerd op oude idee van vestingen.
Leon battista Alberti schrijft De re aedificatoria 1452 over typologie landhuis.
Kerkbouw: Geometrie en de cirkel symbool van God. Brunellschi, Bramante modeleren
kapellen, koepelkerken voor de toekomst.
Portretkunst: strenge regels, anatomisch koppen, kleding houding wijst op status, attributen
wijzen op sociale intellectuele niveau. Statussymbool.