Autonome karakter EU
Waar het volkerenrecht wordt gezien als aangelegenheid van de lidstaten onderling, staat het de
lidstaten van de Europese Unie niet langer vrij om hierover te beslissen. Het autonome karakter uit
zich voor een deel ook in de besluitvormingsprocedures, waarin niet altijd een veto bestaat voor elke
lidstaat.
Van Gend Loos
Attributiebeginsel
Op grond van deze bepaling kan de Unie alleen optreden als daarvoor een bevoegdheid te vinden is
in de verdragen. Er dient een rechtsgrondslag te zijn die te vinden zijn in het Werkingsverdrag.
Behalve de expliciete bevoegdheidsattributie kent het Unierecht ook nog de doctrine van de
zogeheten implied powers. De doctrine is met name van belang op het terrein van de externe
betrekkingen van de Europese Unie.
Inhoudelijke waarborgen
De inhoudelijke waarborgen die voortvloeien uit het attributiebeginsel zijn van belang om te
controleren of de EU niet optreedt op een gebied waar ze geen bevoegdheden heeft.
Procedurele waarborgen
De procedurele waarborgen vloeien voort uit de verschillende besluitvormingsprocedures die het
Werkingsverdrag kent.
Subsidiariteitsbeginsel
Als de Europese Unie bevoegd is, dient zich de vraag aan of ook daadwerkelijk gebruik dient te
worden gemaakt van die bevoegdheid. Het subsidiariteitsbeginsel bevat een dubbele toetst. Ten
eerste moeten de doelstellingen van het optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden
verwezenlijkt en, ten tweede, daarom beter door de Unie kunnen worden bereikt.
Evenredigheidsbeginsel
Volgens artikel 5 (4) VEU gaat het optreden van de Unie niet verder dan dat wat voor het bereiken
van de doelstelling noodzakelijk is.
Wanneer de Unie optreedt, moet dit optreden evenredig zijn. Wanneer lidstaten het vrije verkeer
belemmeren, dan kan dit eventueel gerechtvaardigd zijn, mits dit evenredig is. Er dient sprake te
zijn van een afweging van twee belangen, waarbij het evenredigheidsbeginsel een rol speelt. Ten
eerste is er de vraag naar de causaliteit of geschiktheid van een maatregel. Volgens deze toets is een
maatregel onevenredig wanneer de maatregel niet kan leiden tot een bepaald doel.
Pagina 1
, De tweede stap betreft de toetsing of het middel waarvoor is gekozen niet verder gaat dan wat
noodzakelijk is ter bereiking van de doelstelling.
De derde betreft de vraag naar de evenredigheid strictu sensu van een maatregel. Daarbij wordt de
doelstelling van een maatregel direct afgewogen tegen een ander belang.
Loyaliteitsbeginsel
Op grond hiervan mochten de lidstaten geen maatregelen nemen die de verwezenlijking van de
doelstellingen van het EG-verdrag in gevaar kunnen brengen, terwijl zij alle maatregelen moesten
nemen om de vervulling van deze doelstellingen te vergemakkelijken.
Constitutioneel-institutioneel loyaliteitsbeginsel
De constitutioneel-institutioneel component van het loyaliteitsbeginsel ziet op de formele
verhouding tussen de lidstaten, de instellingen van de Unie onderling en de Unie. Het is aan de
lidstaten om zich loyaal aan de Unie te gedragen.
Materieel loyaliteitsbeginsel
Het loyaliteitsbeginsel heeft verder effecten voor de uitleg van het materiële Unierecht. De
rechtspraak komt uitgebreider aan de orde bij de behandeling van deze materiële regels.
Voorrang
Het beginsel van voorrang van Unierecht brengt met zich mee dat als eenmaal de horde van
doorwerking is genomen, het inhoudelijke conflict tussen nationaal recht en Unierecht zal worden
beslist in het voordeel van het recht van de Unie.
Simmenthal
Sperrwirkung
Unierecht sluit op een bepaald terrein handelen van de lidstaten op dat terrein, voor zover dit
handelen onverenigbaar is met dat Unierecht, uit.
Rechtstreekse werking
Uit het autonome karakter van het Unierecht vloeit voort dat de voorwaarden voor rechtstreekse
werking door dit recht zelf bepaald worden. De basisvoorwaarde voor de rechtstreekse werking is
dat de regel van Unierecht voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk moet zijn. De centrale vraag is
of de bepaling toegepast kan worden door een nationale rechter. De nationale rechter moet een
bepaling rechtstreeks kunnen toepassen zonder dat hij daarbij de plaats van de Europese of
nationale wetgever of het Europees of nationaal bestuur inneemt.
Verticale situaties
Er wordt een beroep gedaan op het Unierecht ten opzichte van een overheidsinstelling van een
lidstaat.
Pagina 2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nienkebouw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,65. Je zit daarna nergens aan vast.