Leerdoelen Preventieve zorg
Week 1
HC1 Introcollege
1. kan beschrijven wat preventieve zorg inhoudt;
‘Het doel van preventie is te zorgen dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te
bevorderen en te beschermen. Ook heeft preventie tot doel ziekten en complicaties van
ziekten te voorkomen of in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen.’ (RIVM, 2020)
- Loket Gezond Leven
o Gericht op een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving voor iedereen
in Nederland
- Kennisplatform Preventie
o Gericht op kennisontwikkeling en –benutting.
- Nationaal Preventieakkoord
o Gericht op roken, overgewicht en problematisch drinken.
2. kan verschillende indelingen en niveaus van preventie omschrijven;
Indeling van preventie
(komt op de toets terug)
Indelingen van preventie:
• Doelgroep (1e rij)
• Aanpak (2e rij)
• Vorm van preventie (3e rij)
• Fase van ziekte (grijze balk)
• Preventie doel (gezondheidsbescherming/gezondheidsbevordering/ziektepreventie)
, 3. kan preventie relateren aan het model van Lalonde;
Model van Lalonde
Het model zet gezondheid centraal, en er zijn 4 determinanten die van invloed zijn op
gezondheid. De determinanten staan niet los van elkaar, maar hebben ook invloed op elkaar.
Je gaat bij elk individu kijken naar de determinanten, om zo te kijken waar je je preventie-
interventies op kan richten.
1. Voorzieningen gezondheidszorg: organisatie, hoe bereikbaar is de gezondheidszorg
voor iemand?
a) Waar woon je?
2. Leefstijl: alle gedragingen van een persoon rondom voeding, bewegen, welzijn, etc.
3. Biologische factoren: de individuele factoren, zoals genetische aanleg, bloeddruk,
etc.
4. Omgeving: de fysieke en sociale omgeving. Van leefomgeving tot sociaal netwerk.
, 4. kan preventie koppelen aan verschillende werkvelden;
JGZ: jeugdgezondheidszorg. Bijvoorbeeld neonatale screening, hielprik,
voorlichtingsgesprekken (voor ouders en jongeren.
VGZ: Verstandelijke gehandicaptenzorg. Voorlichtingen over voorzieningen en regelingen
(passen onderwijs, gemeente)
GGZ: Geestelijke gezondheidszorg. Bijvoorbeeld een signaleringsplan maken.
LZ: Langdurige zorg:
• Intramuraal: veel individuele preventie voor ouderen. In groepsvorm is dit lastiger
(voorbeeld: hygiëne maatregelen bij norovirus, bewoners naar huiskamer brengen
om bv eenzaamheid/onderprikkeling/etc. te voorkomen)
• Extramuraal: individueel en collectief. Stimulatie zelfredzaamheid, hulpmiddelen
inzetten. Collectief: bijeenkomst voor voorlichting voeding
AZ: Acute zorg. Bijvoorbeeld het bieden van goede katheterzorg (voorkomen
blaasontsteking), antidecubitusmatras, etc.
5. heeft een overzicht hoe de module Preventieve Zorg is opgebouwd.
X
HC2 Gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en
ziektepreventie
1. beredeneren hoe het gezondheidsbeleid tot stand komt;
De Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) en de Raad voor Maatschappelijke
Ontwikkeling (RMO) zijn opgezet, en in 2015 zijn die samengegaan in de Raad voor
Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De taak van de RVS is om strategische adviezen te
geven aan de regering en overheid over het te voeren beleid in de praktijk, dit schrijven ze
op in de nota.
De belangrijkste pijlers vanuit de nota Gezondheid Dichterbij uit 2011 zijn:
• Meer investering in preventie op alle niveaus, dichtbij de zorgvrager en meer gericht
op welzijn en kwaliteit van leven.
• Zelfregie, eigen verantwoordelijkheid en kostenbewustheid groeit.
Zo’n nota wordt elke vier jaar opgesteld, n.a.v. de Wet Publieke Gezondheidszorg. Het
kabinet moet dus elke 4 jaar een nieuw gezondheidsbeleid ontwikkelen. Eerder heette het
gezondheidsbeleid, maar tegenwoordig heet het een preventieakkoord. Deze
naamsverandering geeft ook weer dat we meer gericht zijn op de preventie. Er wordt een
nationaal preventieakkoord gesloten met patiëntenorganisaties, zorgaanbieders,
zorgverzekeraars, gemeenten, sportverenigingen en -bonden, bedrijven en maatschappelijke
organisaties. Het Nationaal Preventieakkoord werkt vanuit het thema positieve gezondheid.
Ontwikkelingen I
2010 Discussienota: Zorg voor je gezondheid (van ZZ naar GG)
2011 Definitieve nota: Gezondheid dichterbij
2015: Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
Belangrijkste pijlers:
, • Meer investering in preventie (op alle niveaus), dichtbij de zorgvrager, meer gericht
op welzijn.
• Zelfregie, eigen verantwoordelijkheid en kostenbewustheid groeit
RVS (Raad voor Volksgezondheid en Samenleving): heeft als taak om strategische adviezen
te geven aan de regering.
Ontwikkeling II
2018: Nationaal preventieakkoord
• Vanuit positieve gezondheid
“Een bredere kijk op gezondheid, die meer oplevert”
“Mensen zijn niet hun aandoening. Toch focussen we daar in de zorg doorgaans wel op. Alle
aandacht gaat uit naar hun klachten en gezondheidsproblemen, en hoe we die kunnen
fiksen. Positieve Gezondheid kiest een andere invalshoek. Het accent ligt niet op ziekte. Maar
op mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt.” Bron: Institute
for Positive Health, 2018
• 3 belangrijke thema’s: roken – problematisch alcoholgebruik – overgewicht
Bij het preventieakkoord zijn veel verschillende partners betrokken (ook sportverenigingen)
2. uitleggen wat de preventiecyclus inhoudt;
Preventiecyclus:
1. VTV (Volksgezondheid Toekomst Verkenning): Stand van zaken; doen voorspellend
onderzoek
2. Rijksnota: Prioriteiten voor collectieve preventie;
3. Gemeentelijke nota’s: Lokaal gezondheidsbeleid;
4. IGZ: Staat van de openbare Gezondheidszorg.
Deze cyclus speelt zich elke 4 jaar af. Het preventieakkoord is een
rijksnota. Daar staan de prioriteiten in voor collectieve preventie. De
Rijksnota baseert zich op de VTV. De VTV is de Volksgezondheid
Toekomst Verkenningen, deze wordt opgesteld door het RIVM. Het gaat over de huidige
stand van zaken, ze geven inzicht in de belangrijkste, toekomstige en maatschappelijke
opgaven en knelpunten op het gebied van gezondheid, gezondheidsdeterminanten en
preventie in Nederland. Ze doen heel veel onderzoek en stellen daarmee hun voorspellingen